Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1133 van 1490

...  1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146  ...
[16] Ik geloof derhalve nu dat jij God bent. Of op z'n minst een ware zoon van God; een predikaat dat je zelf aan alle mensen beloofde die Gods geboden naleven en Hem daardoor boven alles liefhebben. Ik ben ook vast besloten alles te doen wat jij in je wijsheid van mij verlangt. Maar als je van mij kniebuigingen en rozenkransachtige gebeden mocht verlangen, wees er dan vooraf van verzekerd dat ik zoiets nooit zal doen! En wel, omdat ik daarin alleen een schending, maar nooit een verering zou kunnen zien van jouw naam, die mij boven alles dierbaar is! Zou je nu weer zo goed willen zijn mij te zeggen, of je met deze verklaring wel of niet tevreden bent.'
Hoofdstuk 34: Roberts begrippen over het geloof en de juiste Godsverering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Kijk, ieder mens heeft een tweevoudig kenvermogen: een uiterlijk, dat is het hoofd- of eigenlijke uiterlijke zieleverstand. Met dit kenvermogen is het goddelijke wezen nooit te vatten en te begrijpen, omdat het alleen aan de ziel werd gegeven om de geest in haar voorlopig van de godheid te scheiden en de godheid een tijdlang voor de geest verborgen te houden. Wil een ziel nu met dit uitsluitend negatieve vermogen God zoeken en vinden, dan verwijdert ze zich steeds meer van haar doel naarmate ze dit hardnekkiger langs deze weg blijft najagen.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Maar de ziel heeft nog een ander kenvermogen, dat niet in haar hoofd maar in haar hart zetelt. Dit vermogen heet innerlijk gemoed en bestaat uit een geheel eigen wil, uit de liefde en uit een met deze beide gemoedselementen overeenstemmende voorstellingskracht. Heeft deze eenmaal het begrip van het bestaan van God in zich opgenomen, dan wordt het meteen door de liefde omvat en door haar wil vastgehouden, en dat vasthouden is dan pas 'geloven'.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Door dit geloof, dat levend is, wordt de ware geest gewekt. Deze kijkt dan naar wat hem wakker gemaakt heeft, herkent het en neemt er meteen bezit van, richt zich daarna op als een machtig licht uit God en doordringt dan de ziel en verandert alles in haar in licht. En dit licht is dan het eigenlijke geloof waardoor iedere ziel zalig kan worden.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Heb je ooit over dit enig ware geloof iets vernomen? Je zegt bij jezelf: Nee, deze manier van geloven is mij volkomen vreemd; want denken in het hart lijkt me volkomen onmogelijk! Ja, zo is het ook! Deze zaak moet je wel als iets onmogelijks voorkomen.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] En zo moet dan ook een geloof dat op deze manier in het hart en niet in het hoofd zijn zetel heeft, een waar en levend geloof genoemd worden: waar, omdat het voortkomt uit het onbedrieglijke licht van de geest; en levend, omdat in de mens alleen de geest in de waarste zin des woords, levend is!
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Zoiets is echter absoluut onmogelijk. Zelfs de grootste wijze van alle sterren moet tot in de meest innerlijke vezel van zijn leven voor Mijn wijsheid buigen. En dat is heilzaam, zelfs voor de diepzinnigste engelengeest. Want ook de grootste engelen moeten deemoedig zijn, willen ze volkomen zalig zijn, ofschoon de glans van hun wijsheid iedere zon tot een donkere klomp maakt wanneer deze in de sfeer van hun licht komt.
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Om in het hart te kunnen denken, moet men zichzelf oefenen. Deze oefening bestaat in het steeds opnieuw opwekken van de liefde tot God. Door dit opwekken wordt het hart gesterkt en verruimd, waardoor dan de banden van de geest losser worden, zodat zijn licht (want iedere geest is een licht uit God) zich steeds meer en vrijer kan ontwikkelen. Begint het licht van de geest dan de eigenlijke levenskamer van het hart te verlichten, dan worden ook de talloze oertypen aan de eveneens talloze wanden van het levenskamertje steeds duidelijker in zuiver geestelijke vormen zichtbaar, en aan de ziel ter beschouwing gegeven. En zie, dit schouwen van de ziel in haar hart is dan een nieuwe manier van denken. De ziel komt dan tot nieuwe begrippen en tot grote en duidelijke denkbeelden. Haar gezichtsveld breidt zich bij iedere polsslag uit. De stenen des aanstoots verdwijnen naarmate het verstand in het hoofd verstomt. Dan wordt er niet meer naar bewijzen gevraagd. Want het licht van de geest verlicht de innerlijke vormen zó, dat ze naar geen enkele kant schaduw werpen. Daardoor wordt ook alles wat ook maar zweemt naar twijfel, voor eeuwig uitgebannen.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: 'Waarde vriend! Ik merk dat je een beetje scherp wordt en soms ook wat beledigend! Dat is zo'n eigenschap die bijna alle leraren eigen is, of ze nu groot of klein zijn. Want door de bank genomen worden ze allemaal bij bepaalde gelegenheden wat grof en wijzen hun pupillen er soms fijntjes op dat zij behoren tot dat soort geduldige dieren, dat wat betreft zachtmoedigheid en geduld veel overeenkomst heeft met de grote wijsgeren! Naar bloed smachten deze dieren nooit, echter wel naar hooi en stro. Deze magere kost levert natuurlijk voor de opbouw van de hersenen slechts een geringe bijdrage. Vandaar dat deze dieren gewoonlijk verdraaid weinig van die grijze, brijachtige massa in hun kop hebben, waarvan het hoofd van Socrates een overvloedige rijkdom moet hebben gehad.
Hoofdstuk 36: Roberts wrevel bij de herinnering aan aardse zwakheden. Hij wenst andere gesprekken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Kijk, zeer gewaardeerde vriend en God en alles wat je ten opzichte van mij maar wilt zijn: ik kan me weliswaar over mijn tegenwoordige toestand helemaal niet beklagen. Ik ben niet dorstig, of hongerig; mijn gehele wezen wordt door geen pijn geplaagd en aan jouw gezelschap heb ik genoeg voor alle eeuwigheid. Maar, als we voor onze wederzijdse debatten een wat beter plekje zouden kunnen vinden, zou dat werkelijk niet slecht zijn! Want hier ziet het er toch wel een beetje te ijl uit, ja, je zou zelfs kunnen zeggen dat het helemaal op niets lijkt! Behalve deze kleine berg waarop we nu al geruime tijd samen staan, is er geen enkel wezen te ontdekken. Konden we maar ergens een grasveldje met bijvoorbeeld een eenvoudig landhuisje ontdekken en in bezit nemen, dan zouden we onze uiterst interessante debatten in een veel betere sfeer kunnen vervolgen!
Hoofdstuk 36: Roberts wrevel bij de herinnering aan aardse zwakheden. Hij wenst andere gesprekken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Kijk, in het evangelie staat, waar sprake is van Johannes de Doper, o.a.: Ik ben slechts de stem van een roepende in de woestijn en bereid de weg des Heren. Ik ben niet waardig de schoenriemen los te maken van Hem die na mij komt. Ik doop slechts met water; Hij zal echter dopen met de geest van de waarheid, met de Geest Gods voor het eeuwige leven! Deze meest verhevene die na mij komt, zal groter worden onder u en in u; maar ik, Johannes, zal minder worden! Wat denk jij wel, wat deze grootste van alle profeten daarmee heeft willen zeggen?'
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend! Als ik dat zou begrijpen, dan zou ik werkelijk nooit op deze treurige plek, waarop ik nu sta, terecht gekomen zijn.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Deze teksten, die ik nooit begrepen heb, waren er het meest schuld aan, dat ik aan jouw Godheid begon te twijfelen, wat dan ook de voornaamste reden was waarom ik nieuw-katholiek werd.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Verklaar me daarom toch deze hoogst mystiek klinkende teksten. Want uit mezelf zou ik de eigenlijke betekenis daarvan, evenals van veel andere teksten, nooit te weten komen.'
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Dit uiterlijke verstand doopt dus de ziel met het water van de deemoed en van de bereidwillige gehoorzaamheid. Het verstand van het hart echter, waarin de eeuwige Geest uit God woont, moet door het wekken van deze Geest noodzakelijkerwijs juist met deze Geest dopen, omdat de Geest uit God, het ware licht, de volste waarheid, de liefde en daardoor het eeuwige leven zelf is.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146  ...