Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 117 van 1088

...  105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130  ...
[5] Door Mijn woorden is Cyrenius nu heel benieuwd geworden naar wat het Romeinse soldatenschip zal brengen. Omdat het echter door tegenwind ons niet helemaal kan bereiken, bedenkt Cyrenius of het niet raadzaam zou zijn om dichter naar het Romeinse schip te sturen.
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar IK zeg: "Helemaal niet, want we zullen er nog snel genoeg mee te maken krijgen, en dan zul je nog gelegenheid genoeg hebben om alles wat je aangaat in geuren en kleuren te weten te komen. Voor het moment kijken we heel kalm naar de visvangst!"
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Toen Cyrenius dat hoorde was hij tevreden gesteld en keek heel gemoedelijk toe, toen de vissers het grote net in de zee begonnen uit te zetten. Het vulde zich zo snel met grote vissen, dat men genoodzaakt was naar de oever te varen. Toen wij na ongeveer een half uur aan de oever kwamen, op de plaats waar zich de in de zee omheinde grote visvijver bevond, werd aan alle zijden het grote net tegen de omheining van de vijver getrokken. In het net was zo'n groot aantal grote en prachtige exemplaren, dat al Mijn leerlingen, Marcus met al zijn kinderen en zelfs de bedienden van Cyrenius, ongeveer anderhalf uur bezig waren om al de gevangen vissen uit het net in de omheinde zeevijver te doen.
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zei tegen hem: "Vriend, je bent nu erg dankbaar voor deze door Mij aan jou bewezen weldaad, maar vandaag wanneer het Romeinse schip hier landt, zul je nog een ander geschenk krijgen! Dat geschenk zal echter niet uit vissen of uit goud en zilver bestaan, maar zuiver uit Mijn woorden, die je de weg naar het eeuwige leven zullen banen. Schenk daar met je gehele huis aandacht aan, dan zal het licht en helder in je ziel worden voor nu en voor de eeuwigheid! -Heb je Mij goed begrepen?"
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De zonen van Marcus hadden amper het net te drogen gehangen aan de voor dat doel op de oever verstevigde staken, of het grote Romeinse schip was al zo dicht bij de oever, dat men met de bemanning kon spreken. Zij verzochten de zonen van Marcus dringend om met een paar bootjes naar het grote schip te komen en de reizigers aan de oever te brengen, omdat het schip zelf door zijn grote diepgang niet helemaal aan de oever kon komen. De zonen deden dat meteen, en Mijn leerlingen verbaasden zich niet weinig toen zij tussen de vele Romeinse soldaten en andere burgers ook hoofdman Julius en vervolgens zelfs Ebahl met Jarah ontwaarden.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Ook Ebahl en Jarah bevestigden de woorden van Julius en vertelden dat zij juist vanwege deze zeldzame wonderdoener een reis naar Sidon maakten, om hem zo mogelijk daar nog een keer te ontmoeten, omdat de dochter zo naar hem verlangde. Cyrenius deed erg verwonderd, dat zo'n jong, zo gezien pas dertien of veertien lentes tellend meisje al zo verliefd was, waarbij hij tevens opmerkte, dat er al zo'n bijzonder aantrekkelijke en knappe jongeman steeds bij haar was. Het was dan toch des te onbegrijpelijker, dat een meisje met zo'n tere schoonheid, in het gezelschap van zo'n knappe jongeman, toch nog stervensverliefd kon worden op een zekere, toch al wat oudere, menselijke Zeus.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: " Ja, ja, verheven gebieder, zo is het helemaal. Ik voor mij kan er ten minste nooit zo erg uit wijs worden wie er uiteindelijk helemaal gelijk heeft. Het geheel blijft meestal onbeslist. Van de een of andere positieve leer is nooit sprake. De jonge geest probeert alleen maar verwarring in de begrippen van de leerling te stichten, en die moet die dan uit zichzelf zo goed mogelijk weer in orde brengen. Van hulp is al helemaal geen sprake, en daarom blijft het uiteindelijk altijd onbeslist. Wil de leerling de tegenwerpingen van zijn rabbi helemaal ontzenuwen, dan moet hij wel met zulke onwrikbare tegenargumenten komen, dat de rabbi niet meer naar links of rechts kan. Dat betekent dan dat de leerling helemaal gelijk heeft, maar zonder zulke tegenargumenten heeft de leerling steeds ongelijk -ook al klinken zijn beweringen nog zo overtuigend! Oh, mijn Jarah heeft haar rabbi al heel erg in het nauw gebracht. Hij zou er op het laatst zelf niet meer uitgekomen zijn als het meisje hem niet geholpen had, zoals hij zelf toegaf.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] EBAHL zegt: "Verheven gebieder, beslist niet terwille van het aanzien en het hoge ambt van Romeins burger, maar alleen voor de vrijheid die aan ieder Romeins burger gegeven is, neem ik uw voorstel aan! In mijn hart zal ik wel altijd een echte Jood blijven, -want men kan zich niet te weer stellen tegen de heilige overtuiging, dat het echte oude en ware Jodendom waarachtig uit de hemelen naar de mensen kwam, en dat alleen daarin het heil te zoeken en te vinden is. Maar ten opzichte van de buitenwereld wil ik net zo'n Romein zijn als iemand die midden in Rome uit een onbesproken Romeinse geboren is."
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Bij het huidige transport van misdadigers naar Sidon zitten juist weer een paar opruiers, die heel zeker door de tempel voor hun werk betaald zijn. Het is wel zo, dat de schatplicht alleen in enige vorstendommen van KanaƤn erg zwaar is, en dat de tempel alleen maar daar rechten heeft, waar Rome er schijnbaar nog achter staat. Maar de tempelpriesters stellen zich daarmee niet tevreden, overtreden de wet door valse oorkonden te tonen alsof deze nieuw uit Rome komen, en dwingen de Romeinse burgers op z'n minst de tiende te betalen. Ik heb vanmorgen nog de tiende van de vis af moeten geven, omdat ik anders alle mogelijke moeilijkheden met hen gekregen zou hebben.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Bij de wereldse rabbi's is en blijft de leerling lichamelijk en geestelijk altijd een slaaf van zijn rabbi, want hij kan alleen maar datgene leren wat zijn vaak lichamelijk en nog vaker geestelijk kreupele rabbi zelf kan en weet. Of het nu verkeerd of goed is, daar mag een leerling, wil hij geen straf krijgen, niet naar vragen! Waarom zal zo'n opgeblazen wereldse rabbi zich bekommeren om de geestelijke aanleg en kunde van zijn leerling?! Er is alleen maar sprake van: Vogeltje, eet of sterf! Kortom het onderwijs van deze tijd lijkt precies op een helm die op alle hoofden past, en een bed waarin alle mensen prettig moeten slapen! Reus Goliath zou raar opkijken als men hem een wieg als rustplaats aanwees!
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] EBAHL zegt: "Verheven gebieder! Kijk eens naar onze meisjesscholen! Hoe zijn die vertegenwoordigd? Werkelijk, verheven gebieder, dat is toch voor de mensheid een grote schande! Daarom vind ik: Een goede meisjesschool zou erg wenselijk zijn. Want een moeder, een wezen dat alleen maar uit een meisje kan ontstaan, is toch altijd de eerste en voortreffelijkste lerares voor de kinderen. Als zij geest, hart en hoofd op de juiste plaats heeft, zoals men dat zegt, dan zullen ook haar kinderen hun gebouwen zeker niet op het zand van de zee bouwen en voortaan nauwelijks op een dwaalspoor gebracht kunnen worden. Maar als de moeders, zoals het tot op heden jammer genoeg maar al te vaak het geval was, vaak nog dommer zijn dan een regenworm, dan is er van het moederonderricht heel weinig of helemaal niets te verwachten! - Zeg mij, verheven gebieder, of ik daarin ook gelijk heb of niet!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] JULIUS zegt: "O zeker; want de waarheid ligt niet in het vuur, maar slechts in het zachte licht ervan, en daarom ben ik sinds ik Hem ken ook veel zachter en meegaander geworden. Oh, kon ik toch nog eenmaal in mijn leven Hem ergens ontmoeten!"
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Julius staat meteen op en loopt met enige onderaanvoerders naar de oever, die ongeveer vijfhonderd passen van de woning van Marcus af lag. Als hij daar bij de aan de oeverpalen vastgebonden misdadigers komt, beveelt hij de soldaten om de misdadigers nog vaster aan de palen te binden. Pas als de soldaten dat met touwen en kettingen gedaan hebben, zegt Julius tegen de vijf roofmoordenaars wat zij de volgende dag vanaf 's morgens vroeg kunnen verwachten! Op dezelfde wijze deelt hij de zeven politieke misdadigers de harde tuchtiging mee.
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Als de vijf roofmoordenaars dat oordeel horen, beginnen ze te jammeren, te beven en te vertwijfelen, en roepen dat men hen liever meteen kon doden, want zo'n pijnlijke straf zouden zij onmogelijk kunnen verdragen! Ook de zeven roepen om genade en barmhartigheid. Maar Julius gaat meteen weg en luistert noch naar het afgrijselijke gehuil van de vijf roofmoordenaars, noch naar de zeven andere misdadigers.
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, ik heb de Heer toen Hij naar ons toekwam, het eerst in mijn hart herkend en ik houd boven alles van Hem, Ja, als HIJ nu van mij zou verlangen voor Hem te sterven, zou de dood een verkwikking voor mij zijn! Want ik weet en voel duidelijk, dat de liefde tot Hem nooit in der eeuwigheid sterven kan, omdat het haar onmogelijk is een zonde te begaan, en dat is de echte dood van de ziel. Als de ziel van de mens echter dood is, dan is ook de gehele mens dood. Bedenk dat wel, oude man want ik kom uit de school des hemels, die de liefde en de waarheld en het leven is. Wat ik je nu gezegd heb, is een hemelse les, en je kunt haar daarom beter goed in je opnemen!"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130  ...