Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1167 van 1490

...  1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180  ...
[15] Dismas zegt: 'Het ontbreekt jullie allen verder aan niets meer. Zeg daarom tot de hele menigte dat zij hun ogen openen en naar de openstaande deur kijken, waardoor men vanuit deze zaal in de aangrenzende grote levenszaal komt. Daar staat Hij al met uitgespreide armen om jullie allen op te nemen in het grote rijk van Zijn genade en erbarmen!'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Bij deze woorden van de generaal richten allen hun ogen naar de grote zaal deur en wanneer zij Mij daar zien, vallen zij meteen op hun knieën. Allen bidden, loven en prijzen Mij zo goed als het gaat bij deze van alle cultuur verstoken zielen, die hier een nog zeer onbedorven geest tot woning dienen en daardoor in deze toestand meer gevoels- dan verstandsleven verraden. Ik laat hen een poosje in deze hartverheffende toestand, opdat zij in hun innerlijk wat tot rust kunnen komen.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Na deze uitleg krijgt de generaal al spoedig meer moed, nadert Mij met grote eerbied en zegt: '0 Heer, vergeef mij en ons allen onze grote vrijpostigheid, waarmee wij het wagen Uw heiligheid in het aangezicht te zien! Maar wat kunnen wij arme schepselen eraan doen, dat de verhouding tussen ons en de eeuwige Schepper zo ontzettend armzalig is? Wij allen zijn voor U, o Heer, totaal niets en U alleen bent alles in alles. Het is al een ongelooflijke zaligheid dat een schepsel, na het wegvallen van het aardse lichaam, de mogelijkheid wordt gegeven om U te aanschouwen. Wat voor grotere dingen zou ik me hier nog kunnen wensen? O God, Verhevene, welk een gelukzaligheid doorstroomt hier mijn hele wezen, nu ik U eindelijk eens zie en de almachtige stem uit Uw mond verneem!
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Om deze reden zei Mijn bode Thomas jou ook, dat jouw wil je enige rechter en gever is van alles wat je wilt, hetzij goed of slecht. Jij verlangde echter naar het goede en verlangde Mijzelf, en zie, zo staat nu werkelijk en levend voor je wat je in je hart wilde. Van nu af aan zal Mijn bijzondere wil je worden meegedeeld. Wil je deze tot je eigen wil maken, dan zul je een waarlijk zalig leven leiden. Ga heen en verkondig dit nu ook aan jouw schare!'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden treed Ik weer uit de deuropening en geef Robert opdracht om met hulp van de voormalige danseressen een toereikende hoeveelheid brood en wijn te overhandigen aan de beide leraren Thomas en Dismas, die deze versterkingen vervolgens onder de nieuwe gasten moeten verdelen. Robert doet dat meteen en wanneer alle gasten buiten op deze manier worden versterkt, hoort men daarop louter gejubel en nog eens gejubel en lofprijzingen van alle kanten. De beide leraren treden echter op een wenk van Mij eveneens de tweede zaal binnen, waar ook wij de bereide maaltijd met elkaar nuttigen.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] O, vervloekte aarde met al jouw mensen! Wie op deze satansgrond rijk, machtig en wreed genoeg kan zijn, heeft ook het volste recht aan zijn zijde. Hij kan iedereen, die zijn gewelddadige macht niet als een rechtmatige, de mensheid waarlijk geluk brengende macht erkent, als misdadiger laten vermoorden. Zij wisten hoe men de grond moet bewerken om zich gelukzaligheid te verschaffen ten koste van miljoenen arme grasbijters. Hadden wij dat al eerder gedaan, dan zouden wij hetzelfde recht hebben, maar zij zijn ons voor geweest en hebben nu ook het recht aan hun zijde.
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Iedere wreedheid is hun om het even, omdat zij deze als rechtmatig beschouwen en zij door niemand ter verantwoording kunnen worden geroepen. Alleen de rijke en tevens machtige heeft het recht om te leven en alles te bezitten, wat hij door zijn overwicht maar kan bemachtigen. Geloven jullie soms nog in een God en een vergelding?'
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De meedogenloze zegt: 'Wat zult u of wat kunt u doen? Ik zeg ronduit, dat u nu net zoveel kunt doen als in de laatste ogenblikken van uw aardse leven, waarin u evenals ik de beul naar de galg buiten moest volgen! Gevloekt hebben we allen, tot walgens toe, maar het heeft niet mogen baten. Alle duivels hebben we aangeroepen, maar niet een liet zich zien. Wat hebben we niet krachtig God, dood, duivel, hemel, aarde, zon, maan en hel vervloekt, maar tot onze ergernis wilden deze zich er niets van aantrekken. Wat kunt u dus nog doen? Wilt u misschien beginnen te bidden?'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Hoe vaak heb ik op aarde gevraagd: 'Bestaat er een God of niet? Als er een God bestaat, waar is Hij dan, hoe ziet Hij er uit? Is de joodse leraar Jezus soms datgene wat de legenden over Hem zeggen? Hij, een mens zoals wij, zou God zijn, God, die de oneindige ruimte met talloze myriaden schepselen en wezens van allerlei soort uit Zichzelf heeft geschapen?' Maar op al deze belangrijke vragen kreeg ik nooit een bevredigend antwoord, want de hemel was afgesloten en de sterveling vroeg tevergeefs naar de eeuwig Levende. Alleen aardse, sterfelijke mensen deden soms hun best om mij een ander idee over God bij te brengen. Zij vertelden mij over Uw wonderdaden op aarde, die klonken als sprookjes en daardoor ook veel te zwak waren om aan mijn vorsende geest te geven wat hij zocht. Om kort te gaan: ik zocht en vond niets! Ik klopte overal aan, maar er was nergens iemand, die mij naar waarheid zou hebben gezegd: 'Kom binnen vriend, hier zul je vinden wat je zoekt.'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Theowald, de levensverhoudingen op aarde zijn anders dan die in de geestelijke, onvergankelijke wereld, maar zij moeten zo zijn, opdat daaruit dit ware, volkomen leven kan ontstaan. Weliswaar is ieder mens al tijdens zijn aardse leven geroepen door het nauwkeurig naleven van Mijn woord, dat hoofdzakelijk in de vier bekende evangeliën geschreven staat, de weg vrij te maken om zich van dit volmaakte leven te verzekeren, maar omdat ieder mens, om een eeuwig levende geest te worden, over zijn volledig vrije wil moet kunnen beschikken, gebeurt het dan ook maar al te vaak, vooral bij het voortschrijden van deze tijden, dat de mensen zich hun oren door de wereldse sirenenstem doof laten maken en hun ogen door het bedrieglijke licht van de glans van de wereld laten verblinden.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zo komen zulke mensen in de wereld dan moeilijk of vaak ook helemaal niet tot datgene waartoe ze geroepen zijn, maar juist tot datgene waartoe ze niet hadden moeten komen: tot eigenliefde, zelfzucht, heerszucht, hebzucht, gierigheid, nijd, vraatzucht, zwelgpartijen, wellust, ontucht en hoererij! Deze zaken verteren het leven echter in plaats van het te verrijken. Daardoor komt het dan ook, dat het velen na het afleggen van hun aardse lichaam vergaat, zoals het jou en jouw schare verging. Zij moeten dan in deze wereld geheel ontdaan worden van al datgene wat hun ruwe zinnen te veel heeft beziggehouden en moeten heel ongelukkig worden, opdat hun leven in zulk een geestelijke eenzaamheid en woestenij tot zichzelf kan komen. Heeft het zichzelf hervonden, zoals dat van jullie nu, dan komt ook de hulp die nodig is, maar wel zo dat ze niet opgedrongen, maar zuiver door de behoeftige mens zelf verlangd wordt.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Generaal Theowald doet dat meteen. De hele menigte neemt alles als een militair commando onvoorwaardelijk aan en voegt zich naar alles wat de generaal van haar verlangt. Nadat deze zijn opdracht vlug en gemakkelijk heeft volbracht, komt hij spoedig weer terug en zegt: 'Heer, Vader, God Jezus van eeuwigheid, wat U door mij van de gehele menigte verlangde, is gebeurd. Uw allerheiligste wil zij nu onze eeuwige wet! Omdat U gezegd hebt ons allen nu pas Uw bijzondere wil te verkondigen, vragen we U, liefdevolste Vader, daar nu om. Wij allen verzekeren U dat wij de van U vernomen wil in ons willen en handelen opnemen, en er geen steekje van zullen laten vallen!'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Mijn lieve kinderen, Ik moet jullie openlijk bekennen dat jullie, ofschoon jullie bijna allemaal kinderen van de wereld zijn, toch in veel dingen verstandiger zijn dan de kinderen van het licht. Jullie hebben je daardoor heel wat bespaard, wat jullie anders nog hadden moeten doormaken. Omdat jullie echter zo verstandig van hart zijn en zoveel liefde voor en vertrouwen in Mij in je gemoed laten ontkiemen, zal jullie dan ook veel worden kwijtgescholden. Wees maar blij dat jullie op aarde geen dictators waren, want deze zullen Mij van een heel andere kant te zien krijgen! Verhef je nu allen en luister naar wat Ik jullie ga zeggen:
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De meedogenloze zegt: 'Heer graaf, in deze nevelwereld bestaan onze wapenen alleen uit de tong en zo nu en dan ook uit handen en voeten. Wat de tong betreft, zult u mij niet zo gemakkelijk kunnen evenaren; evenmin met de handen, want in Engeland heb ik leren boksen. Bij het gebruik van de voeten echter zoudt u mij duidelijk de baas kunnen zijn, want ik heb nooit het hazenpad gekozen.'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] De graaf wendt zich nu af en zegt tegen een ander: 'Vriend, wat zeg jij nu van de enorme brutaliteit van deze doodgewone huzaar? Zeg mij eens, of jij deze kerel van uit zijn bestaan op aarde soms wat beter kent? Ik weet alleen, dat ik hem enkele keren heb gezien onder de gewone soldaten. Waar hij echter vandaan komt en wat hij vroeger was, is mij totaal onbekend.'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1155 - 1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180  ...