Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1155 van 1490

...  1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154 - 1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168  ...
[4] Mijn eigen hart was ook mijn rechter en had in zijn onreinheid rust noch hoop, maar slechts het mij zeker lijkende vooruitzicht op de eeuwige dood. Maar toen hielp de Heer mij uit mijn grootste nood, die mijn eeuwige dood zou zijn geworden. Mijn hart werd daarop gezuiverd door mijn sterke liefde tot Hem en kreeg ruimte om Zijn genade in zich op te nemen. Ik werd daardoor echter steeds zaliger! Dat zal zich ook allemaal aan jou voltrekken! En als je net als ik deze beproevingen ongetwijfeld goed zult doorstaan, zul je je ook al spoedig in de zaligste toestand bevinden. Verman je nu echter en spoed je samen met mij naar Hem, de enige die allen kan helpen!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] En juist in een dergelijke positie bevind ik mij nu tegenover U, 0 Heer; U, die de almacht zelf bent en ikzelf, de volslagen onmacht! Ik kan nu zeggen wat ik wil, maar het is desondanks aan U om te doen wat U wilt, omdat U de enige Machtige bent. Ik wil en kan dus om die wijze en verstandige redenen niets anders zeggen dan: 'Heer, Uw wil geschiede!' Ik zou me duizend dingen kunnen wensen, ik wil me echter helemaal niets meer wensen, maar me volledig onderwerpen aan Uw almachtige wil, of deze nu ten goede of ten kwade over mij beschikt. Zal hij mij kennelijk gelukkiger willen maken, dan is het goed; wil hij mij echter tot de hel verdoemen, dan zal ik ook naar de hel moeten gaan! Want de overduidelijke onmacht kan zich nooit verzetten tegen de almacht! Doe nu, 0 Heer, met mij wat U wilt; ik zal alles goed en rechtvaardig moeten vinden! Ik geloof hiermee mijn onmacht tegenover Uw almachtige en dus ook rechtvaardige eis voldoende te hebben aangetoond. U, 0 Heer, zult met mij doen wat in Uw vermogen ligt!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Kijk, Ik behandel Mijn kinderen niet zoals domme ouders dat doen. Deze willen hun kinderen vaak met gespeelde ernst flink afschrikken; zij merken dat echter al heel gauw en lachen in hun vuistje als hun ouders loze dreigementen beginnen te uiten. Ze worden daarop wantrouwig en slaan niet veel acht meer op de woorden van hun ouders. Maar dat is absoluut niet Mijn manier van doen! Bij Mij heerst overal de meest diepe, onwankelbare ernst, en het leven van een mijt moet in eenzelfde ernstige ordening behouden en geleid worden als dat van een engel. Ik ben als een steen van de grootste hardheid en zwaarte. Wie zich daaraan stoot, zal te pletter slaan. Degene, op wie deze steen valt, zal worden vermorzeld.
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Hier wendt Dismas zich tot Robert Blum en zegt: 'Beste, dierbare vriend, het is precies zoals ik al dacht! Met deze Jezus valt niet te praten en niets te beginnen. Hoe meer men zich voor Hem buigt en verdeemoedigt, des te barser en ontoegankelijker Hij wordt. Het gevolg daarvan is, dat men zich van Hem moet verwijderen en op alle mogelijke manieren gaat proberen van dit ellendige leven, waar men een God nooit om heeft gevraagd, af te komen; want bij zulk een getreiter heb ik lak aan zo'n vervloekt leven, dat alleen maar zou moeten dienen tot vermaak van zo'n goddelijke steekvlieg! Wel zie ik in dat mijn onmacht nooit iets zal kunnen uitrichten tegen de goddelijke almacht, maar danken zal ik de goddelijke tirannie nooit en te nimmer voor zulk een snertleven!
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik ben zo onderdanig mogelijk naar de Heer toegekomen en meende dat Hij me zodoende toch betrekkelijk goed zou opnemen, evenals deze Lerchenfeldse. Wat een verschil is er echter tussen haar en mij: zij wordt behandeld als een engel en ik als een verdoemde, en toch was zij evengoed een hoer als ik een hoerenloper was. Wie in zo'n handelwijze geen grillige willekeur van de Godheid ziet, moet geen ogen in zijn hoofd hebben. Op die vervloekte aarde is men een slaaf van zijn vlees en hier een allermiserabelst monster! En men zou God nog moeten danken voor zo'n mooi leven? Wanneer, in duivelsnaam, heb ik ooit God gevraagd om me een leven te geven? Waar zijn dan die eeuwige contractuele voorwaarden, onder welke de Godheid mij tot een zelfstandig wezen vormde?
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Wat voor jullie goed en aangenaam is in Mijn naam, is ook voor Mij bovenmate goed en aangenaam! Ja, Ik zeg jullie dat Ik zeer verheugd ben, dat deze geest is teruggewonnen, want er zijn maar weinig geesten van zijn soort. Hij heeft een Paulinische geest en behoort tot Mijn werktuigen tegen alle machteloze vijanden van Mijn hemelen! Zo hardnekkig als hij Mij eerst weerstreefde, zo standvastig zal hij van nu af aan in Mijn dienst staan.
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Iedere volmaakte geest heeft echter wel een grote eigen kracht, waarmee hij veel tot stand kan brengen, maar wat hij doet uit eigen kracht, wordt hem door Mij niet als verdienste aangerekend, omdat hij daardoor slechts een arbeider voor zijn eigen huis is. Wanneer hij echter Mijn kracht in zijn werken opneemt, werkt hij in Mijn huis en deze arbeid wordt hem als echte verdienste aangerekend. Daaruit kun je opmaken hoe men hier, in Mijn eeuwige rijk van het ware leven, moet handelen om zich voor Mij verdienstelijk te maken!
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Kijk eens broedertje tot waar jij bent afgegleden! Hoe zou je zelfs maar in een droom op het idee kunnen komen om ons hier deze, verder heel achtenswaardige mensengeest Jezus als de grote Godheid te willen opdissen? Kom en word weer de oude, schrandere kapitein Dismas!'
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De brave Max Olaf slaat met tranen in de ogen zijn handen ineen en zegt: 'O God, o God, hoe is het toch mogelijk dat een mens die toch in de Heilige Schrift heel goed thuis was, door pure zinnelijkheid zo'n brutale duivel kan worden! Wie had dat ooit kunnen denken? Nee, God voor zich te hebben, zijn eigen nietigheid in te zien en dan zo'n taal te bezigen! O Jezus, heilige, liefdevolle, waarachtige, beste Vader! Mij breekt het hart van verdriet, dat U door zo'n ellendige aardse worm zo schandelijk wordt miskend en beledigd, en dat nog wel hier voor ons, Uw begenadigde kinderen! 0 Heer, Vader Jezus, wreekt U zich toch op deze ellendeling, want hij vertrapt Uw zichtbare genade, die U hem wilt schenken, met echte satansvoeten en waagt het hier om U voor Uw aangezicht te trotseren!'
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Daarmee is Max Olaf volkomen gerustgesteld. Ik wend Mij daarop tot Dismas en zeg tegen hem: 'Beste Dismas, omdat je je nu in je hart helemaal volgens Mijn ordening hebt veranderd en je eindelijk eens volkomen voor Mij verdeemoedigd hebt, en nog wel voor al degenen, die kort geleden nog een doorn waren in het oog van je meegebrachte hoogmoed, zul je juist door deze zelfverdeemoediging ook tot grote en werkelijke eer komen! Daar bij Mij echter iedere eer enkel van een edele, goede daad afhangt, zul jij nu ook een goede en prijzenswaardige opdracht uit te voeren krijgen. Van het welslagen zal heel veel afhangen; het zal jou echter niet worden aangerekend of het je wel of niet gelukt, want bij Mij telt alleen de goede wil, een redelijke, op liefde berustende bedoeling en tenslotte een tot dit doel naar beste weten begonnen taak!
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Ik zal je nu bekend maken met de taak die je toevertrouwd wordt. Luister dus: je hebt daar op de achtergrond aan de noordzijde van deze zaal een gezelschap van je vroegere vrienden achtergelaten. Hun aantal bedraagt precies dertig personen, waarvan er tien vrouwen en de andere twintig mannen zijn. Deze zijn allemaal op aarde nog aanmerkelijk slechter geweest dan jij. Hun laaghartige handel en wandel is jou bekend en hun beweegreden niet minder. Ik draag hen nu aan jou over en geef je ook de volledige macht om te doen wat je wilt. Ga nu zo door Mij toegerust naar hen toe, probeer hen voor je te winnen en breng allen hier, waar Ikzelf dan de verdere weg voor hen zal bepalen. Gelukt je dat, dan zul je meteen met een erekleed getooid worden. Pak het werk echter vooral op de goede manier aan, anders zal het je veel moeite kosten.
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Dismas zegt: 'O Heer, de opdracht alleen al is te eervol voor mij, laat staan dat ik voor een eventueel succes nog met een speciaal erekleed zou worden getooid! Want zal mij deze mooie opdracht gelukken, dan zal dat geheel en al Uw werk zijn. Heb ik echter geen succes, dan zal dat een teken zijn, dat ik doorgaans te weinig vereend met U heb willen handelen. In dat laatste geval zal ik toch zeker wel onwaardig worden geacht voor een eregewaad! 0 Heer, ik zal met Uw genade zeker doen wat ik maar kan, en daarom vertrouw ik er ook vast op dat dit werk mij met Uw hulp zal lukken. Maar dan vraag ik U dringend mij daarvoor geen eer te betuigen! Laat het echter wel toe, 0 Heer, dat ik U met de gewonnen schare uit alle kracht zal loven en prijzen, want aan een zondaar zoals ik komt toch eeuwig geen onderscheiding toe.
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na enkele ogenblikken komt hij bij het gezelschap aan en wordt er zeer koel ontvangen. Dismas echter, die dit wel merkt, spreekt het gezelschap nu als volgt toe: 'Vrienden, zoals jullie op aarde waren, zo zijn jullie ook hier. Jullie vonden je ware vrienden lastig, maar daarentegen jullie ergste vijanden, die listig genoeg waren om jullie zand in de ogen te strooien en jullie daardoor te verblinden, des te aangenamer. Wie ooit met de waarheid naar jullie toekwam werd door jullie als vijand de deur gewezen, maar wie jullie wist te vleien, zoals een vos de kippen, werd door jullie warm begroet als jullie beste vriend. Zolang ik jammer genoeg met jullie op één lijn zat, respecteerden jullie mij en was ik jullie vriendschap waard. Omdat ik echter de Heer zij geloofd de leegheid van onze toestand inziend, mij van jullie afkeerde en me daarheen wendde waar eeuwige waarheid en trouw heersten en zo de weg betrad van licht en leven, om vervolgens naar jullie terug te komen om jullie allemaal op deze weg te brengen, ontvangen jullie mij koeler dan de koudste poolnacht de dageraad!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Deze woorden doen Dismas versteld staan en hij weet niet meer wat te doen. Ik leg hem echter in zijn hart, dat hij door zijn willen in Mijn naam een geweldige honger in hun magen moet leggen; dan zullen deze half doden wel meer en meer in het leven beginnen over te gaan.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[33] Bij deze woorden van Dismas staat het gezelschap versteld, en weet niet wat het nu moet doen.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1143 - 1144 - 1145 - 1146 - 1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154 - 1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168  ...