Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1141 van 1490

...  1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154  ...
[1] Na deze uitnodiging buigen de danseressen heel eerbiedig en de drie eersten zeggen: '0, beste, goede vrienden, jullie zijn veel te goed en te welwillend voor ons! Want onze onwaardige kunst is wel de minste van alle kunsten om van geesten zoals jullie ook maar de geringste waardering te verdienen. En zodoende kunnen we helemaal niet begrijpen waarom jullie zo goed kunnen zijn voor ons arme zondaressen? Waarlijk, als we ons nog op aarde in ons lichaam zouden bevinden, zouden zulke hartelijke en goede mensen grote invloed op ons kunnen uitoefenen. Maar hier zijn we volkomen arm van geest en we hebben niets anders dan wat jullie grote _goedheid ons doet toekomen. Daarom kunnen we ook voor jullie grote goedheid niets anders terug doen dan jullie uit het diepst van ons hart achten en liefhebben! Als we jullie zo mogen benaderen, dan willen we dolgraag blij met jullie zijn. Maar zou onze misschien te weinig zuivere liefde jullie niet aangenaam zijn, laat ons dan maar weer verder trekken en onze aardse zonden betreuren!'
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wel waren we zogenaamde roomse christenen en deden uiterlijk mee met alles wat deze kerk aan regels voorschreef. Maar al ons vasten, biechten en ter communie gaan heeft ons geen haar dichter bij het werkelijk kennen van God gebracht. Zoals we hier zijn, stierven we allemaal zo ongeveer in de loop van tien à vijftien jaar en vonden elkaar hier als bij toeval weer terug. Maar in dezelfde toestand als waarin we deze ernstige wereld binnengingen, bevinden we ons nu nog. We kenden God niet, en kennen Hem nog steeds niet. En toch kan alleen een boven alles goede, wijze en almachtige God ons dit bestaan hebben gegeven!
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Men heeft ons in de wereld de Godheid steeds op zo'n manier afgeschilderd, dat juist deze voorstelling van God ons ieder werkelijk Godsbegrip ontnam. God zou uit drie personen bestaan, die ieder voor zich volkomen God zou zijn, wat toch kennelijk tot drie Goden zou moeten leiden! Maar deze drie Goden zouden toch geen drie Goden, maar slechts één God zijn! Ieder van de drie Goden heeft wel zijn eigen taak. Zo hangt bijvoorbeeld God de Zoon sterk af van God de Vader en mag slechts datgene doen en onderrichten wat de Vader wil. En toch wordt er weer beweerd: Zoon en Vader zijn volkomen één! Met de Heilige Geest weet men eigenlijk helemaal niet waar men aan toe is. Is hij meer of minder dan de Vader of de Zoon? Hij zou uit beiden voortkomen en wordt als een duif boven beiden uitgebeeld! Dan zijn er nog die miljarden hosties, waarvan ieder eveneens volkomen God zou zijn! Kan een mens nu daaruit ooit tot een duidelijk inzicht komen over het wezen van God? Heb daarom geen hekel aan ons verzoek, want het inwilligen daarvan is voor ons belangrijker dan deze wijn.'
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Want zie, een alleen uiterlijke leer kan zich om te beginnen ook alleen maar aan de uiterlijke geesten bekend maken, wier geaardheid stoffelijk is. Hij brengt dan in deze geesten wel een revolutie teweeg en dwingt hen hier en daar om die leer aan te nemen, maar de innerlijke geest merkt zoiets al gauw. Hij treedt naar buiten onder de natuurgeesten ofwel de eigenlijke natuurziel van ieder mens, bespeurt daar het goede zaad en is daarover zeer verheugd. Maar dan gebeurt er meestal een ongeluk. Terwijl de eigenlijke levensgeest van de mens het uiterlijke zaad beziet en zich buiten zijn kamer te midden van zijn natuurgeesten verheugt over een rijke oogst, verzamelen zich de meest boze en onzuivere natuurgeesten die nog in de ziel aanwezig waren, om in de kamer van de ware geest binnen te dringen en deze dan de terugkeer te versperren, ja heel vaak onmogelijk te maken. Wanneer de ware geest dan echter zijn levenszetel verliest, probeert hij aanvankelijk een nieuwe plek temidden van de beste natuurgeesten van zijn ziel te verwerven; hij woont daar bij hen, als medebewoner in het huis van een andere eigenaar. Maar omdat hij van al zijn eigendommen beroofd, tenslotte de huur niet kan voldoen, neemt de eigenlijke heer des huizes hem alles af wat hij nog bezat en maakt hem bovendien tot gevangene of zelfs tot slaaf van zijn heerszucht! In deze toestand moet de ware, innerlijke levensgeest zich dan met de meest onzuivere natuurgeesten verbinden en met hen samen onder hetzelfde juk aan het schandtouw van de zonde te trekken. En dat is dan ook zoveel als de geestelijke dood van de mens. Want in zo iemand heeft satan dan zijn troon opgericht en de eigenlijke heer van het leven in de mens tot slaaf gemaakt van helse begeerten en instincten!
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Jullie geesten werden alleen te veel door de natuurgeesten belegerd, zodat ze zich nauwelijks konden bewegen en niet door deze natuurgeesten konden heen kijken. Daardoor konden jullie je voorheen in dat vertrek ook nauwelijks bewegen en nog minder ergens iets zien. Alleen door buitengewone hulp van boven werden de belegeraars van jullie geest naar buiten getrokken. En zie, jullie geest kon ook meteen uit zichzelf meer licht ontwikkelen en daardoor zijn vroegere, uiterst beperkte gezichtskring uitbreiden. Jullie ontdekten toen ook meteen een openstaande deur en deze tafel met de levenswijn.
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Dat echter deze danseressen nog geen zuivere engelen zijn omdat door hen voor jullie een goed doel werd bereikt, hoef ik jullie nauwelijks nader toe te lichten. Maar we willen alles doen, opdat zij worden, wat zij en ook wij nog niet zijn!
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Robert gaat nu met Messenhauser en Becher naar buiten de tuin in, waar de bekende Weners zich nog bevinden met hun afgematte deernen en verkrachte dochters. Ik volg hen meteen met Jellinek aan Mijn zijde naar de tuin, waar we deze menigte in een zichtbaar onbehaaglijke toestand aantreffen.
Hoofdstuk 62: Bij het losbandige Weense gezelschap. Heilzame kuur voor deze wellustelingen. Robert moedigt hen aan om het huis binnen te treden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Na deze woorden van Robert staan allen op, ook de vrouwen, en strompelen zo goed als het gaat achter ons aan het huis binnen, en wel in het ons reeds bekende vertrek, dat groot genoeg is om vele duizenden gasten op te nemen.
Hoofdstuk 62: Bij het losbandige Weense gezelschap. Heilzame kuur voor deze wellustelingen. Robert moedigt hen aan om het huis binnen te treden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Houd daarom altijd goed voor ogen, dat je niet te gretig een onderwijzing van buiten af zonder meer aanneemt. Want deze dient tot niets als de geest haar niet in de allergrootste deemoed opneemt en onmiddellijk zijn hele leven er volkomen naar richt, wat voor iedere geest zeker een heel zware opgave is. Kijk, Salomo, Israëls meest wijze koning, viel ondanks zijn wijsheid. Want zijn innerlijke geest, die zich sterk genoeg voelde, waagde het eens zijn innerlijke woonstede te verlaten, zich naar buiten te begeven onder zijn natuurgeesten, om deze volgens zijn wijsheid te ordenen. Maar omdat hij dat deed vóór het bereiken van zijn volledige rijpheid, die altijd van binnen uit en nooit van buiten naar binnen moet plaatshebben, werd hij door zijn onzuivere natuurgeesten gevangen en niet meer toegelaten in zijn huis, dat maar al te vlug omgebouwd werd tot woning van allerlei ondeugden, ontucht en afgoderij! Zo verried ook Judas zijn Meester, Heer en God, omdat hij de leer van het heil slechts opnam in zijn uiterlijke geesten, die hun zetel hebben in het verstand en van daaruit in allerlei verlangens. Daardoor lokte hij zijn eigenlijke levensgeest uit zijn innerlijke woning en opende deze voor de satan, die er vrij kon binnentrekken. Het gevolg daarvan is al zo bekend, dat ik het jullie niet opnieuw behoef te vertellen.
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Hoe vaak hebben we op aarde mensen gezien, wier geest de hoogst mogelijke ontwikkeling had. Mensen die met name op het gebied van de religie een reputatie van heiligheid hadden en door iedereen werden geëerd en geprezen. Ja, nog meer: Mensen die door woord en daad onmiskenbare sporen van een hogere verlichting lieten blijken. Zulke mensen kwamen soms bij ons en deden ons voorstellen voor de meest verfoeilijke genoegens. Nee, dachten we bij onszelf, als dat de gevolgen zijn van een zo voortreffelijke christelijke deugd, dan moeten we daar verder niets meer van hebben! Destijds waren zulke verschijnselen voor ons een onoplosbaar raadsel, nu echter is ons dat allemaal duidelijk. Want nu weten we pas waar al dat kwaad vandaan komt. Geef ons nu die wijn des levens, dan willen wij allen deze beker van deemoed tot op de laatste druppel in ons opnemen.'
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Maar toch zijn er nog zoveel natuurgeesten als belegeraars om de echte woning van jullie geest gebleven, dat door hun nog grote aantal jullie geest niet volkomen helder kon zien, maar als door een lichte nevel moest kijken. Daar echter deze geesten, die steeds het hardnekkigst de ware geest belegeren en hem in hun sferen willen lokken, meestal van zinnelijke liefde afkomstig zijn, hebben ze ook in zeker opzicht de grootste gelijkenis met de ware geest van zuivere liefde van God in onze harten. Ze zijn het moeilijkst van deze levenswoning weg te krijgen omdat ze, als geen andere soort van natuurgeesten, maar al te sterk aan het leven vasthouden. Hun grootste angst is het leven te verliezen, dat hun zoveel Zoet genot biedt.
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Deze hardnekkige natuurgeesten kunnen slechts door een buitengewone aantrekkingskracht van buiten af wat meer worden weggetrokken van de woning van de eigenlijke geest, bij welke gelegenheid deze ware geest dan zijn territorium weer wat kan uitbreiden en daardoor vrijer en meer verlicht kan worden. En kijk, zo'n uiterlijke aantrekking werd hier dan ook door deze danseressen bewerkstelligd. En jullie ware ik is daardoor veel vrijer en helderder geworden. Daarom heeft ook voorheen mijn verheven vriend tegen jou, broeder Jellinek, toen je dat dansen hier wel wat eigenaardig vond, gezegd, dat je hier niet zo zeer op het middel, dan wel op het goede doel moet letten. Nu heb je het duidelijk belichte, goede doel voor je! En daarom meen ik althans, dat je ook niets meer tegen het middel zult inbrengen.
Hoofdstuk 61: Het begrip van de danseressen. Strijd tegen onzuivere natuurgeesten in de mens. De trap naar de volmaaktheid. De allerhoogste - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De drie gaan dadelijk naar het raam en kijken naar buiten. Nauwelijks hebben ze echter een blik naar buiten geworpen, of ze deinzen huiverend terug. Jellinek neemt het woord en zegt: 'Maar broeders, in Gods naam, wat is dat nu! Zijn dat mensen, dieren of duivels? Nee, zoiets had ik in de buurt van dit huis niet verwacht! Daar zie je in een keer alle afschuwelijkheden van de smerigste, heidense mythologie, plastisch en daadwerkelijk bij elkaar! Ik smeek je, beste broeder, doe de deur van je huis toch op slot, anders lopen we gevaar dat deze beesten bij ons binnendringen en ons allemaal met huid en haar opvreten!'
Hoofdstuk 62: Bij het losbandige Weense gezelschap. Heilzame kuur voor deze wellustelingen. Robert moedigt hen aan om het huis binnen te treden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Vriend, in dit huis bevindt zich nergens een kerker, noch een keten, behalve die van de liefde! Wilt u zich deze niet laten welgevallen, dan kunt u net zo vrij weer naar buiten gaan als u bent binnen gekomen. Alleen moet ik er helaas aan toevoegen, dat het voor u een beetje moeilijk zou kunnen worden dit huis van liefde weer binnen te gaan. Want het zou heel goed mogelijk kunnen zijn dat dit huis uit uw gezichtsveld zou verdwijnen, zodra u de eerste stap naar buiten doet. U weet nu waar u aan toe bent. Maar u bent vrij en kunt doen wat u wilt.'
Hoofdstuk 64: De patheticus wordt door Robert terechtgewezen. De goedhartige heldin spreekt hem tevergeefs toe - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Na deze woorden gaat de heldin met nog enkele Weners snel naar Jellinek en Mij toe en begint direct het volgende gesprek met Jellinek: 'Nou, nou, meneer de dokter, nu had ik u toch bijna niet herkend. Grüsz Gott! Hoe maakt u het en wat doet u hier zoal?'
Hoofdstuk 65: De Weners en de onplezierige Bohemer. De heldin wendt zich tot Jellinek. Deze verwijst haar naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154  ...