17481 resultaten - Pagina 1134 van 1166
... 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 ...
[3] Blijf voortaan in de leer die uit de mond van de Heer tot jullie kwam, dan zal de weg van jullie tot Hem wonderbaarlijk kort zijn. Als jullie echter mettertijd Zijn woord en leer minder waarderen dan thans, nu jullie van het woord van de Heer helemaal doordrongen zijn, dan zou deze weg evenwel steeds langer en moeizamer worden, waarvoor echter de Heer Zelf en jullie grote liefde tot Hem jullie zal bewaren!Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Mijn huis en het huis van de Heer zijn niet twee huizen, doch maar één huis; want het is een huis van liefde! Jullie weten waar het staat en kom dus steeds naar ons toe in dit huis. Dan zullen jullie de Heer altijd in ons midden aantreffen als de eeuwig heilige, beste Vader temidden van Zijn kinderen, die Hem boven alles liefhebben. Zo zij het in naam van de Heer!'
Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg daarop: 'Amen, zeg Ik jullie. Ik zal ze uit alle streken van Mijn oneindige schepping om Mij heen verzamelen en ieder het zijne voor eeuwig in alle volheid geven. Mijn liefde, Mijn genade en Mijn erbarming zij met jullie!'
Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Bij deze poort komen Martinus ook alle andere apostelen met Maria, Jozef en David, Mozes, Abraham, Noach, Henoch, Adam en Eva en ook alle andere patriarchen en profeten tegemoet en begroeten hem zeer vriendelijk als een nieuwe burger van Mijn stad.
Hoofdstuk 204: Terugkeer van het hemelse gezelschap - Een werk van barmhartigheid - Bezoek aan de galerijen van het huis van Martinus - De weg naar de Stad Gods - Heerlijke ontmoeting en begroeting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Kijk, jullie weten hoe eerst alle planeten overeenkomstig de gerichte orde uit de zon zijn voortgekomen - op dezelfde manier als zijzelf voortgekomen is uit de centrale basis- en fundamentele zonnen. Jullie weten echter ook al door vele mededelingen, wat alle materie van een planeet in de grond van de zaak is, namelijk niets anders dan de zichtbare uitdrukking van gevangen oerkrachten of geesten. - Waar zijn die eigenlijk vandaan gekomen?
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Wat haar uiterlijk betreft is de materie van het zonnelichaam eigenlijk een enigszins steviger gemaakt zieleorgaan, waarin talloze geesten in zekere zin in een lichte gevangenschap worden gehouden. - Op het zonnelichaam is door Mijn genadevolle liefde echter ook nog een tweede, nog steviger substantieel lichaam geschapen, dat heel geschikt is om de geesten op te nemen, die in de zonnematerie gevangen zitten. Als nu dit lichaam - of veeleer een werkelijke zonnemens - verwekt wordt door de wil van een voormens, dan wordt door deze aldus verwekte mens onmiddellijk ook een geest opgenomen voor een verdere vrijheidsproef. Als die opname heeft plaatsgevonden, wat altijd onmiddellijk na de verwekking gebeurt, dan is de zonnemens er ook al, volmaakt levend en wel. Daarna worden hem Mijn wilsvoorwaarden bekend gemaakt en hem zijn eigen wilsvolmaaktheden getoond, krachtens welke hij een echte scheppende kracht bezit en niets anders nodig heeft dan alleen maar vast te willen, waarna de bodem van de zon hem ook datgene geeft, wat hij wil.
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Naast deze wilsvolmaaktheid wordt aan de zonnemens echter ook de orde van Mijn wil bekend gemaakt en tegelijkertijd het van een sanctie voorziene gebod daarbij, dat hij met de scheppende volmaaktheid van zijn wil absoluut niet in strijd met de eeuwige orde van Mijn wil moet handelen. - Dat er dan bij deze zeer vrije inrichting van de wil ook heel veel onordelijke handelingen tegen Mijn wil gepleegd worden, kan iedereen dus wel heel zeker aannemen; want hoe vrijer en ongerichter iedere wil is, des te gemakkelijker en beter mogelijk is het ook voor hem om buiten de grenzen van Mijn wil te treden.
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Maar wat gebeurt er nu eigenlijk met degenen, die de wet van de orde van Mijn wil niet in acht hebben genomen? - Dezen verlaten dan hun lichamen en gaan naar een andere zonnesfeer, en wel de eerstvolgende innerlijke zon, waar ze weer door passend voorbereide lichamen worden opgenomen. Daarbij behouden ze het volle bewustzijn van hun vroegere bestaan, opdat zij daardoor gewaar worden dat die toestand een met zekerheid gevolgde straf is, aangezien zij in strijd met de levende wet van Mijn wil hebben gehandeld. Overigens bezitten zij ook hier hun volmaakte, machtige wilsvrijheid en kunnen ze doen als tevoren. Als ze hier weer buiten Mijn orde treden, dan komen ze daarna weer in een nog meer naar binnen gelegen zon en bij steeds voortgezette gevallen van overtreding van Mijn orde tot in de binnenste zon zelf, die tegelijkertijd ook de meest materiële en stevigste is.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Degenen die zich daar naar Mijn orde voegen, stijgen dan weer op tot een hogere volmaaktheid. - In het tegenovergestelde geval worden ze echter stevig gevangen genomen en als een volumineuze massa uit het zonnelichaam gestoten, de wijde planeten - en kometenruimte in.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Hier kan een vraag gesteld worden, en die luidt: ‘Wat gebeurt er met die geesten van de zon, die zich bij het gebruiken van hun volkomen vrije wil dusdanig hebben gedragen, dat zij met hun wil steeds in harmonie verkeerden met Mijn wil? - En zijn er veel geesten op de zon, die geen verdere degradatie hoeven door te maken, om vervolgens weer moeizaam naar volmaaktheid omhoog te klimmen?’.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Die mensen echter, die met name op deze aarde in de zuivere liefde voor Mij zijn overgegaan, vanuit die liefde al het wereldse en materiële hebben afgelegd en niets anders dan alleen Mij wilden, hebben daardoor voor zichzelf de lange weg beduidend korter gemaakt: want zij zijn werkelijk Mijn kinderen en werkelijk Mijn broeders en zusters en komen dus na het vreugdevol afleggen van hun materiële lichaam onmiddellijk geheel en al naar Mij - en wel zij, die alle liefde voor Mij koesteren, in de bovenste, allerhoogste hemelen, waar Ikzelf wezenlijk woon.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Jullie weten dat het geestelijke, absoluut gezien, niet kan bestaan zonder een uiterlijke omhulling of zonder een orgaan, waardoor het pas in staat is zich uit te drukken. Wat deze uiterlijke omhulling echter betreft, deze is op zichzelf niets anders dan Mijn liefdeswil, die het geestelijke omgeeft en het door zijn erbarmen innerlijk richt en daardoor in een orde plaatst, opdat het dan bestaat om een deel van Mijn wil uit te voeren en derhalve ook een doel te bereiken, dat met de bedoeling van Mijn eeuwige orde overeenkomt. Kijk, zo zit dat!
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Wat gebeurt er nu eigenlijk, wanneer een kracht, die verborgen is onder het omhulsel van Mijn liefdeswil (al is die kracht nog zo gering), door welke omstandigheden of invloeden ook geprikkeld, wakker geschud of aangestoten wordt? - Ze wordt daardoor uit haar orde of, wat hetzelfde wil zeggen, uit haar evenwicht gebracht, voelt zich daardoor in het nauw gebracht en nadelig beïnvloed en probeert dan ofwel haar draaglijke, vroegere toestand weer te herstellen ofwel, wanneer ze te sterk geprikkeld is, snel haar hele orgaan stuk te scheuren en zodoende naar de puur geestelijke toestand over te gaan.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Welnu, dit beeld is meer dan voldoende om de gestelde vraag te beantwoorden; want zoals het gaat bij de kwestie van het stralen in onze holle bol, zo zit het ook in de grote werkelijkheid. Stel je in plaats van de grote spiegelbol de jullie bekende hulsglobe voor, die in haar - voor jullie begrippen weliswaar oneindige - uitgestrektheid uit een soort etherische watermassa bestaat. En stel je dan in het centrum van de hulsglobe de voor jullie begrippen werkelijk eindeloos grote centraalzon, die op al haar eindeloos uitgestrekte oppervlakken door voortdurend zeer intens stralende vlammen omgeven is (die afkomstig zijn van de geesten, die hier hun reiniging in uitgaande zin beginnen dan wel deze terugkerend voltooien), dan hebben jullie reeds alles wat nodig is om de gegeven vraag volkomen te beantwoorden. Het licht van deze grote centraalzon dringt door tot de eerder genoemde wanden van deze hulsglobe, van daar af wordt het weer teruggekaatst door ruimten en zonnegebieden heen, die voor jullie begrippen natuurlijk nagenoeg eindeloos uitgestrekt zijn. Maar wat in jullie ogen nog zo uitgestrekt en groot is, is in Mijn ogen nauwelijks meer, dan wanneer jullie een zandkorreltje in de hand zouden nemen om ermee te spelen.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Aan deze twee voorbeelden hebben we genoeg om onze zaak zo aanschouwelijk mogelijk te maken. - De zon is eveneens een bol, zoals jullie weten, en wel een bol, die een doorsnede heeft van ongeveer tweemaal honderdduizend mijl6. Deze bol draait in ongeveer negenentwintig dagen om haar eigen as. Denk je eens in, hoe snel op de evenaar de beweging van de zon dan wel niet moet zijn, wanneer een punt daar in de eerder genoemde tijd van 29 dagen een reis van 600.000 Duitse mijlen moet maken - een afstand die ongeveer zeven keer de afstand van de maan tot de aarde is, en waarvoor een snelle ruiter, als hij dag en nacht zou doorrijden, meer dan zeventig jaar nodig zou hebben.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon