10915 resultaten - Pagina 114 van 728
... 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 ...
[15] Toen hij, echter klaar was met zijn grote vis, maakte hij aanstalten een tweede niet minder grote te pakken. Maar Raphaël was iets vlugger en was Judas Iskariot net voor. Wel dat gaf natuurlijk aanleiding tot wat onderdrukte hilariteit en Jarah kon maar met moeite voorkomen hardop te lachen.Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] IK zeg: "Mijn liefste Jarah, zonde is dat niet precies, maar als men het kan nalaten, doet men toch beter. Kijk, als men zo'n vrek met een zekere ernst aanziet, roept hij zichzelf tot de orde en laat zijn vrekkige voornemen varen. Glimlacht men echter om hem, dan wordt hij kwaad en doet er alles aan om zijn voornemen dubbel vrekkig uit te voeren!
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Ziet hij bij een egoïstische handeling glimlachende gezichten, dan denkt hij dat men zijn op een grap lijkende schurkenstreek leuk vindt en dan gaat hij nog intensiever door met zijn gemene streken. Als hij echter, zoals Ik hiervoor al opmerkte, bij zijn streken, en reeds bij de eerste aanzet daartoe, met een zekere ernst van alle kanten wordt aangezien, dan laat hij zijn slechte voornemen varen en wacht er mee tot een mogelijke, andere keer. Want op algehele verbetering hoef je bij een vrek niet zo gauw te hopen! Maar toch is het goed hem zo vaak mogelijk te hinderen bij de uitvoering van de een of andere zelfzuchtige onderneming. Hij verliest daardoor steeds meer de euvele moed vanwege de steeds optredende mislukkingen en laat het kwade na, wel niet uit afschuw daarvoor, maar dan toch uit ergernis.
Hoofdstuk 169: Ernst is beter dan lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zoals je daarbij een steen tamelijk precies van buiten en van binnen kunt Ieren kennen, zo kun je ook een hele wereld Ieren kennen! Onze Mathaël is in deze vaardigheid heel ver gevorderd en ook Mijn leerling Andréas, die bij de Essenen was, is een bekwaam apotheker, waarvoor hij in Egypte heeft geleerd. Deze beiden kunnen je de materie van een hele wereld heel bekwaam en waarheidsgetrouw duidelijk maken. Natuurlijk bevat het inwendige van de materie nog heel veel wat een scheikundige nooit zal ontdekken, maar de eigenlijke elementen waaruit een stof bestaat kan hij herkennen. De aard der elementen zal hij echter nooit ontdekken, omdat zij met het geestelijke zijn verbonden en alleen door een zuivere geest geheel en al waargenomen kunnen worden. Want in de elementen ligt oneindig veel verborgen!
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Want er zijn velen die heel graag iets goeds willen doen en het willen uitvoeren, maar niet de middelen en de lichamelijke kracht en vaardigheid daartoe hebben, die echter toch net zo nodig zijn als de ogen voor het zien. Wel, in zulke gevallen geldt bij Mij de goede wil net zoveel als de daad zelf.
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Stel, dat je zag dat er iemand in het water viel! Je zou de ongelukkige heel graag willen helpen, -maar je weet dat je niet kunt zwemmen. Als je de drenkeling naspringt, verdrinken jullie beiden. Als je echter goed zou kunnen zwemmen, zou je zeker zonder meer de ongelukkige naspringen en hem redden. Maar omdat je helemaal niet kunt zwemmen, spring je hem ondanks dat je hem heel graag wilt redden toch niet na, maar je zoekt snel iemand die de ongelukkige nog zou kunnen en willen redden!
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als jij nu dus net als al de anderen nog niet precies kunt begrijpen waarin de eigenlijke wedergeboorte des geestes bestaat, dan heb Ik je nu de reden daarvan zo duidelijk mogelijk uitgelegd. Als binnenkort echter de tijd zal komen waarin je geestelijk zult worden wedergeboren, zul je ook dan pas goed inzien wat het is, en waarom je het nu nog steeds niet kunt begrijpen! -Begrijp je nu de reden, waarom je Mij nog steeds niet helemaal kunt begrijpen?"
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Cornelius vond de wijsheid van het meisje echter onbegrijpelijk groot. Ook Faustus en Philopold waren erg verbaasd en Cornelius vroeg Mij of hij nu aan tafel met het meisje over een aantal dingen mocht spreken. En Ik stond hem dat toe. En dat verheugde zowel Cornelius als het meisje en ook allen aan tafel en Ik raadde hem aan, wijze vragen te stellen.
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] JARAH zegt: "Die vicekoning daar, die nu samen met de oude Ouran over de gehele Pontus zal heersen! Hij heet Mathaël. Die zou mij het vuur nog wel eens na aan de schenen kunnen leggen! Ik geloof dat ik op honderd vragen van hem, niet één verstandig antwoord zou kunnen geven!"
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Geloof echter niet, dat hier een bepaalde hoogmoed uit mij spreekt, het is de zuivere en eenvoudige waarheid. Want als ik ook maar het kleinste spoort je trots zou bezitten, zou ik niet op deze plaats naast de Heer van alle heren en de Meester van alle meesters zitten! Daarmee, mijn overigens beste vriend Cornelius, zat je er wat naast!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] JARAH zegt: "Wel, goed dan! Ik ben echter benieuwd, of u niet tóch uw schouders op zult halen! Luister dan!"
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Door die straling van onze zon wordt deze aarde, net als nog veel andere aarden, die wij planeten noemen, verlicht en verwarmd. De warmte komt echter niet tegelijk met het licht van de zon op deze aarde aan, maar wordt pas ter plaatse door het licht opgewekt.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'Maar', zult u vragen, 'wie kan dan op de zon zelf bestaan? Want omdat daar het licht het sterkst moet zijn, zal de hitte daar ook niet mankeren!' Maar, dat is niet zo. Naar het inwendige van het eigenlijke zonnehemellichaam dringt nauwelijks het duizendmaal duizendste deel van de gehele lichtsterkte der zon door en daarom is het oppervlak van de zon niet veellichter en warmer dan hier op onze aarde en de schepselen van God kunnen daar daarom evengoed bestaan en leven als op onze aarde. Nacht wordt het daar echter niet, omdat alles op de zon zich in haar eigen blijvende licht bevindt.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Over hoe het er binnen in het verschrikkelijk grote zonnehemellichaam uitziet, geeft mijn gevoel mij aan, dat daar nog meer hemellichamen als holle kogels in elkaar passen en van elkaar gescheiden kunnen zijn door afstanden van twee-, drie tot vierduizend uur. Deze afstanden zijn echter niet constant, omdat deze inwendige zonnelichamen vaak erg uitzetten en dan weer tot de normale grootte inkrimpen. De holle ruimten zijn gevuld met water of ook met allerlei soorten lucht.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] JARAH zegt: "Thans hebben we daar op aarde geen maatstaf voor. De Egyptenaren hadden er echter wel een en de latere nakomelingen -in Europa en niet in Azië -zullen weer een maatstaf uitdenken. Maar dit kan ik u wel zeggen, dat een pijl, die vanaf de aarde uit alle kracht naar de zon zou worden afgeschoten, op hoogste snelheid vliegend ongeveer twintig jaar onderweg zou zijn voor hij op de zon aan zou komen!
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)