Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 116 van 1490

...  104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129  ...
[2] IK zeg: "Beste vriend, heb je in deze nacht dan helemaal niets gedroomd?"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: " Ja, ja, juist, ja, - van angst alleen al zou ik bijna die heerlijke droom vergeten zijn! Ja, als deze berg zo zou zijn als ik hem gisteren in mijn droom zag, dan zou het natuurlijk prettig zijn om hem nog wel duizend keer te bestijgen, maar een droom blijft een droom!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De HOOFDMAN begint zich heel behoedzaam van de grond op te richten en zegt: "Heer en Meester! Vóór alles wil ik U danken dat ik op deze hoogte nog leef! Hoe gemakkelijk zou ik door mij driemaal om te draaien, naar beneden in de diepte hebben kunnen storten en dan zou mijn armzalige leven in deze wereld voor goed beëindigd zijn! Maar ik leef nog, en wel op dezelfde plaats waar ik gisteren ging rusten, en dat heb ik alleen maar aan U te danken, en daarom dank ik U daarvoor ook uit de diepste grond van mijn hart! Ik vraag U echter tevens vurig, of U mij en alle anderen van deze ijzingwekkende hoogte behouden zou willen laten afdalen naar Genezareth, en wel zo snel mogelijk, want zolang ik mij in mijn hart nog bezig moet houden met de afdaling, kan er bij mij van opgewektheid geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Na deze woorden staat de HOOFDMAN eindelijk op, kijkt naar alle kanten, vindt eerst het plateau van de berg erg ruim geworden en zegt: "Ja, ja, ik zie werkelijk dat zich in de nacht wonderlijk grote veranderingen hebben voorgedaan, maar stap jij toch maar eerst op de nieuwe bodem, zodat ik me kan overtuigen of die echt betrouwbaar is!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Nu gaat de HOOFDMAN met kalme passen naar de rand aan de kant van Genezareth, en als hij de glooiende helling van de berg ziet zegt hij heel verbaasd: "Ja, de gehele berg is hier ook verschoven! Toen ik gisteren vanaf deze rand naar beneden naar Genezareth keek, leek het mij zo dichtbij dat ik het met een steenworp zou hebben kunnen bereiken, en nu ligt het ruim honderd veldwegen gaans hier vandaan, en we zullen een uur of zes moeten lopen om ons goede stadje te bereiken!
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Maar nu gaan wij naar Jarah, - die moet ons haar twee souvenirs laten zien! Want ik heb haar op de bodem van de zee, toen een hemelse geest het water er tot op de laatste druppel uithief, een mooie parelmossel zien oprapen en in haar schort doen, en ik zag ook de lichtende steen die zij uit een zonnewereld meenam, waar de hemelse geest haar gebracht had. Als die twee genoemde voorwerpen net zo werkelijk aanwezig zijn als deze vernieuwde berg, dan hebben we meer bewijzen dan we nodig hebben!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze woorden gaan de hoofdman en Ebahl naar Jarah en vragen haar de twee bewuste herinneringstekens te laten zien.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] JARAH zegt heel bescheiden: "Daar vind ik net zoveel aan als niets, en deze twee souvenirs hebben voor mij geen andere waarde dan die waarvoor ik ze meegenomen heb, namelijk als herinnering aan de onbeschrijflijke wonderdaden van God aan ons arme, zwakke en zondige bewoners van de stad en de omgeving van Genezareth.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De Heer zal niet steeds lichamelijk in ons midden blijven, zoals Hij het mij gisteren al heel duidelijk heeft gezegd, maar deze tekenen zullen ons in onze harten altijd heel levendig aan Hem doen denken en onze liefde voor Hem opnieuw aanwakkeren! - Dat vind ik.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar de Heer heeft nog een teken voor mij achtergelaten uit deze wondernacht, die voor mij eigenlijk de helderste dag was! Dit teken blijft ook zichtbaar en later onzichtbaar bij mij tot het na een bepaalde tijd, als ik daar waardig voor blijf, weer zichtbaar voor mij zal worden."
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: " Ja, lieve kleine Jarah, mijn geloof is nu vaster dan deze berg en mijn hinderlijke angst is met de hulp van de almachtige Heer ook voor altijd verdwenen, -daar kun je van verzekerd zijn! Maar jouw souvenirs zijn ook van onschatbare aardse waarde. Die mossel met haar inhoud weegt op tegen de waarde van geheel Jeruzalem, want zij bevat vier en twintig parels ter grootte van een klein kippeëi, waarvan er één al honderdduizend pond goud waard is! Maar welke waarde deze zeer harde, doorzichtige en mooier dan de morgenster lichtende steen heeft, daar is op aarde geen maatstaf voor! Kortom, je bent nu niet alleen geestelijk, maar in werelds opzicht het rijkste meisje ter wereld! Waarlijk, je bent nu nog rijker dan alle koningen en keizers van de wereld bij elkaar! Wat vind je daarvan?"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] EBAHL zegt, terwijl hij de engel van top tot teen monstert: "Dat is beslist een nog kostbaarder aandenken! Maar ik ben bang dat je veel te snel tot over je ogen en oren op deze echt te knappe jongeman verliefd zult worden; en als hij dan onzichtbaar wordt zul je van puur verdriet blind en doof worden!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De HOOFDMAN vraagt: "Waar is hij dan vandaan gekomen? Ik kan me niet herinneren hem ooit in Genezareth gezien te hebben en toch is hij in de klederdracht van deze plaats gekleed! Ik bewonder zijn zuivere, vriendelijke en tevens zeer zachte trekken! Zijn manier van doen heeft een zeer gracieuze charme! Hoe teer, zacht, rein en buitengewoon mooi gevormd zijn z'n voeten alleen al!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Die propere tot aan de knieën reikende broek, dat blinkende witte hemd en dat achteloos over zijn schouders hangende geplooide jasje van blauwe stof, staat hem ook zo bijzonder goed, dat men zich echt niets smaakvollers voor zou kunnen stellen, en het ronde hoedje op zijn hoofd siert zijn prachtige hoofd al helemaal op een onbeschrijflijke manier! Werkelijk, ik zou deze innemende jongeman niets kunnen weigeren! Hij zou ongestraft een keizerrijk van mij af kunnen nemen als hij mij daarvoor alleen maar lief had!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Nee, hoe langer ik deze mens beschouw, des te mooier en aantrekkelijker komt hij me voor! Zijn ouders zijn wel gelukkig te prijzen dat ze zo'n zoon hebben, en jij, lieve Jarah, kunt je voor zo'n geschenk wel buitengewoon gelukkig prijzen! Als er ergens ter wereld nog zo'n jongen te krijgen zou zijn, dan zou ik er echt al mijn schatten en landerijen voor over hebben!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129  ...