Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 116 van 1112

...  104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129  ...
[7] Bedenk vooral het volgende: Mijn woorden en lessen en daden zijn kostbaarder dan de weergaloos grote parels van Jarah, en zulke parels zijn er niet om voor de zwijnen te werpen! Wees daarom altijd op je hoede, want alles wat van boven komt is ook alleen maar voor diegenen, die ook van boven zijn gekomen! Voor honden en varkens is alleen het afval van de wereld goed, want een hond keert terug naar wat hij uitgebraakt heeft en het varken gaat weer in dezelfde poel liggen rollen waarin hij zich daarvoor al heeft gerold, besmeurd en helemaal vies gemaakt. Neem Mijn raad daarom van harte aan!"
Hoofdstuk 153: De afdaling van de berg. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De HOOFDMAN zegt, erg boos door de betiteling 'moederverkrachter': "Hé, vijand van alle mensen en God Zelf, matig je, want je hebt geen recht om in het bijzijn van God, jouw Heer, een oordeel uit te spreken! Als ik in de slaap, meegesleurd door mijn zinnen, gezondigd heb, dan heb ik alleen mijzelf, maar nooit jou in iets benadeeld. Ik geloof echter, dat God méér is dan jij, en Hij heeft mij nog nooit verwelkomd zoals jij, gemene leugenaar! Het is wel waar dat ik eens, toen ik veertien jaar oud was, gemeenschap heb gehad met mijn moeder, maar mijn moeder verleidde mij daartoe. Want ze verkleedde zich als een zinnelijke Griekse en droeg over haar gezicht, dat toch al erg knap was, een fijn Grieks masker, kwam 's nachts bij mij, liet mij al haar onweerstaanbare bekoorlijkheden zien en wilde mij hebben. Want mijn moeder was toen amper achtentwintig jaar oud. Toen ik als haar eerste kind geboren werd, was zij dertien en een half. Ik stond in Rome bekend als een der mooiste en aantrekkelijkste jongemannen, geen wonder dat mijn eigen moeder verliefd op mij werd en zich vermomde om van mij te kunnen genieten! Ellendeling! Ben ik dan een verkrachter van mijn moeder omdat ik als vurig Romein, die dacht het met een zinnelijke en zeer aantrekkelijke Griekse te doen te hebben, met mijn moeder gemeenschap had? Kan jij, blinde ezel uit de hel ooit iemand een moordenaar noemen, omdat hij, toen hij van het dak viel, tijdens zijn val een mens raakte en doodde?! - Zeg op, ouwe ezel uit de hel!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Bij God zijn alle dingen wel mogelijk, maar in dit geval geloof ik dat het ook de goddelijke almacht moeilijk zal vallen om deze geest tot berouwen boetedoening te brengen. Want als hij zijn vrije wil behoudt, verandert hij nooit; wordt hem zijn vrije wil echter ontnomen, dan bestaat hij niet meer en dan is er in de gehele oneindigheid geen satan meer. Maar hem met de grootst mogelijke kwellingen en pijn te willen verbeteren, is hetzelfde als water met een zeef in een lek vat scheppen! Volgens mij zou het verstandigste nog zijn, hem voor alle tijden der tijden pijnloos in de een of andere gevangenis op te sluiten, dan zou hij in ieder geval de levende mensen niet meer kunnen beïnvloeden!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Deze woorden troffen de genezen mensen in het hart en zij vroegen zich onder elkaar af, hoe Ik had kunnen weten dat zij hun ziekte merendeels aan hun geilheid te danken hadden. Zij werden bang voor Mij, omdat zij begonnen te denken: 'Hij kan nog meer van onze niet zo erg lofwaardige handelingen aan het daglicht brengen! Daarom gaan we maar!' -Daarop verlieten zij de kamer en gingen terug naar waar ze vandaan gekomen waren.
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Dat zijn nu echte hoerenhelden! Ze bedrijven alle soorten ontucht, en een echtbreuk is bij hen al een heel gewone zaak geworden. De vrouwen zijn bij hen van iedereen, en een maagd verkrachten is bij hen alleen maar een verzetje! Onder hen zijn echter ook knapenschenners en die, welke met maagden hun lusten op een onnatuurlijke sodomitische wijze botvieren, omdat zij zich zo willen vrijwaren van kwade besmettingen, maar waardoor ze andere nog ergere ziekten oplopen. Daarom heb Ik deze mensen zo hard ontvangen en ook weer weggestuurd, want alleen een hard woord kan hen nog enigszins verbeteren. "
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Ja,ja, je hebt gelijk, - maar alleen in die gemeente die Ik je heb aangewezen. Als je echter overal het door jou voorgestelde toepast, dan zul je meer beschadigen dan helpen! De medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en niet omgekeerd. Maar, zoals gezegd, bij de ge.noemde gemeente zal jouw medicijn tenminste het goede doel hebben, deze mensen het toegeven aan hun geilheid te vergallen. Maar de tuchtroede moet niet met toornige, maar met liefdevolle hand gebruikt worden!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De HOOFDMAN zegt: "Heer, dat is me nu helemaal duidelijk, maar toch ken ik uit mijn leven een bijzonder geval, waar alle liefde niets uitwerkte. Dat was het volgende: Bij de vele soldaten die onder mij staan was een jonge reusachtig sterke Illyriër. Zijn zwaard woog vijftig pond en hij hanteerde het toch met een gemak alsof hij een veertje hanteerde. Deze beroepssoldaat, die een pantser en een schild droeg, presteerde in een gevecht meer dan honderd andere krijgers. Tijdens de oorlog was hij daarom goed te gebruiken, - maar niet in vredestijd. Dan zat hij altijd vol streken, en er ging geen week voorbij waarin hij niet de een of andere nieuwe en ergerlijke ruzie veroorzaakt had. Ik behandelde hem steeds met liefde, toonde hem zo duidelijk mogelijk het kwade en schandalige van zijn geruzie en verbood hem dat moedwillige onrust stoken. Hij beloofde mij dan altijd zich te zullen beteren en bleef daarop ook een paar dagen heel kalm en bescheiden. Maar zoiets duurde nooit langer dan tien dagen, dan kwamen de klachten al weer van alle kanten en wij moesten natuurlijk de schade vergoeden. Vroeg men hem, wat ter wereld hem daartoe bracht, dan gaf hij altijd hetzelfde antwoord: 'Ik oefen mij in de krijgskunde en behalve de mens is daarbij niets voor mij veilig, en mijn zwaard moet op allerlei zaken uitgeprobeerd worden!'
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In geval van nood kun je met jouw gemeenten ook wel zo handelen, maar probeer het eerst met echte liefde en goede lessen. Want als de mensen tot het inzicht komen dat men hen alleen voor hun bestwil harde wetten geeft en het onverbiddelijk recht daarbij uitoefent, zullen zij daar geen aanstoot aan nemen. Als de harde wetten echter alleen maar voortkomen uit een tirannieke willekeur van de machthebber, verbeteren ze niemand, en maken op het laatst zelfs de engelen der gemeente tot duivels, die er alleen maar op uit zullen zijn om te bedenken hoe zij zich kunnen wreken op degene die hen steeds eindeloos en zonder enige aanwijsbare reden voor futiliteiten kwelt. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De HOOFDMAN zegt: "Ja, Heer, dat is mij nu zonneklaar, en ik zal nog vandaag een bode met mijn opdracht naar de daar aanwezige onderaanvoerder laten gaan, en morgen hebben die gemeenten er zich al aan te houden. Daarom zal ik mij nu enige ogenblikken naar mijn mensen begeven om dat meteen in orde te brengen.'
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Dan gaat de hoofdman snel weg, en verwondert zich hogelijk wanneer hij thuis komt en zich door zijn onderaanvoerders alles laat meedelen wat er inmiddels gebeurd is, en dan zijn opdracht voor de bovengenoemde gemeenten op perkament en in zijn handschrift geschreven op zijn werktafel vindt liggen. Hij leest hem snel door en ziet dat alles er staat zoals hij het zich gedacht had. Meteen laat hij een snelvoetige bode halen, en kijk, daar komt zowaar engel Raphaël in Romeinse soldatenkleding en biedt de hoofdman zijn diensten aan.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De hoofdman herkent de engel eerst niet en denkt dat hij een jong soldaat is, die misschien door Cornelius uit Kapérnaum bij hem is ingedeeld. Daarom vraagt hij hem of hij het wel aandurft deze verre opdracht aan de ondercommandant van Gadarenum op zich te nemen.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De hoofdman verbaasde zich nu niet meer over de snelheid van Raphaël, maar alleen daarover dat Raphaël nu toch een kwartier voor deze boodschap had nodig gehad.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Als de gescheiden persoonlijke polen zich echter uiterlijk raken, neemt hun kracht af en lijken ze op een wijnzak die steeds rimpeliger wordt naarmate men hem meer van zijn geestrijke inhoud heeft beroofd. Als je je echter een wijnzak voor zou kunnen stellen, die zelf steeds dat zou kunnen. produceren wat men eruit haalt, dan zou je op zijn oppervlak nooit die vouwen en rimpels ontdekken die zijn uiterlijk er zo oud doen uitzien. - Begrijp je dat goed?"
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Allen danken dan en beginnen flink te eten en te drinken, en de hoofdman kijkt steeds naar de engel terwijl die zich goed van de schotels bedient en zijn wijnbeker ook behoorlijk aanspreekt.
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Tenslotte kan de HOOFDMAN zich niet meer inhouden en zegt half schertsend: "Nou, nou, de zuivere geesten hebben echt een gezonde eetlust! Die beste Raphaël eet hier voor drie; nee, zoiets heeft de aarde toch nog niet beleefd!"
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129  ...