Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1168 van 1490

...  1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181  ...
[5] Na deze woorden van de graaf worden weer stemmen vernomen en nu ook door de graaf zelf, die tot de meedogenloze zegt: 'Wel, deze keer heb ook ik stemmen als van veel mensen vernomen. Dat is niet best! Uiteindelijk zijn wij hier door vijandig gezinde geesten ontdekt en zij zullen ons vangen en dan ergens de hel in drijven. Zij moeten al heel dichtbij zijn. Hoe zou het zijn, als wij probeerden ergens anders heen te vluchten? Want pal vóór ons schijnen zich vijanden te bevinden die op ons loeren.'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De graaf zegt: 'Vriend, dat begrijpt u niet! Zijn er dan hier in deze vervloekte duivelswereld soms ook niet een heleboel Oostenrijkse, keizersgezinde zielen of geesten, wat gelijk staat met duivels?! Wie op aarde zwart-geel was, zal dat ook hier zijn en is dus onze vijand.'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De nieuwe gasten kunnen zich er maar niet genoeg over verbazen hoe het toch mogelijk was, dat zij allen zo vlug werden bediend. Een naaste vriend van generaal Theowald zegt daarop het volgende: 'Beste vriend, wat voor een indruk krijg jij ervan dat wij allen, zeker meer dan drieduizend in getal, slechts door twee broeders, namelijk de voormalige monnik en de ons bekende Dismas, eensklaps rijkelijk van brood en wijn konden worden voorzien? Daarvóór bracht slechts, als ik me niet vergis, de beruchte Robert Blum met een paar dozijn ongelofelijk mooie meisjes enkele flessen wijn en ook enkele broden. Toen de beide broeders begonnen uit te delen, dacht ik bij mezelf: nou, voordat die twee dit geringe aantal flessen en broden aan allen mathematisch nauwkeurig hebben uitgedeeld zoals in het leger, zullen de eersten wel weer honger en dorst hebben voordat de laatsten aan de beurt komen! Maar het ging heel anders. Als bij toverslag had iedereen een beker wijn en een respectabel stuk goed smakend hemelbrood in zijn handen; de ongeveer dertig flessen wijn waren helemaal leeg en van het brood was het laatste stuk tot op de laatste kruimel verdeeld. Zeg mij nu eens, hoe deze zaak op een ook maar enigszins begrijpelijke, natuurlijke wijze mogelijk kon zijn. Voor mij is dat een volslagen raadsel!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De generaal zegt: 'Jij, beste vriend Johan von Kernbeiss, zoals men jou op aarde noemde, zoekt het weer te ver! Denk bij dat alles aan de goddelijke wijsheid en almacht, dan kun je zoiets zonder problemen begrijpen. Heb jij dan op aarde alles begrepen wat je daar gezien en beleefd hebt? Wie zorgde voor de spanning in je longen, wie liet je hart kloppen en de beweging daarvan voelen in je pols? Wie liet het voedsel in je maag verteren? Wie zorgde ervoor dat je groeide? Wie bouwde de ogen en wie het oor, en hoe heeft de Meester van al deze dingen dit alles tot stand gebracht? Zie je, al deze en nog duizend andere wonderbaarlijke verschijnselen zagen wij dagelijks al op aarde, maar omdat wij daar van jongs af aan al aan gewend waren, evenals aan het niet veel nadenken, is ons het echte wonderbaarlijke van al deze verschijnselen nooit opgevallen en konden wij daar onverschillig aan voorbij gaan.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Hier echter, waar wij van alle materie verlost zijn en ons denkvermogen beter in staat is ongestoord zijn werk te doen, moeten alle verschijnselen in deze wereld ons des te meer oprecht verbazen, naarmate wij beter in staat zijn het waarlijk wonderbaarlijke snel op te merken. Dat wij ons echter het hoofd moeten breken om de mogelijkheid van zulke dingen te begrijpen, zou pure dwaasheid zijn. Is het voor ons verdere heil nodig, dan zullen onze twee leraren het ons wel uitleggen. Is een dergelijke uitleg echter niet absoluut noodzakelijk, dan is het voldoende dat we weten, dat voor een almachtige God alle dingen mogelijk zijn. Want kijk, voor mij is alles een ondoorgrondelijk wonder!
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Thomas zegt: 'Vanzelfsprekend; wanneer de mensen zich tegenover elkaar gedragen zoals het behoort, dan doen zij dat ook tegenover God, want God de Heer wil immers van de mensen niets anders dan dat niemand zich hoger acht dan een ander en niemand rechter speelt over een ander. Wij beiden hebben toch nooit iets tegen elkaar gehad en hebben elkaar daarom ook niets te vergeven. Dat jij hier echter in deze geestenwereld een beetje meehielp om mij eruit te gooien, heeft met onze aardse vriendschap toch niets te maken. Dat geldt des te minder, omdat je mij daardoor een uitstekende dienst hebt bewezen. Zonder deze gebeurtenis zou ik misschien tot op heden nog in mijn monnikendomheid zijn blijven steken, terwijl ik nu de tegenover jullie begane domheden door de genade van de Heer weer ruimschoots kan goedmaken.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] 'Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld zult worden! Verdoem niemand, opdat gij niet verdoemd zult worden. Wees barmhartig, dan zult ook gij barmhartigheid ondervinden!' Dat zijn de ernstige vermaningen, die de Heer de mensen op aarde gaf. Maar ondanks al deze ernstige, goddelijke wetten doen zij die machtig zijn geworden, nu met hun broeders wat zij maar willen. Zij oordelen, verdoemen en doden nu naar believen om hun macht te laten gelden. Spoedig zullen verscheidene mensen, die de laatste tijd wreed vermoord werden, hier aankomen en zij zullen luid beginnen te weeklagen. Jullie moeten hen meteen opnemen, troosten en kalmeren, aldus zullen jullie je eerste hemelse taak verrichten!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De franciscaan zegt: 'Dat maakt nu ook niets meer uit! Moge nu helpen, wie helpen wil en kan! Als wij nu geholpen kunnen worden, dan is het toch om het even hoe en met welke middelen! Als ons nu door Jezus hulp wordt aangeboden, wat zal ons dan verhinderen om deze aan te nemen?'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De graaf zegt: 'Heel goed, beste vriend! Weet u echter ook heel zeker, dat ons daar hulp werd aangeboden? Zouden zich niet nog andere groepen in onze nabijheid kunnen ophouden, die zich in een soortgelijke miserabele positie bevinden? Allah is groot en de leer van Mohammed, zijn profeet, is veelomvattend! Dus kunnen ook wij zeggen: 'God, als Hij al bestaat, is groot en Jezus, Zijn profeet, was nog grootser in zijn leer dan de Saraceense Mohammed. God weet waar diegenen zijn, voor wie deze aansporing bestemd is!'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden horen allen duidelijk de woorden: 'Deze oproep is voor jullie bestemd, ongelovigen van het eerste uur!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De graaf schrikt behoorlijk van deze roep en de franciscaan zegt: 'Nu weten we precies voor wie het bedoeld is! Heeft mijnheer de graaf er nu ook nog bezwaar tegen om zich tot Jezus, de Gekruisigde, te wenden?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De graaf zegt: 'Wat de anderen zullen doen, zal ik in godsnaam ook maar doen. Maar vraag het ook aan de anderen. Ik heb er alleen aan toe te voegen, dat wij ons gezond verstand niet te licht moeten inruilen voor de zogenaamde christelijke deemoed. Wanneer er onder de heerschappij van Jezus ook graven en vorsten zijn, dan is het: 'Heil Christus!' Is dat echter niet het geval, dan is het: 'Adieu Christus!' Want het zou toch ook wat zijn, als wij hier in deze wereld aan een of andere hemelse verwaande kwast eer zouden moeten bewijzen, of zelfs zijn laarzen zouden moeten poetsen!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De sombere aanvoerder blijft staan, keert zich om, monstert zijn gezelschap en zegt tot hen: 'Daar staan we nu, vol bittere ellende en smart! O, mijn arme echtgenote! Jouw schim in de gedaante van wraaksproeiende vlammen snelt tevergeefs de schandelijk vermoorde echtgenoot achterna. Heel de hel heeft tegen hem samengezworen om hem nooit meer los te laten. O mijn beste vrienden, jullie huilen tevergeefs in deze donkere wereld vol kwellingen. Wij vluchtten en schreeuwden al zo lang, maar van geen enkele kant komt ons hulp of troost tegemoet. Er is geen God en geen vergelding. Jullie schreeuwen tevergeefs om wraak voor onze moordenaars, want zou er een rechtvaardige God bestaan, dan zou Hij het onmogelijk kunnen toelaten, dat op die vervloekte satansaarde door ellendige mensen zulke gruwelen worden begaan tegen andere ellendigen.
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Een ander uit dit pas aangekomen gezelschap zegt: 'Heer graaf, u hebt gelijk. Ik ben het met u eens, behalve met uw uitspraak dat er geen God zou bestaan! Dat echter deze God, als scheppend principe zich even weinig om het stof der aarde bekommert als wij ons ooit druk maakten over een zweetdruppeltje, kunnen we met zekerheid aannemen. Een oorlog tussen mensen op aarde is in de ogen van de ware Godheid nog minder dan een infusiediertjesoorlog in een dauwdruppel voor de keizer van China! Daarom hebben ze gelijk gehad, dat ze ons hebben vermoord, want ze wisten hoe men de satansgrond moet bewerken om zich daarop gelukzaligheid te verschaffen!
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De tweede zegt: 'Och wat, consideratie! Consideratie is niets anders dan lafheid ten opzichte van anderen, die men vanwege een of ander voordeel nog wat langer wil laten leven, tenzij men, zich bewust van eigen zwakte, hen voor machtiger houdt dan zichzelf. Ouders? Hoongelach van de hel! Dat zijn de eerste tirannen voor hun kinderen. De vrouw? Nou ja, als zij nog jong en weelderig is, kan men haar ontzien, maar wordt zij eenmaal oud en lelijk, dan geen consideratie meer, omdat zij dan niemand meer tot vermaak kan dienen. Kinderen als leuke speelpoppen bevallen me ook wel, alhoewel ik die volkeren op aarde die hun molligste kinderen slachten en opeten, voor verstandig houd, omdat er beter vlees aan zit dan aan de magere. Zijn zij echter eenmaal groot, dan ook geen consideratie meer voor deze bloedzuigers van hun ouders! Broeders en zusters en andere vrienden zijn op aarde de lastigste medemensen en zullen het hier des te meer zijn. Daarom helemaal geen consideratie met hen! Zouden de mensen op aarde het inzicht hebben dat ik hier nu heb, dan zou de eerstgeborene zich wel weten te ontdoen van deze lastige rivalen. Maar wat op die domme aarde mens heet, is, op enkele geraffineerde spitsboeven na, puur vee en nog dommer dan dat. Zo komt het dan dat de een blijft leven ten koste van de ander, totdat hij wordt verslagen door een slimmere of door het oude gif van de lucht crepeert. Daarom geen pardon en geen consideratie meer met wie dan ook!'
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1156 - 1157 - 1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181  ...