Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 117 van 120

...  95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120
[8] Pas door een bepaalde opvoeding wordt die verderfelijke stof opgeslagen in de lever en als zij daar eenmaal overvloedig aanwezig is, dan verwekt deze stof in zichzelf de zelfstandigheid van de woededuivel; maar als deze zelfstandig geworden is, neemt hij al gauw de hele ziel gevangen en trekt die binnen zijn bereik, waardoor dan de hele mens in korte tijd een formele duivel wordt.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Dit alles kan door een passende goede opvoeding van die kinderen worden vermeden; ook al is er bij de een of ander een grote aanleg daarvoor aanwezig, toch kan deze door een goede opvoeding met daarnaast ook een goed levensdieet zo geordend worden, dat mettertijd uit haar alleen maar iets goeds in plaats van iets verkeerds kan komen.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Daar Ik met de mensen echter een hoger doel voor ogen heb dan alleen maar speelgoed te zijn voor domme onnozele ouders, blijft er natuurlijk geen ander middel over dan de kinderen regelrecht van de ouders weg te nemen en ze ter verdere opvoeding aan Mijn engelen te geven.
Hoofdstuk 61: Het wezen en het gevolg van de woede - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Op een hoge toren in een stad liet een hertog een prachtige klok inbouwen. Omdat de toren achthoekig was, liet hij aan elk van de acht vlakken, die natuurlijk tussen de acht hoeken vielen, een wijzerplaat maken, opdat iedereen vanuit alle mogelijke plaatsen de juiste tijd kon zien en zo het uur van de dag op de minuut en seconde precies kon vaststellen.
Hoofdstuk 80: De torenklok. - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[51] (Geschreven vanuit Rome door Tychicus en zijn metgezel Onesimus, die beiden tot u gezonden zijn en eveneens tot de Kolossenzen.)
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[12] Terwijl hij zich te Graz als muziekdocent een eenvoudig bestaan verschafte, kreeg hij op zijn veertigste jaar vanuit de wereldstad Triest een betere levenspositie aangeboden, namelijk die van concertmeester van het stedelijk orkest aldaar. Reeds trof Lorber opgewekt voorbereidingen voor zijn verhuizing, toen er, kort voor zijn vertrek, iets zeer onverwachts gebeurde, dat aan zijn leven een radicale en beslissende wending gaf.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[12] Jullie moeten derhalve met deze jongen echt serieus redeneren, anders komen we niet van hem af! Jullie zult hem de profeet duidelijker moeten verklaren, en jullie zult ook alsnog moeten nagaan hoe het nu feitelijk staat met die wondere dochter van Joachim en Anna, die toen zij stierven al hun kapitale goederen toch maar aan de tempel hebben vermaakt! Eigenlijk is het zelfs zó gegaan, dat de tempel een en ander als zijnde een onbeheerd bezit op eigen gezag in beslag heeft genomen, als een soort van loon voor de opvoeding van hun dochter Maria.
Hoofdstuk 3: De vraag van de jeugdige Jezus aan de schriftgeleerden: 'Wie is de bedoelde maagd, en wie is dan wel haar zoon?' Het goede antwoord van een wijze schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] De vrouw mag daar bijna helemaal geen arbeid verrichten en wordt door de man gevoed en wel zo, dat de man zelf de spijzen van te voren goed doorkauwt en die dan vanuit zijn mond in die van de vrouw geeft, Zij komt alleen maar in noodzakelijke gevallen buiten de woning en komt bij vergevorderde zwangerschap van zijn schouders af. Een vrouw baart daar in haar leven maar twee keer, één keer 's nachts en één keer overdag, maar brengt steeds vier levende kinderen ter wereld en wel overdag vier mannetjes en 's nachts vier vrouwtjes. De kinderen kunnen dadelijk al lopen en de mannetjes worden er al dadelijk aan gewend vrouwtjes te dragen. Dat de kinderen vaak al jong sterven is een net zo natuurlijke zaak als op aarde. Ze worden pas door vreemde geesten in bezit genomen als ze honderd of meer dagen oud zijn.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Wat de naar de aarde toegekeerde kant betreft, die is met een goed vergrotende kijker al heel duidelijk te zien en ook neemt men waar dat de oppervlakte niet gelijkmatig vlak is, meer zeer bergachtig. Het verschil met de aarde is, dat er ten eerste geen watervlakten te zien zijn en ten tweede dat de gebergten niet zoals op de aarde straalvormig of ketenvormig vanaf de hoogste punten naar beneden uitlopen, maar alleen ringen vertonen die grotere of kleine vlakten insluiten. Er zijn ook wel een paar bergruggen die op de aardse lijken, zowel wat betreft de straal - als ketenvorm, maar deze zijn veel zeldzamer en de straalvormig uitlopende zijn eigenlijk geen bergruggen, maar een ononderbroken rij van kleine ringvormige wallen, waarvan de doorsnede nauwelijks meer dan 50 meter bedraagt. Zulke kleine ringwallen lopen dan met vele duizenden aan elkaar geregen in een rechte lijn door, en wel vanaf een of andere grote ringwal naar een andere toe - een grotere, een even grote of dikwijls ook een kleinere - en ze vormen op deze manier zoiets als straten tussen al de ringwallen. Als men een sterkere kijker neemt, dan zal men deze uitlopers ontdekken als licht glanzende stralen en zien hoe ze zich vanuit een nog helderder en ook hoger gelegen punt naar alle richtingen uitstrekken. Haar celvormige aaneenrijging heeft veel astronomen op een onjuiste gedachte gebracht; ze beweren daar vegetatie te hebben ontdekt, terwijl die toch op de hele naar de aarde toegekeerde kant niet te ontdekken is en ook onmogelijk ooit te ontdekken zal zijn, omdat die daar niet is. Dat zelfde is ook het geval met de nog zeldzamer voorkomende kettingvormige bergketens, omdat deze of zelf uit louter dergelijke ringwallen bestaan en als plompe suikerhoeden aan elkaar geregen op hun top kleine ringvormige verdiepingen hebben; of het kan zijn dat zulke aaneengeregen rotsachtige dammen een grotere vlakte omringen, die soms meer dan 50 mijl groot is en die zelf weer uit niets dan grotere en kleinere ringwallen bestaat, waarin zelfs nog stompe kegels met kleine, ringvormige verdiepingen voorkomen; ja, zelfs de kleine walletjes en hellingen van de kegels zijn vaak nog van zulke ringwalletjes voorzien.
Hoofdstuk 77: De oppervlakte en de geesten van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Welke eer bewijzen de wereldse mensen op aarde Mij en met wat voor lofprijzing betalen ze Mij de gepaste tol? Besteden deze wereldse mensen niet al hun zorg aan hun vuile lijf? Sommigen zijn altijd door bezorgd bezig om te bedenken met welke vodden ze de mesthoop van hun geest zullen omhullen. Weer anderen zijn bezig met te bedenken wat voor heerlijk eten ze wel niet zullen klaarmaken om dat dan daarna in hun maag, als de werkelijke arbeidsplaats van de dood, naar binnen te schuiven. Weer anderen zijn bezorgd over hun prachtige huis, over een schitterende inrichting, zachte stoelen en sofa' s, glanzende tafels en heel zachte bedden om daarin des te gemakkelijker, zowel overdag als 's nachts, te luieren en er nauwkeurig acht op te slaan, dat hun innerlijk meest geliefde vriend 'maag' toch niet een of andere beledigende druk of zelfs een iets pijnlijke kwelling zou ondervinden. Ook zijn deze vrienden van de maag heel erg bang voor zonnestralen, waarom ze dan ook zorg dragen dat niet teveel zonlicht door het raam naar binnen komt, waarom ze hun ramen dan ook met allerlei vodden behangen. Merken jullie niet dat zulke mensen hier al een flauwe verwantschap vertonen met de holbewoners op de maan, die, omdat ze zich niet meer zulke prachtige huizen kunnen inrichten en niet meer in staat zijn hun ramen met vodden te behangen, daarom voor de zonnestralen in hun holen vluchten en daarin ook tot laat in de middag blijven, net zoals de mensen op aarde die het zich gemakkelijk maken, zichzelf goed doen en die vanuit hun kamers in mooi beklede en verende wagens stappen om, naar hun mening, voor hun lichamelijke gezondheid wat passende beweging te nemen. En weer anderen hebben geen belangrijker werk dan zaken doen en met geld woekeren. En nog weer anderen hebben geen andere gedachten dan zich op te dirken, wat vooral door het vrouwelijk geslacht ijverig wordt betracht en wel met het rechtschapen doel een of ander onervaren jongmens daardoor voor de mal te houden en grof te bedriegen. Dit doet trouwens geen rechtschapen meisje, want als ze haar werkelijke innerlijke waarde erkent en daardoor ook de waarde van haar medemens, vraag je dan af, zou ze zich dan wel zo opdirken om iemand te bedriegen en te doen als de joden, die het slechte metaal oppoetsen om het als goud aan een of andere dwaas te verkopen? Ik zeg: dat zal ze niet doen, omdat ze erkent dat ze geen namaak, maar echt goud is, waarvoor ook geen dwaas maar een verstandig mens nodig is om dadelijk te erkennen dat het goud is en het voor de juiste prijs te nemen. Zie - Ik zou nog heel veel meer over wereldse mensen kunnen vertellen; maar het is ter verduidelijking van de zaak niet nodig.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dat jij ons vanuit dat dweepzieke Galilea die geschiedenis nog eens opnieuw voorschotelt, verwondert mij overigens helemaal niét, want Galilea is altijd al een land van fantasten geweest. Dat is dan ook de reden dat het al in vroeger tijd een land werd genoemd, van waaruit nooit een echte profeet kan opstaan !
Hoofdstuk 5: Rede van de overste van de synagoge te Bethlehem en het antwoord daarop van de jeugdige Jezus. Mislukte poging van een oude, trotse farizeeër om de zaak in de war te sturen. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[17] De jonge woordvoerder antwoordde: 'Beste plaatsvervangend hogepriester, chef en begunstiger, zoiets is in Galilea niets bijzonders! Iedereen in Galilea zit in de handel en komt in aanraking met alle naties van de wereld, waarbij op alle gebied allerlei ondervinding wordt opgedaan; men leert verscheidene talen en heeft omgang met Grieken, Armeniërs, Egyptenaren en talrijke andere volkeren. Daarom is het dan ook heel begrijpelijk dat niet zelden in steden, dorpen en vlekken van Galilea kinderen worden aangetroffen met een verstand, dat ieder van ons die vanuit Jeruzalem daarheen trekt in stomme verbazing brengt!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[38] Maar, ook daaraan is niet zoiets als een persoonlijke boze geest met de naam Beëlzebub schuldig, maar veeleer een verkeerde, ja slechte opvoeding van hun kinderen, reeds van de wieg af aan! Lieden die op een dergelijke manier zijn opgevoed, kunnen zich van een almachtige en alwijze God geen voorstelling maken, terwijl zij nog ver achter liggen op beschaafde volkeren in alle overige soorten van kennis en wetenschap, zodat zij door deze laatsten dan ook vlug en gemakkelijk kunnen worden overwonnen.
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[10] Alleen een jongere, er wat menselijker uitziende schriftgeleerde tekende daartegen protest aan door te zeggen, dat zulks nog geenszins op een slechte opvoeding behoefde te duiden; met name daarom niet, omdat in Galilea de kinderen vroeger rijp zouden zijn dan in het decadente Jeruzalem. Daar zag je niets anders meer dan luxe en grote verwennerij van kinderen, hetgeen onnatuurlijk was. Hij wilde er wel voor instaan dat Ik een beter antwoord verdiende, want hij was de mening toegedaan dat Ik best al volledig op de hoogte kon zijn met alle betrekkingen van menselijk leven. Hij pleitte ervoor dat de andere jongens alleen eerst verwijderd moesten worden, waarna dan met Mij op normaal volwassen wijze zou kunnen worden gediscussieerd.
Hoofdstuk 2: De van Gods Geest vervulde Jezus in de tempel. Het offer van de oude Simeon. De openingsvraag. Toespraak van een jongere schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[15] Je zult dus zeker wel inzien, beste jongen, dat het heus wel goed zit met die geboortegeschiedenis te Bethlehem, die inmiddels al nagenoeg helemaal vergeten is; met betrekking tot de te verwachten Messias althans zeker! Denk alleen maar eens aan de wijze, waarop David Hem heeft aangekondigd, en wat er zoal zal moeten gebeuren wanneer de Grote Koning der Ere vanuit de hemelen zal afdalen naar de joden; en bedenk ook maar eens, dat alle joden ongetwijfeld reeds jaren tevoren zullen worden opgeroepen om datgene in het werk te stellen, wat de grote koning David heeft aanbevolen te doen om ons voor te bereiden op die eigenlijk ongelooflijke komst van de Allerhoogste God!
Hoofdstuk 2: De van Gods Geest vervulde Jezus in de tempel. Het offer van de oude Simeon. De openingsvraag. Toespraak van een jongere schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
...  95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120