Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1159 van 1490

...  1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154 - 1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172  ...
[6] Wie zichzelf niet verdoemt, die verdoemen ook wij niet. Wie zichzelf echter vanuit de slechte liefde van zijn hart verdoemt, zal ook verdoemd zijn! Kort en goed, iedereen zal krijgen wat hij zelf wil. Wanneer hij dat dan krijgt, is dat toch het hoogste en het meest volmaakte recht, dat iemand ten deel kan vallen. Wij van onze kant zullen nooit nalaten allen naar hun bevattingsvermogen de juiste weg te tonen en hen door een juist onderricht naar het goede te leiden. Willen zij deze weg bewandelen, dat zal het hun goed gaan. Willen zij dat beslist niet, dan wordt hun daarom door ons geen straf toebedeeld, maar enkel dat, wat ze zelf willen. Ze hebben daardoor oordeel en straf in overvloed. Willen zij zich echter mettertijd, door hun lijden genoodzaakt, weer op de goede weg begeven, dan zullen hun nimmer belemmeringen in de weg worden gelegd.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie, dat is de ware, hemelse ordening van de zuivere liefde van Mijn hart! Deze ordening moet ook helemaal de jouwe worden, dan zul je zo volmaakt zijn als Ikzelf en zul je nooit een knagende leegte in je ingewanden voelen. Op deze wijze verzadigd en verlicht, zal het gemakkelijk voor je zijn al diegenen, die door jou hierheen zijn gebracht, uit eigen overvloed met alles te helpen waarbij zij ook maar een of andere hulp behoeven. Jij zult hen verzadigen en hun dorst lessen. De naakten zul je kleden, de gevangenen vrij maken. De treurigen zul je troosten en de armzaligen genezen; de blinden zul je zelf de ogen openen en de doven het woord des levens laten horen. Wend je nu weer tot je visjes en open voor eeuwig de ogen en oren van hun hart!'
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Wanneer hij zijn onderricht heeft beëindigd, zegt één van hen, die nieuw-katholiek is: 'Vriend, je woorden waren goed gekozen, maar waartoe dienen al deze diepzinnige theosofische frasen? Kijk, Mozes vertelt in zijn Genesis: Toen God aan Zijn scheppingswerk begon, was het nacht in de hele oneindigheid. En God sprak: 'Het worde licht!' En het werd licht in de hele eindeloze ruimte! Toen het heelal op deze wijze verlicht was, begon pas de almachtige Gods-geest, die over alle wateren en hun inhoud zweefde, deze wateren en hun chaos te delen en te ordenen.' Dat was werkelijk een volkomen wijze manier van handelen, een God waardig. Jij slaat echter met ons juist de verkeerde weg in. Zo sprak je veel en weloverwogen over Christus en Zijn alleen in Hem wonende Godheid, over Zijn liefde, goedheid en ontferming en eveneens over Zijn nabijheid. Maar wat hebben we eraan? Hoe kunnen wij beoordelen, of Hij het werkelijk is, als we geen ogen hebben om Hem te zien?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Een ander, die naast de vorige spreker staat, zegt sarcastisch en met ogen vol spot: 'Nou, nou, beste vriend, op deze manier ben je zelfs een hemelse vroedvrouw geworden! Jammer, dat de heilige paters redemptoristen op aarde zoiets nog niet hebben gehoord! Die zouden je misschien reeds als beschermheilige, onder de naam 'hemelse vroedvrouw', uit hout gesneden en verguld op een hoofdaltaar hebben geplaatst, en zouden zich, voor het lezen van enige goede missen ter ere van jou, een paar honderd zilverlingen hebben laten betalen voor het verkrijgen van een voorspoedige bevalling. Nee zeg, wat ben jij een pientere kerel! Je weet je uit iedere moeilijke situatie te redden!
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Zeg eens, wie kan er dan zijn eigen wil uitbannen en daarvoor in de plaats een vreemde wil in zijn ziel stoppen? Het is merkwaardig dat jij, als een ziende, niet inziet dat ik de wil van een vreemde onmogelijk anders dan alleen door mijn hoogst eigen wil tot de mijne kan maken. Zou ik echter helemaal geen eigen wil hebben, dan zou ik toch wel eens willen weten met welke wil ik datgene zou kunnen willen, wat een ander, wie dan ook, mij zou opleggen om te willen. Ik heb je altijd al voor een beetje dom gehouden, maar dat je zo ontzettend dom zou zijn, had ik nooit kunnen dromen! Nee, geen wil hebben en daarbij dan toch vastberaden willen wat een ander wil! Dat is nog erger dan iemand een landgoed schenken, terwijl men zelf niet eens de eigenaar van een slakkenhuisje is! Vertel me toch alsjeblieft, heb je deze wijsheid misschien opgedaan bij de H.Ignatius van Loyola, of heb je ooit je hersens bedorven met slecht gebakken schapenvlees?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Wanneer de zaken er echter inderdaad zo voorstaan, vragen wij allen jou om ons uit te leggen hoe het toch komt, dat, wanneer de leer van Christus dan toch goddelijk zou zijn, deze in de eerste plaats juist door hen, die haar goddelijkheid het diepst zouden moeten voelen, als van nul en generwaarde wordt beschouwd en op alle mogelijke manieren wordt misbruikt; waarop deze leer dan natuurlijk ook bij alle mensen die wat dieper nadenken, in diskrediet geraakt.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze duidelijk geformuleerde rede van onze lomperd wendt Bruno zich tot Mij en vraagt Mij om een goede ingeving, zodat hij de spreker en zijn metgezellen zo doeltreffend mogelijk van repliek kan dienen.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Na deze toezegging wendt Bruno zich weer tot de spreker en zegt: 'Vriend, als je echt geduldig en oplettend bent, wil ik bereidwillig gehoor geven aan je verzoek.' De lomperd zegt: 'Vooruit dan! Daaraan zal het noch mij noch iemand anders van ons gezelschap ontbreken, als je verhaal maar geen eeuwigheid duurt!'
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Ik denk dat dit toch duidelijk moet zijn? Maar jij vindt deze belangrijke waarheid slechts dom, omdat je de zaak opvat, alsof men zich eerst totaal willoos zou moeten maken, om pas dan een vreemde wil als de eigen werkende wil in zich op te nemen. Wie heeft je eigenlijk ooit zo'n leer gegeven? Ik weet even goed als jij, en misschien nog wel beter, dat men zonder wil helemaal niet kan willen wat een ander wil, want een mens zonder wil zou of een domme automaat, of eenvoudigweg een standbeeld zijn. Het is toch vanzelfsprekend, dat een mens zijn wil alleen zo kan laten overgaan in die van een ander, wanneer hij juist met zijn eigen wil die van een ander vastbesloten aanvaarden wil en zijn handelingen daarop instelt.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De wil is de arm van de menselijke behoeften. Wie derhalve zijn wil veranderen wil, moet eerst zijn behoeften veranderen. Is de traagheid bij de mens een overgeërfde behoefte, dan maakt deze behoefte van de ziel het noodzakelijk niets te doen. Is de bevrediging van zijn vlees de behoefte voor de mens, dan moet de ziel al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat het vlees verzadigd wordt. De mens heeft echter ook een hoger vermogen tot inzicht, waardoor hij beseft hoe schadelijk de grove behoeften zijn. Daarmee kan hij zulke onzuivere behoeften bestrijden, ze tenslotte totaal uitbannen en in hun plaats betere, d.w.z. goddelijke, plaatsen. Dat betekent dan zijn materiële wil voor een werkelijk goddelijke verruilen. Dat is echter wat ik van jullie in naam van de Heer verlang.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De lomperd zegt: 'Zou je eerder zo verstandig met ons hebben gesproken, dan zou ik je ook anders tegemoet zijn getreden. Je hebt echter voordien alleen maar zeer geleerd en orthodox tegen ons geredeneerd, zodat we je zelfs met de beste wil van de wereld niet anders hadden kunnen begrijpen. Het voor jou onaangename gevolg daarvan was, dat ik je daarom namens mijn talrijke broeders enkele 'complimenten' heb moeten maken. Ik neem ze echter weer terug, omdat ik uit jouw laatste corrigerende woorden heb begrepen, dat je toch niet zo simpel bent als ik dacht. Na jouw laatste toelichting staan de effecten er heel wat beter voor en we zien nu allemaal de noodzakelijkheid in van wat je hebt verteld over het geduld en het vervangen van de menselijke wil. Ja, ja, op deze manier zou het ook kunnen, al is het ook met veel moeite, want een oud paard laat zich niet zo goed dresseren als een jong paard, maar dat doet niets ter zake wanneer juffrouw geduld maar op de juiste plek zit!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De lomperd zegt verder: 'Dat wij mensen nu echter zo ongelooflijk dom zijn, vooral wat het christelijk geloof betreft, kan geen God ons kwalijk nemen! Want de hogere en de lagere geestelijkheid heeft met de lieve leer van Christus toch zo huisgehouden, dat het tenslotte zelfs de domste varkenshoeder moest opvallen hoe de dienaren van de heilige godsdienst, zelf in overvloed levend, de gedoopte aanhangers van de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk niets zozeer op het hart hebben gebonden als de lieve, hemelse armoede, liefde en geduld, en een onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, in de eerste plaats ten opzichte van de kerk en haar zogenaamde goddelijke dienaren, en vervolgens ook ten opzichte van de staat, voorzover deze de belangen van de alleenzaligmakende kerk diende!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Zelf ben ik vaak daarover in gesprek geraakt met heel eenvoudige lieden, die zulke gemene streken net zo beoordeelden en zeiden: 'De religie is niets anders dan een al in vroeger tijden slim bedacht middel om de arme mensen zand in de ogen te strooien en ze door het voorspiegelen van hemel en hel en fraai ogende bedriegerijen zo in toom te houden, dat deze dan uit vrees voor de hel of uit verlangen naar de hemel de arbeidsschuwe priesterkaste de beste hapjes moeten brengen, maar zelf armzaliger moeten leven dan de gemeenste kettinghond; natuurlijk alles 'tot meerdere glorie van God'! Waaruit dan overduidelijk zou blijken, dat er ofwel nooit een Jezus zou hebben bestaan, of dat hij toch onmogelijk Gods Zoon kan zijn geweest! Wanneer men de inrichting van de wereld, die zo ongeëvenaard wijs geschapen is, beschouwt en daarnaast de loffelijke grondbeginselen van de alleenzaligmakende rooms-katholieke godsdienst, volgens welke men helemaal zonder nadenken alles moet geloven, al is het nog zo dom en onlogisch, en als men daarbij nog moet beamen dat alleen de roomse leer de zuiver christelijke is, dan moet men toch inzien dat dezelfde God, die alles zo uiterst wijs heeft geschapen, onmogelijk zo'n leer kan hebben gegeven ter opwekking van de mens.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De spreker zegt: 'Wel, dat klinkt verstandig! Naar wat ik nu stilaan begin aan te voelen, zou het je zelfs nog gelukken om ons ook de Godheid van Christus begrijpelijk te maken. Ga maar verder, wat het is werkelijk interessant om je op deze manier te horen spreken!'
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Wat zouden jullie wel van de Godheid denken, wanneer bijvoorbeeld de zaken op aarde zo zouden zijn ingericht, dat op bepaalde mathematisch nauwkeurig afgetekende plaatsen slechts één bepaald soort vruchten, en op andere plaatsen weer een andere soort zou groeien? Zou een huisvader een andere dan deze soort vruchten op zo'n plek zaaien en daarop niets oogsten, hoe zou het er dan met zijn huishouding uitzien?
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1147 - 1148 - 1149 - 1150 - 1151 - 1152 - 1153 - 1154 - 1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172  ...