Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 114 van 139

...  102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127  ...
[7] Maar let wel, hier op aarde gebeurt het ontvlammen en verbranden gewoonlijk door de opwinding van nog onzuivere en onedele geesten; daarom ziet het vuur er gewoonlijk vuil en roodachtig uit, in zekere zin nog grimmig en vonken spattend van woede.
Hoofdstuk 25: Het wezen van het vuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Kijk, zo staan de zaken. Het is enkel nog de vraag, of dit de enige geesten zijn, die door de zonnepolen weer worden opgenomen - of dat er nog andere zijn? - Ja, er zijn nog allerlei andere! - Dit zijn voor een deel deserteurs van de planeten, die de zon omringen, voor een deel ook soortgelijke gewelddadige aanvallers op andere zonnen. Zulke geesten worden namelijk, wanneer ze in het planetaire gebied van deze zon terechtkomen, heel snel door de poolkracht van de zon gegrepen en daardoor naar de zon zelf toe gezogen. Alleen als ze op een manier, die jullie al kennen, in een ver van de zon gelegen sfeer een gemeenschap vormen en vervolgens qua uiterlijke verschijning kometen worden, kunnen ze soms geruime tijd als een onaangepaste planeet rond de zon bewegen. Komen ze echter onverhoopt en ongelukkigerwijze te dicht bij de zon, dan worden ze in ieder geval met huid en haar door de zon opgegeten, zoals jullie plegen te zeggen. Ook al worden sommige mettertijd tot echte planeten, dan zijn ze er als zodanig toch niet van gevrijwaard om eens voedsel voor de zon te worden. Want wat de zon eenmaal met haar polaire kracht heeft gegrepen, is al zo goed als geheel een prooi voor haar. Want door haar kracht knaagt ze constant aan zo’n gast, verzwakt hem gedurende duizenden jaren en trekt hem tenslotte toch in haar brede, vurige schoot.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Dat kunnen jullie al zien aan de huidige positie van de planeten. Want vroeger, vele miljoenen jaren geleden, stond de planeet Mercurius nog op de plaats van jullie aarde, de planeet Venus ongeveer op de plaats van de huidige planeet Mars en jullie aarde ongeveer op de plaats van Jupiter. Reken maar na, hoeveel de zon door haar kracht dichter bij deze planeten is gekomen! En jullie kunnen daar heel gemakkelijk uit opmaken dat de zon, zij het ook na vele duizenden jaren, zich van deze tegenwoordig nog vrij rondzwevende planeten meester zal maken. Daar en dan zullen de hardnekkigste geesten van zulke hemellichamen pas weer hun geordende lot bereiken - soms echter ook weer hun ongeordende lot, als gevolg van hun opnieuw verkregen intelligente vrijheid.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] De oorzaak ligt heel diep. Als het het doel van de materie zou zijn om voortdurend te blijven bestaan, dan zou dit polaire zwaartepunt ook zo geplaatst kunnen worden, dat de materie steeds zou moeten blijven zoals ze is. De appelboom zou tot in eeuwigheid een appelboom blijven en elk ding zou blijven zoals het was. Maar het zou de appelboom en de plant niet beter vergaan dan een diamant. Want hoe meer in een lichaam die polariteit gefixeerd is en met het meetkundig middelpunt bijna samenvalt, des te vaster en duurzamer is het lichaam. Maar zo' n lichaam is dan ten gevolge van zijn fixering voor niets anders meer geschikt, dan slechts voor zijn eigen onveranderlijke voortbestaan. Het zou er op zo'n hard aardelichaam slecht uitzien met het voedsel voor de levende wezens, als ze van diamanten bomen en soortgelijke gewassen vruchten zouden moeten plukken; ook zou het zeker wel heel hard wonen zijn op zo' n diamanten aarde.
Hoofdstuk 3: Positie en veranderlijkheid van het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De lever bevindt zich bij de mensen - evenals bij alle dieren rondom de maag, omdat zij daar het meest nodig is. Daar is dit orgaan, maar dan in de grootste afmeting, ook in de aarde geplaatst. Zijn functie is geheel dezelfde als die van de lever bij de dieren. Hoewel ze maar een secundaire werking uitoefent ten opzichte van de werking van de milt, is ze toch een niet minder machtig orgaan tot verwekking van leven in elk dierlijk organisch lichaam. Want uit de lever van de aarde komt aanvankelijk alles als het ware voort wat de aardkorst in zich en op zijn oppervlakte draagt. Zo is ook al het zeewater uit de lever afkomstig en is in de grond van de zaak niets anders dan de uitgestoten urine van het aardelichaam, welke urine echter desondanks weer verdampt en in wolken opgaat, die op hun beurt in de lucht door de inwerking van het licht in zoet, voedzaam water wordt omgezet.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Deze draden zijn geen buisjes, maar bestaan uit veelsoortige, aan elkaar geregen kristallen die als schakels van een keten met elkaar verbonden zijn. Ze zijn ongeveer zo geplaatst alsof men verscheidene driezijdige piramiden zo op elkaar had gezet, dat de top precies tegen het midden van het ondervlak van de volgende piramide zou komen te liggen. De ijzerhoudende piramiden zijn zo geplaatst, dat de toppen naar het noorden zijn gericht, terwijl de platina - en koperhoudende piramiden hun toppen naar het zuiden gericht hebben. Als men dit goed voor ogen stelt, heeft men een beeld omtrent de constructie van deze geleidingsdraden. Deze geleiding moet dáárom mechanisch zo geordend zijn, omdat elke anders geordende, gladde leiding - zoals bijvoorbeeld door een draad - het werkende elektromagnetische fluïdum zou verliezen bijeen lengte van niet zelden 3000 mijl (* 1 Duitse mijl is 7.420 km)
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Een dergelijk ontsteken is bijvoorbeeld het terugstralen van het zonlicht op een wateroppervlak. Door het liefdelicht van de zon worden de vreedzame geesten van het water zeer geprikkeld, maar ze vernielen in deze opwinding niets. Weliswaar wordt de hele oppervlakte van het water ontstoken en kaatst wijd en zijd de stralen weer terug, maar toch verbrandt daarbij niets.
Hoofdstuk 25: Het wezen van het vuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Op dezelfde manier ontstaat in een spiegel een ontsteking als er een lichtstraal op valt, maar er ontstaat geen verbranding, omdat hier een opwekking van goede geesten plaats heeft. Wordt echter een geestelijk goede zonnestraal van liefde gepotentieerd naar lichamen geleid, die nog onzuivere geestelijke delen in zich dragen, dan worden die ook ontstoken en verbranden.
Hoofdstuk 25: Het wezen van het vuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Deze boven beschreven wit-blauwe strepen zijn dus niets anders dan als het ware rustig bijeen zijnde scharen van geesten en wel op de oppervlakte van de derde en zuiverste luchtregio, die op de voren beschreven wijze zelfs door het menselijk natuurlijke oog waargenomen kunnen worden.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] In deze regio bevinden zich louter volkomen geesten en alleen maar zulke, die vroeger mensen op aarde waren. Deze genieten al van een voortdurend licht, want op deze hoogte wordt het ook natuurlijk gezien, nooit geheel donker. In de geestelijke natuur is het daar ononderbroken dag. Want deze derde regio geeft al een derde zuiver geestelijk stadium aan; terwijl de tweede regio nog niet zuiver is en vaak aan vertroebelingen is blootgesteld. Maar dit is nog meer het geval in de eerste of onderste luchtregio waarin goed en kwaad door elkaar heen lopen, omdat dit het eerste stadium is.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dan zeg Ik: Alles op zijn eigen wijze! De aarde ziet voortdurend de hele oneindige ruimte om zich heen. Deze algemene waarneming roept in de aarde zelf bij alle in haar wonende geesten een algemeen overeenkomstige voorstelling op, waaruit elk afzonderlijk geestelijk wezen zijn intelligentie voor de buitenwereld put. Dat zou onmogelijk zijn zonder het algemene grote gezichtsvermogen van de aarde. De aarde als lichaam weet in haar algemene wezen weliswaar niets van hetgeen ze ziet. Het zou ook niet nodig zijn om de aarde een eigen zichzelf bewuste kennis te geven, omdat ze - zoals we in het nog volgende geestelijke deel zullen horen - geen apart zelfstandig wezen is, maar een eindeloos veelvoudig wezen, dat bestaat uit talloze aparte intelligenties. Deze intelligenties zijn het, die het grote algemene aardoog nodig hebben, zoals ook elk mens en elk dier zonder dit algemene aardoog met zijn eigen oog niets zou zien. Want juist door dit oog kan de mens de zon, de maan en de sterren zien. Het zal toch wel duidelijk zijn dat de mens met zijn kleine oog onmogelijk ooit die grote zon zou kunnen overzien, als niet van tevoren het grote aardoog een klein beeld van de zon zou opnemen en dat aan het menselijk oog zou overdragen. En zo ziet niemand de zon of de maan en de sterren, zoals ze in hun eigenlijke hoedanigheid en in hun grote afstand zijn, maar men ziet slechts hun beeld op het oppervlak van het grote, algemene aardoog, waarvan de oppervlakte, zoals al werd opgemerkt, meer glanst dan de zuiverste waterspiegel en die daarom zeer geschikt is voor het opnemen van de beelden van de grote hemellichamen om haar heen.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Tenslotte is er nog een verschijnsel, dat wel minder vaak wordt gezien, maar toch zeer de moeite waard is om te worden opgemerkt, omdat het zogezegd een zuiver geestelijk verschijnsel is, dat echter toch met het lichamelijk oog kan worden waargenomen. Dit verschijnsel vertoont zich slechts op zeer warme dagen en is te zien als een soort wit-blauwe strepen. Deze strepen zijn een moment, waarop de zalige geesten als het ware allen gemeenschappelijk samenkomen, zich in de rust verheugen en dan beraadslagen wat te doen en hoe aan de nieuwe geesten bestuurlijke taken voor te leggen. Op zulke dagen is het dan ook op de aardbodem bijna doodstil. Geen blaadje beweegt, geen gewone wolk is te zien en op aarde is het drukkend heet. Deze toestand duurt echter niet lang. Wordt als het ware deze zitting opgeheven, dan komt alles weer gauw in beweging, vooral als er nieuwe geesten voor het beheer van de lucht, de bergen en de zeeën worden aangesteld. Dan is het niet zelden het geval dat de nieuwe bezems schoner vegen dan de oude. Daarom komen er na zulke verschijnselen allerlei winden en de barometers zullen aanhoudend op 'veranderlijk' staan, zodat het bij dergelijke verschijnselen met de bestendigheid van het weer een tijdlang is afgelopen.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] We weten nu, dat in de derde regio de zuiverste geesten van deze aarde wonen. Waarom? Wat doen ze daar?
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Wat doet de geest in die tussentijd? - Hij handelt volgens de wetten der liefde en heerst zo in deze regio en bewerkt door zijn tegenwoordigheid en door zijn handelen volgens de liefde, dat deze derde luchtstreek bestaat. Om te beginnen bereidt en ordent hij de weg voor degenen, die als nieuweling in deze regio aankomen en wijst hen hun plaats aan en zegt wat ze moeten doen; ook beheerst hij de al reinere geesten in de onderste regionen en onderwijst ze. En als daar wrijvingen en onlusten ontstaan, dan daalt hij evenals zijnsgelijken als vredestichter omlaag en is daar dan energiek bezig.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Als er geesten van andere hemellichamen hier aankomen, dan test hij ze en als hij vindt dat ze voldoen, leidt hij hen langs de goede weg naar de aarde en is dan bij hun verwekking door zijn invloed aanwezig. Hij helpt deze pas aangekomen geesten op de weg, die ze lichamelijk op de aarde moeten gaan en draagt er dan ook zorg voor, dat zij ook de louteringswegen bewandelen, die ze in de andere wereld hebben besloten te gaan, om kind van God te worden.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127  ...