Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 117 van 278

...  105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130  ...
[9] Toen de mensen evenwel in de loop der tijd waarde begonnen toe te kennen aan de materie vanwege haar glans en schone schijn, gingen ze over in het gericht ervan, werden geestelijk blind, hard, hebzuchtig, gierig, leugenachtig, twistziek, bedrieglijk, hoogmoedig, boosaardig en oorlogs en veroveringszuchtig, en vervielen daardoor tot afgoden en heidendom en bijgevolg ook tot de eigenlijke hel; waaruit ze zonder Mij niet verlost konden worden.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als jouw ziel uit Mij maar zuiver en sterk is, dan kan zij zich in de ergste vereniging van duivels bevinden, zonder dat die haar ook maar enige schade kunnen toebrengen. Want een zuivere en uit Mij sterke ziel bevindt zich temidden van talloze legioenen persoonlijke duivels toch geheel en al in het rijk der hemelen, die niet bestaan uit uiterlijk vertoon, maar inwendig in het hart van de volmaakte ziel, want zó wordt de ziel tot een op Mij gelijkende schepper van haar zaligste woonplaats, waar eeuwig geen persoonlijke duivel zal kunnen binnendringen.
Hoofdstuk 36: Waar de persoonlijke duivels zich bevinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Aangezien Ik jullie nu echter ook de woonplaatsen van de slechte en kwaadaardige zielen, die eigenlijk de persoonlijke duivels zijn, heb aangegeven, moeten jullie die mijden, wanneer jullie je nog ook maar enigszins zwak voelen; want op zulke plaatsen dreigt voor iemand die zwak is nog altijd gevaar! Wie zich, terwijl hij nog zwak is, in een gevaar begeeft, komt ook gemakkelijk om in het gevaar, of hij komt er althans niet gemakkelijk zonder schade vanaf
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wee allen die wereldbelust zijn en Mijn wil weerstreven! Want deze aarde is een wieg voor Mijn kinderen, en die worden niet bekwaam zonder de tuchtroede; en als zachtere waarschuwingen niets helpen, dan zullen er scherpere en zeer ernstige gehanteerd worden, wat dan Mijn zorg zal zijn. Maar nu moeten we nog een deel van jouw vraag afhandelen!'
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Weliswaar hebben ook Daniël en Jesaja daar in duistere beelden over gesproken, en Uzelf hebt twee volledige hoofdstukken van Jesaja verklaard, die daarnaar verwijzen, evenals de zekere ondergang van Jeruzalem; maar over een bepaalde tijd hebt U daarbij niets speciaals te kennen gegeven. Aangezien wij echter nu al zo veel van U hebben gehoord, zou U daarover, en met name over het laatste gericht over de heidenen over de hele wereld, ook iets naders kunnen meedelen, evenals over van welke aard het gericht zal zijn en welke tekenen daaraan vooraf zullen gaan. Want zonder bepaalde waarschuwingen laat U nooit een gericht over de mensen komen.'
Hoofdstuk 39: Over ruïnes waar geesten spoken (30.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Wie volgens Mijn leer een spoedige en volledige wedergeboorte in de geest van zijn ziel verlangt, dient een zo kuis mogelijk leven te leiden en zich niet te laten bekoren en verleiden door het vlees van jonge en volwassen vrouwen; want dit trekt het leven van de ziel naar buiten en verhindert daardoor ten zeerste het ontwaken van de geest in de ziel, zonder welke echter geen volledige wedergeboorte van de ziel in haar geest voorstelbaar of mogelijk is!
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] En daarmee heb Ik jullie nu de volle en gemakkelijk te begrijpen waarheid over het grote gericht van het nieuwe en oude heidendom getoond. Maar ten behoeve van de mensen zal Ik jullie later nog een beeld geven dat jullie dan ook aan de mensen kunnen meedelen, evenwel niet zonder de juiste verklaring. - Laten we nu dit ochtendtafereel rustig verder bekijken!'
Hoofdstuk 46: Het gericht van het heidendom (8.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei tegen hem: 'Wat voor jullie geschapen werd behoort jullie ook toe en jullie kunnen het dus ook zonder betaling van een geldbedrag meenemen. Bovendien zul je toch al genoeg armen van hier met je meenemen naar Rome en ze daar goed verzorgen, en dan zijn die bekers in materieelopzicht slechts een heel kleine beloning voor wat jij ter wille van Mij doet. Neem daarom alles wat zich aan aardse kostbaarheden op jullie tafel bevindt! Maar beschouw het niet als een werkelijk loon voor alles wat je uit liefde voor Mij voor de vele armen en verdrukten doet; want jouw loon daarvoor zal er reeds op aarde, en bovenal aan gene zijde in Mijn rijk, heel anders uitzien.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Omdat je dat gedaan hebt, zal het heil ook niet ver van jou en je huis blijven! Maar toch eis jij zelfs ook tol van de inwoners, wanneer er te weinig vreemdelingen naar Jeruzalem komen; en wanneer er vreemdelingen komen, dan eis je naar willekeur veel meer dan volgens de wet vastgesteld is. Maar dat heb Ik werkelijk niet onderwezen, en een dergelijke handelwijze heeft in de verste verte niet te maken met naastenliefde, die Ik iedereen vooral op het hart gedrukt heb. Als je echter de daadwerkelijke naastenliefde niet bezit, dan ben je ver verwijderd van Mijn rijk; want het pure geloof zonder de werken der liefde is dood, en degene die zo'n geloof heeft dus ook. Verander daarom je handelwijze, anders zal er weinig heil voortkomen uitjouw geloof in Mij!
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen we ons in de reeds genoemde zaal bevonden en een plaats gezocht hadden om enige rust te nemen, liet Lazarus brood en wijn op tafel zetten met het verzoek om ons daar enigszins mee te sterken. Dat deden wij dan ook bepaald zonder tegenzin, omdat we een beetje moe geworden waren van de kleine tocht. Die moeheid echter was werkelijk nauwelijks het vermelden waard; maar omdat de Romeinen de wens te kennen hadden gegeven om ook het erfgoed van Lazarus, dat uitgestrekt was, nader te leren kennen, was een kleine lichamelijke versterking vooraf helemaal op zijn plaats. Wij namen dan ook het brood en de wijn, nadat Ik beide tevoren gezegend had, en aten en dronken heel welgemoed.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een dergelijke reden is bijvoorbeeld de algehele verdeemoediging en vernedering, zonder welke ook een hogere geest zich niet met het vlees van de levensproef kan bekleden en vervolgens weer in het meest vrije en zelfstandige leven kan overgaan of terugkeren; en ook dat weerspiegelt deze aarde.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Zoals jullie nu uit deze beschrijving zonder meer duidelijk hebben moeten begrijpen waarom Ik op deze en geen andere aarde het menselijke vlees heb kunnen aannemen, zullen jullie ook het volgende nog helder kunnen begrijpen en inzien.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daarop zei Ik tegen de schriftgeleerde: 'Je hebt volkomen juist geantwoord. Doe dat, dan zul je leven! Want het juiste te weten geeft en brengt op zichzelf niemand het eeuwige leven. Kennis is zeer zeker noodzakelijk, omdat men zonder kennis als een blinde zonder geleide langs de weg zou staan; als de blinde echter door de kennis ziende is geworden maar vervolgens niet verder wil gaan op de weg, dan is zijn licht hem tot weinig of geen nut. Wie niet weet wat hij moet doen en het dus ook niet kan doen, heeft ook geen zonde als hij het goede niet doet; maar wie het goede kent en niet doet, hoewel hij weet dat het goed is, die heeft de zonde!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Uit dit gemakkelijk te vatten beeld kunnen jullie nu wel afleiden van welke aard het hart in zijn bestaansgrond is en moet zijn, om aan het hele lichaam leven te kunnen verschaffen. Dat het hart bovendien nog een zeer uitgebreide, buitengewoon kunstige en uiterst wijze organisch mechanische inrichting heeft en moet hebben voor het verder overbrengen van het daarin ontwikkelde leven, dat spreekt ook zonder verdere verklaring vanzelf; want wanneer iets verder gebracht moet worden, moeten voor dat doel ook goed gebaande wegen bestaan en de middelen om het over te brengen aanwezig zijn. Voor het belichten van ons onderwerp hebben wij evenwel voornamelijk alleen de beide kamertjes nodig, en daarvan eigenlijk alleen het beamende positieve kamertje.'
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De Romein zei: 'Ja, ja, Heer en Meester, afgaande op de verklaring die U nu hebt gegeven kan het onmogelijk anders zijn dan precies zoals U het ons nu uiteengezet hebt. Begrijpen kunnen wij het weliswaar nog lang niet voldoende; maar wij geloven het zonder enige twijfel, omdat U als de eeuwige Waarheid en Wijsheid Zelf het aan ons hebt laten zien, zoals het is en moet zijn. Want U als de Schepper van alle dingen moet toch wel het beste weten, hoe en in wat voor orde Uw werken geschapen zijn, en welk doel het een en ander moet dienen. Hoe het zodoende gesteld is met dergelijke dingen van Uw eeuwige orde, die aan ons mensen tot nu toe in het geheel niet geopenbaard waren, kunnen wij alleen maar vernemen doordat U dat aan ons openbaart, en wij geloven alles wat U ons zegt, ook al zijn wij niet in staat om met ons verstand en nog minder met onze zintuigen in de volle diepte van Uw wijsheid door te dringen. Wij danken U voor deze meer dan grote openbaring.
Hoofdstuk 58: Wat de Romein begrepen heeft van de uitleg van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130  ...