17481 resultaten - Pagina 1143 van 1166
... 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 - 1142 - 1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154 - 1155 - 1156 ...
[6] Als dan zo' n kwaadaardige bewoner van het oude kasteel weldra merkt, dat hij de mensen door zulke loze spookverschijnselen heeft aangetrokken, dan is hij de bezweerders vaak terwille en toont hun door allerlei verschijnselen aan, waar zo' n schat is begraven; en dan gaan de mensen graven en vinden meestal niets, waardoor ze echter vaak niet wijzer worden, maar hun werk met nog grotere ijver voortzetten. Bij zulke gelegenheden gebeurt het dan, dat zo’n helse makker als een tijgerkat een prooi uitzoekt, die beetpakt en zich op alle mogelijke manier in zijn vlees indringt, wat het gemakkelijkst gebeurt via tot zich genomen spijzen of dranken, vooral als zulke naar schatten hunkerende werkers hun spijzen of dranken niet eerst in Mijn naam zegenen. Heeft zo'n boze spookgeest zijn doel bereikt, dan is gewoonlijk ook het spoken in zo'n oud kasteel afgelopen.Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Zou het niet beter zijn, als de kinderen dan toch speelgoed moeten hebben dat men hen speelgoed geeft dat een of andere betrekking heeft op Mijn jeugd op aarde? Daardoor zouden de kinderen een goede neiging ingeplant krijgen en ze zouden, als ze groter zijn, met plezier naar meer feiten en data vragen en naar alles wat hun speelgoed voorstelt en te betekenen heeft. Onder zulke omstandigheden zou dan een ware catecheet zeker een heel vreugdevol werk hebben in het aanleggen van een jonge wijngaard en hij zou ook weldra wonderbaarlijke vruchten oogsten.
Hoofdstuk 60: Over de speelduivel en de moderne opvoeding - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Hieruit volgt, hoe moeilijk of onmogelijk deze mensen verbeterd kunnen worden. Want bij hen gaan in volle ernst doop en oliesel verloren, zoals jullie zouden zeggen. Er zal in de wereld der geesten veel voor nodig zijn om zulke mensen op de levensweg te brengen, want voor zulke mensen - men gelooft het nauwelijks - is Mijn naam weerzinwekkend en Ikzelf ben voor hen zo goed als helemaal niets, hoogstens een armzalige moralist uit de oude tijd, wiens moraal nu echter geen waarde meer heeft, omdat men in Parijs een veel betere heeft uitgevonden.
Hoofdstuk 60: Over de speelduivel en de moderne opvoeding - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Als de ouders echter na zo'n doorstane ziekte van de kinderen, waardoor Ik hen te hulp ben gekomen, verstandig zouden zijn en het kind ordelijk en volgens vaste regels zouden behandelen, dan zou dat voor hen en het kind geestelijk en lichamelijk een goede zaak zijn.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Daarom neem Ik gewoonlijk van zulke ouders, die hun kinderen teveel verwennen, de kinderen af; meestal is dat het geval bij ouders die weinig kinderen hebben en daarom dikwijls klagen: 'Ik heb maar één kind, en dat is voortdurend ziek' of 'Mijn enig kind moest sterven, maar mijn buurman heeft een heel stel kinderen en die lopen half naakt rond, ze hebben geen verzorging, zijn kerngezond en er sterft er niet één.'
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Dat is zeer zeker waar, zeg Ik dan, omdat daar een goede reden voor is. Het enige kind zou teveel verwend worden en mettertijd helemaal dood zijn voor Mijn rijk, omdat zijn ouders dwazen zijn en een apenliefde hebben, waarmee ze hun kind voor de hele eeuwigheid zouden dooddrukken, als Ik net zo'n dwaas zou zijn als zij en hen het kind zou laten behouden als tijdverdrijf, opdat ze zich daarmee konden amuseren zoals ijdele stadsdames en kasteelvrouwen zich amuseren met hun papegaaien, hondjes en vogels.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Daar Ik met de mensen echter een hoger doel voor ogen heb dan alleen maar speelgoed te zijn voor domme onnozele ouders, blijft er natuurlijk geen ander middel over dan de kinderen regelrecht van de ouders weg te nemen en ze ter verdere opvoeding aan Mijn engelen te geven.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Laat de vader niet voor zijn zoon een mooiere jas maken dan hijzelf draagt? En de moeder gaat met haar dochters in de modezaken en zoekt uren lang kleding uit, waarin haar dochters des te beter uitkomen om daarmee 'veroveringen' te maken. Waarom veroveringen? Vernederingen zouden het volgens Mijn woorden moeten zijn, waarnaar de mensheid moest streven. Omdat het echter veroveringen zijn, is het goed dat er tirannen zijn; ja, ze zijn zelfs engelen, omdat ze de veroveringszucht zoveel mogelijk door belastingen en andere wetten de kop indrukken.
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] Het is voor zulke mensen van beider geslacht ook goed om gauw te trouwen; want de bronst van een driftkop is veel erger dan die van een zachtaardig mens. Naast dit natuurlijk dieet is het allerbelangrijkst dat deze mensen vaak bidden en geestelijke boeken lezen of, als ze zelf niet kunnen lezen, zich laten voorlezen. Dat zal hun ziel sterken en de boeien van hun geest los maken, die dan gemakkelijk geheel vrij wordt wanneer dergelijke mensen Mijn liefde grijpen. Want omdat deze mensen aan sterkere verzoeking blootgesteld zijn dan anderen, zijn ze juist daardoor des te dichter bij Mijn genade als hun verzoeking groot is. Juist deze mensen zijn het, waaruit iets groots kan groeien als ze op de juiste weg zijn geraakt, omdat ze de juiste moed in zich hebben. Uit deze mensen komen, geestelijk genomen, in Mijn rijk schepen en paleizen voort uit eikenhout en marmer vervaardigd; uit zwammen en riet komt niet gemakkelijk iets beters voort dan het in aanleg is.
Hoofdstuk 62: Het bestrijden van de toorn - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Wie laat de kinderen studeren? De ouders. Waarom? Opdat de kinderen iets zullen worden - En wat zullen de kinderen worden? Heel natuurlijk, als het mogelijk is altijd meer dan de ouders; want overal zegt men: 'Ik laat mijn zoon studeren, zodat hij later of een geestelijke of een ambtenaar kan worden en als hij een hoge ambtenaar of zelfs minister zou worden, of als geestelijke het misschien tot bisschop zou brengen, had ik dat het liefst.' Zo spreekt het gemoed van een vader en eveneens het hart van een moeder. Maar dat een vader zou zeggen: 'Ik laat mijn kinderen alleen maar studeren om nuttige kennis te vergaren en dan met verstandig overleg en profijt dat te worden wat ikzelf ben of misschien iets minder - maar goed en rechtschapen!', dat zal men niet vaak horen en nog minder Mijn woord: 'Wie onder u de eerste wil zijn, die zij de laatste en uw aller knecht. '
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Wat het schimpen en klagen over de geestelijkheid betreft, die klachten en schimpscheuten dringen niet tot Mij door. Ik heb het zo geregeld, dat iedereen Mijn woord kan vinden als hij het slechts wil.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] De mensen beleven veel vreugde aan de blinde ceremonie. Ze praten en schrijven hun mond en vingers stuk over de pracht van de kathedraal van Rome en andere zeer prachtige domkerken en besteden daarbij nog enorme sommen gelds voor het onderhoud en de aankleding en gewoonlijk onder het motto 'tot meerdere glorie van God'. Goed zo! Wie een ezel wil zijn, die moet in alle eeuwigheid er maar een blijven. Hoe zouden zo'n armzalige kathedraal en alle kerken op aarde mijn eer kunnen vergroten?
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Wie echter Mijn kracht en grootheid wil bewonderen, die moet naar de natuurlijke kathedralen gaan; ga naar de aarde zelf en kijk naar de zon, maan en sterren en je zult zeker genoeg zien om de almacht van God, je Vader, te erkennen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Zo'n spoorweg ligt, strikt genomen, net zo min in Mijn ordening besloten als de bouw van de toren van Babel. Maar deze torenbouw had ook zijn goede zijde. Het dreef de volkeren uit elkaar en bracht ze mettertijd tot de overtuiging, dat de mens ook op een andere plaats en niet alleen in Babylon kan leven en dat God overal Zijn zon laat schijnen en Zijn regen laat vallen. En zo hebben tenslotte allen, die door de torenbouw uit Babylon zijn verdreven, erbij gewonnen. Zo zal het ook met de spoorwegen gaan, daar zal tenslotte iedereen bij winnen. De hoofdaandeelhouder wint materieel, want hij plundert de beurs van anderen. Maar de anderen winnen aan inzicht en weldra aan menselijkheid; want als rijken tot bedelaars worden, worden ze zachte deemoedige mensen. De herbergiers langs de weg winnen ook, want ze verliezen het straatroversachtige en winnen aan menselijkheid. De boeren, over wier beste land de spoorbaan vaak wordt geleid, winnen ook. Want vroeger plaatsten ze op hun land vaak hekken en doornhagen en als een mens maar één stap op hun weiland had gedaan, dan werd hij mishandeld; nu is het echter goed, dat hij zo'n brede ijzeren weg op zijn grond moet dulden; hij wint nu aan geduld en menselijkheid - en dat is ook een grote winst. De reizigers winnen, want ze komen veel goedkoper en vlugger op de plaats van bestemming en leren tenminste in de spoorwagons dat ze niet meer waard zijn dan anderen, want iedereen betaalt dezelfde prijs. Maar niettegenstaande dat alles schim pen de mensen over de tuchtroede, die ze zelf met alle mogelijke middelen tot stand hebben gebracht. Maar als men het zelf gedaan heeft, moet men ook zelf de gevolgen dragen. Als herbergiers, voerlieden en soortgelijke handwerkslieden en de aandeelhouders menselijk worden, zoals het hoort, dan zal het er met de tuchtroede beter uitzien, want alles ligt in Mijn hand en Ik kan het zo vormen en veranderen zoals Ik wil. Ik heb gezegd dat Ik in dit werk geen welgevallen heb en zo is het ook; want Ik heb geen plezier in de tuchtroede. Maar omdat ze er nu eenmaal is, zoals de mensen haar wilden hebben, daarom zal ze nuttig zijn voor de goeden en ze zal de slechten tot een vloek zijn. Jullie kunnen er rustig gebruik van maken en Ik wil bovendien nog diegene zegenen, die er gebruik van maakt opdat de straatrovers hun volledige tuchtiging krijgen.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] De tempel te Jeruzalem was tijdens Mijn leven op aarde een volkomen afgodentempel. Van een Godshuis was zeker geen sprake meer; want Jehova was niet meer in de tempel, maar Hij kwam er zo nu en dan en onderwees daar.
Hoofdstuk 66: De ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Aarde en Maan