Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1131 van 1490

...  1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144  ...
[1] Ik zeg verder: 'Wanneer je deze uitspraak uit het Evangelie, die jij zo afschuwelijk vindt, eens als kritisch denker alleen maar grammaticaal zou hebben doorgenomen, dan zou je alleen al uit de woordschikking op het eerste gezicht gezien hebben dat de Godheid daardoor nooit een rechterlijk veroordelend vonnis voor eeuwig (vanuit haar almacht) heeft kunnen en willen uitspreken over de zogenaamde verstokte zondaars!
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Beste vriend, Ik wist wel dat je met deze vraag zou komen. Nu vraag Ik jou of je Mij kunt zeggen wie deze zwelger eigenlijk in de hel heeft geworpen? De Godheid misschien? Mij is iets dergelijks niet bekend.
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Heeft deze zich in zijn onvermijdelijke kwelling soms tot de goddelijke liefde en genade gewend om daarvan verlost te worden? Ik weet alleen dat hij zich tot de geest van Abraham heeft gewend en niet tot de Godheid! De geest van Abraham is echter, hoewel hij als geschapen geest uiterst volmaakt is, toch nooit de Godheid zelf, die alleen helpen kan. Ook in zulke gevallen is de Godheid de niet te overbruggen kloof, waar overheen de geesten van de meest verschillende soort elkaar nooit de hand mogen reiken, want daar werkt alleen Gods geheimste en diepste wijsheid en liefde.
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Nu deze zwelger zich echter in de grootste ellende bevindt, kan de Godheid daar dan iets aan doen als deze man zich daar zelf radicaal ingestort heeft? Kan iemand met een vrije wil onrecht overkomen, als hem overkomt waarvoor hij zelf gekozen heeft? Zeg Me nu weer jouw mening!'
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Robert zegt: 'Ja, dat is weer volkomen juist! Maar als de Godheid vol hoogste liefde is, wat ook wel zo zal zijn, zoals ik nu steeds meer begin in te zien, dan volgt vanzelf de vraag: hoe kon deze Godheid dan voor zo'n plaats of toestand vol folteringen zorgen, waarin een geest eerst onbeschrijfelijke pijnen moet doorstaan vóór hij mogelijkerwijs aan alle eisen voldoet en daardoor in een meer gematigde toestand kan overgaan? Móet er dan een hel bestaan? En móeten zulke geesten pijn kunnen voelen? Zou dat alles dan niet op een minder wrede manier geregeld kunnen zijn?'
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Als de Godheid echter dientengevolge onmogelijk vanuit haar almacht als rechter kan optreden, maar alleen vanwege de liefde en wijsheid als ordebrengende herder, dan is het toch duidelijk dat zulke geesten van te voren door iets anders geoordeeld moeten zijn. Door wie dan wel? Deze vraag is gemakkelijk te beantwoorden, als men maar genoeg zelfkennis heeft om het volgende in te zien: Enerzijds heeft een wezen een volkomen vrije geest en wil, die eigenlijk alleen voortkomt uit de liefde en de wijsheid van God. Anderzijds moet het echter, opdat het van de Almacht kan worden geïsoleerd om een echt volkomen vrij wezen te worden, ook een tijdlang een door de Almacht gericht lichaam hebben en een uiterlijke gerichte wereld met eigen, eveneens gerichte prikkels. Het kan dus door niemand anders worden gericht en voorbestemd worden dan door zichzelf. Dit vrije wezen kan zich alleen zelf 'vervloeken' dat wil zeggen zich geheel van de Godheid afzonderen.
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De Godheid die echter ook zo'n wezen zijn vrijheid niet wil afnemen, kan in dat geval niets anders doen dan zulke afgedwaalde wezens in hun geaardheid aanroepen en met liefdevolle ernst hen de weg wijzen waarlangs ze weer in verbinding kunnen treden met de liefde en wijsheid van God. Buiten deze verbinding is geen absolute vrijheid en dus ook geen geestelijk, eeuwig leven denkbaar. Want zonder deze verbinding werkt alleen maar de almacht van de Godheid, waarin alleen de kracht van de liefde en de wijsheid van God als één wezen van de Almacht, als het oerleven kan bestaan. Ieder ander, van dit oerleven losgemaakte leven moet in haar te gronde gaan en eeuwig verstarren, omdat het als zodanig onmogelijk aan de immense kracht ook maar de minste weerstand kan bieden!
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Daarom staat er ook: God woont in het eeuwig ontoegankelijke licht! Wat zoveel zeggen wil als: Gods almacht, de eigenlijke machtsgeest van God, die de oneindigheid vult, is voor het bestaan van ieder geschapen wezen, wil het blijven bestaan, voor eeuwig ontoegankelijk. Want ieder conflict met Gods almacht is de dood van het wezen! Daarom wordt ook de zonde tegen deze machtsgeest als hoogst noodlottig gekenmerkt. Omdat een wezen, dat zich van de Godsliefde volledig heeft afgescheiden en zich met deze macht wil meten, onontkoombaar door die onbeperkte kracht totaal wordt verzwolgen en slechts moeilijk of ook zelfs helemaal niet meer van haar is vrij te maken. Net als een bladluis die begraven ligt onder het puin van de Himalaya! Hoe zou je haar daaruit bevrijden?'
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Een mens echter die de Godheid verlaat, deze uit zichzelf verbant en niet meer wil aannemen, moet wel in zichzelf een ware hel opbouwen die op alle gebied bar en boos moet zijn. Als het zo'n goddeloze mensengeest dan zeer slecht vergaat en hoe langer hij in deze goddeloze toestand volhardt hoe slechter, dan kan de Godheid daar niets aan doen. Want zou de Godheid zich door haar almacht toch meester maken van een wezen, alhoewel dat wezen uit eigen vrije wil haar zo hardnekkig mogelijk tegenstreeft, dan zou zo'n wezen ogenblikkelijk totaal worden vernietigd, iets wat tegen iedere goddelijke orde in zou gaan.
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Als iemand een wijnberg bezit waarin enkel edele wijnstokken zijn geplant en de eigenaar deze uitroeit om er doornen en distels voor in de plaats te zetten, omdat hij meer plezier heeft in een dergelijke wildgroei dan in de eenvoudige wijnstok, zeg nu dan eens, is het dan ook de schuld van de Godheid als deze domme eigenaar geen wijn oogst en dientengevolge een arm, beklagenswaardig mens wordt?
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: 'Zeer geëerde vriend! Wat kan ik over deze zaak nog meer denken dan wat jij nu hebt gezegd. Alles is duidelijk, goed begrijpelijk en tevens onweerlegbaar waar. De Godheid kan werkelijk niet anders zijn en niet anders handelen dan zoals jij me hebt aangetoond. Want anders zou de Godheid ophouden Godheid te zijn, of het zou minstens met al haar scheppingen binnenkort volledig gedaan zijn.
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Nu komt echter een andere kernvraag: waar is deze Godheid dan? In welke regionen van de oneindigheid heeft zij voor eeuwig haar intrek genomen? Want zij moet toch ergens in al haar volheid thuis horen? Heeft zij een gestalte, en welke dan wel? Of heeft ze geen gestalte en is haar zijn iets oneindigs, zonder vorm, zodat ze juist daardoor alle vormen kan omvatten? Kijk, vriend, nu ik de noodzaak van een opperste Godheid duidelijk inzie, is ook het waar en hoe voor mij van het grootste belang!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Een wezen dat men nooit kan begrijpen en aanschouwen, kan men nooit liefhebben! Mathematisch is de vorm van een perfecte bol wel de volmaaktste; maar moreel gezien? De grote lichtbollen aan de hemel zien er wel erg mooi uit, maar dat komt door het licht. Maar of men zo'n lichtende bol ook zou kunnen liefhebben? Werkelijk, bij deze vraag laat mijn gevoel me duidelijk in de steek!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Daarom, beminnelijke vriend, daar jij in alle ernst met de Godheid veel meer vertrouwd schijnt te zijn dan ik, moet je ook maar eens daadwerkelijk naar voren komen met het waar en hoe van deze Godheid!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Zeg me eens, beste vriend, daar de brieven van Paulus je niet onbekend zijn, wat deze leraar bedoelde met de woorden: 'In Christus woont de volheid van God lichamelijk'. Bedoelde hij soms dat in Christus, dus in Mij, zich de gehele Godheid bevindt? Of wilde hij met deze vergoddelijkende woorden alleen de voortreffelijkheid aangeven van de geest van Mijn leer? En wel volgens de toenmalige gewoonte, waar men maar al te bereid was al het buitengewone te vergoddelijken? Geef Me jouw eigen mening daarover. Ik zou hem graag van je willen horen!'
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144  ...