Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1170 van 1490

...  1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183  ...
[5] Daarop zegt de franciscaan tegen de graaf: 'Wel, heer graaf, dat is toch duidelijke taal. Het komt mij voor, alsof dit treffende antwoord voor u alleen bestemd is, omdat u in deze geestenwereld nog graaf of vorst wilt zijn. Hoe kan men echter als geest nog voorliefde hebben voor het uniform, waarin men op aarde smadelijk werd terechtgesteld? Nee, ik geef werkelijk niets voor deze redenering. Wat hebt u er nu aan, dat u op aarde een van de meest vooraanstaande magnaten van Hongarije was? Zou u een gewone varkenshoeder geweest zijn, dan zou u nu misschien nog achter een goed glas wijn en een goede schotel goelasj zitten, maar nu zet u hier hetzelfde droevige gezicht als ik en bent u met uw graventitel zo arm als een luis. Hebt u nooit gehoord, dat de bliksem de impertinente eigenschap heeft om het eerst in de hoogste voorwerpen in te slaan en dat hij de lagere pas aanraakt, als deze zich te dicht onder de hogere bevinden, zoals ossen onder een boom?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De franciscaan zegt: 'Ja, dezelfde Jezus van wie de evangelische traditie zegt, dat Hij Gods Zoon is en blijft; voor eeuwig een Heer van hemel en aarde! Tijdens mijn leven op aarde geloofde ik weliswaar niet in deze traditie, omdat ze door Rome te zeer misbruikt werd. Daaruit moest ik de volgende conclusie trekken: als dit niet louter het werk van de vroegere heerszuchtige hiërarchen was, dan zou het toch onmogelijk zijn om van zo'n Godsleer zo schandelijk misbruik te maken. Want er zijn in de roomse hiërarchie in nauwelijks 1200 jaar tijd dingen gebeurd, waarvoor de hele hel diep respect moet hebben! Zou de zich vaag op de achtergrond houdende stichter van zo' n leer een Zoon van de Allerhoogste zijn? Werkelijk, heer graaf, het zou voor mijn geest geen geringe opgave zijn geweest zoiets te geloven.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daarom kan de reeds genoemde Jezus zeker wel Gods Zoon zijn en de macht hebben om ons te helpen, ook al wordt Hij door de schandalige roomse kerk nog zo verloochend. Hij is toch ook ondanks het verraad van Judas Iskariot op de derde dag op eigen kracht uit de dood opgestaan en heeft deze alle macht ontnomen. Juist door deze Jezus werd ons door een onzichtbare mond hulp aangeboden. Wij hebben allen die kostelijke woorden gehoord en aarzelen nog of we er gehoor aan zullen geven of niet! Vooral u, heer graaf, bent de hardnekkigste en bent er niet toe bereid, alsof u in deze ellendige toestand God mag weten wat te verliezen zou hebben. Ik raad u daarom voor de laatste keer aan om de aangeboden hulp aan te nemen, en zo niet, ons daarin dan verder niet meer te hinderen!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik erken wel dat er een God moet bestaan, zonder wie wij zeker helemaal ten onder zouden zijn gegaan en ons bestaan niet hadden kunnen bestendigen, maar deze God is almachtig en tegen Zijn oordeel kan men niet in beroep gaan. Daarin schuilen meer dan voldoende redenen om ook met het aannemen van aangeboden hulp bedachtzaam te zijn en alle omstandigheden vooraf precies te overwegen. Ik kan mij uit mijn jeugd nog nauwkeurig herinneren, dat ik eens een evangelie heb gelezen waarin sprake was van een groot gastmaal. Toen de genodigden tenslotte niet wilden komen, werden alle in de straten en pleinen aanwezige proletariërs er door de dienaren van de machtige gastheer gewoon met hun haren bijgesleept. Toen de grote eetzaal op die manier gevuld was, kwam ook de gastheer binnen, bekeek de proletarische gasten en trof er een aan, die geen zogenaamd bruiloftskleed aan had. Deze liet hij grijpen en in de gevangenis werpen! Wat ik daarmee zeggen wil? Ja, wat heeft die arme drommel dan misdaan? De dienaren brachten hem net als de anderen, die misschien toevallig wat beter gekleed waren, van de straat naar het gastmaal toe en namen geen aanstoot aan zijn kleding. Wanneer de heer dan echter komt, veroordeelt hij alleen die arme drommel, die toch zeker buiten zijn eigen schuld in de eetzaal kwam!
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert zegt: 'Beste vriend en broeder, de Heer is hier de levende maatstaf voor ons allen. Kijk maar door deze deur de zaal in en zie hoe Hij zich met de Zijnen onderhoudt en er juist over spreekt hoe men verder met deze dertig te werk moet gaan. Bespeuren wij allen hier ook maar het geringste ongeduld op Zijn heilige aangezicht?' De generaal zegt: 'Nee, waarachtig! Goddelijke rust en eeuwig dezelfde hoogste gratie stralen van Zijn hele wezen.'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Hebt nog een beetje geduld en jullie zullen zien wat de liefde van de Heer vermag. Juist bij deze dertig zal Zijn erbarming op een heel bijzondere manier aan de dag treden.'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De graaf verbaast zich daarover ten zeerste en zegt tot de franciscaan: 'Vriend, heeft u deze troostvolle woorden vernomen? Naar het mij voorkomt hebben u noch ik gelijk. De eerste stem was weliswaar bars en vol ongeduld, maar daarna verhief zich een andere, buitengewoon aangename engelenstem, die als balsem over mijn bedrukte borst vloeide. Ja vriend, zo bevalt de Heer Jezus mij wel, maar zoals u Hem mij hebt afgeschilderd, zou ik Hem werkelijk nooit hebben kunnen aannemen.'
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De franciscaan zegt: 'Heer graaf, u benadert deze kwestie wat al te behoedzaam. Ik zeg u, men moet de woorden van God niet zo letterlijk nemen, daar de hele Schrift toch enkel een zinnebeeldige voorstelling is van de hogere moraal, zoals een volmaakt mens die zou moeten hebben. Onder de lampolie wordt hoofdzakelijk de ware liefde tot God verstaan en onder het licht van de lamp de uit de liefde voortvloeiende wijsheid. De dwaze maagden hadden echter geen liefde en wilden ook de anderen hun liefde ontnemen, maar deze waren verstandiger en lieten zich niet misleiden. Zij gelastten de liefdelozen om de wereld in te gaan opdat zij daar de liefdesolie zouden kunnen halen. De liefdelozen gingen en vulden hun lampen, of beter gezegd hun harten, vol wereldse liefdesolie. Toen zij met de wereldse liefde in het huis van de bruidegom wilden terugkeren (waarin wij ons hier, zoals ik mij niet zonder reden voorstel, reeds geruime tijd bevinden), of beter gezegd: toen zij zonder ware liefde bij God aankwamen en toegang tot het hemelrijk verlangden, kon de Godheid toch nauwelijks iets anders tot hen zeggen dan: 'Ik ken jullie niet met die liefde van jullie, die Ik nooit als de Mijne heb voorbestemd! Ga dus daarheen, waar je liefde van afkomstig is!' Ziet u, heer graaf, zo begrijp ik deze en nog veel andere teksten, en zo is het ook bedoeld. Daarom meen ik dan ook, dat u de Godheid van al te veel hardheid beschuldigt. Laten wij ons nu eens allen daaroverheen zetten en de geboden hulp aangrijpen! Werkelijk, het kan ons niet zo slecht vergaan, dat zegt mijn hart me!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Een ander uit het gezelschap, die erbij staat, zegt: 'Dat geloof ik toch ook! Het evangelie is absoluut metaforisch en moet goed begrepen worden, omdat alles metaforisch is!' De graaf zegt: 'Ik verzoek u, wees zo goed om uw tong te bedwingen, anders worden wij allemaal misselijk! Was onze terechtstelling op aarde soms ook metaforisch of zelfs louter provisorisch? Of is Jezus soms ook metaforisch aan het kruis genageld?' De terechtgewezene zegt: 'O nee, dat was niet metaforisch, dat was werkelijkheid, anders zouden wij niet verlost zijn!' De graaf zegt: 'Mooie verlossing is dat, tot nu toe is mij daarvan tenminste niets gebleken. Vooral deze Egyptische duisternis en onze volstrekt lege magen zijn de meest sprekende bewijzen van de verlossing. Werkelijk, deze verlossing doet zijn naam eer aan! Op aarde: dood aan de galg, en hier: de eeuwige duisternis. Dat zijn werkelijk tastbare bewijzen van de grote verlossing die ons te beurt valt! Bevalt zij jullie, beste vrienden?'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Opgewonden zegt de graaf: 'Wat zegt u daar, het ongelijk zou aan onze zijde zijn? Waar leeft de God, die mij dat zou kunnen bewijzen? Stammen wij niet rechtstreeks van Attila af? Hebben onze voorouders niet het prachtige Hongarije voor ons bevochten? Hebben wij dit land niet al meer dan duizend jaar in ons bezit? Wijzelf hebben onze koningen gekozen en hebben ons nooit hoeven beperken tot het huis Habsburg. Dat wij het lang genoeg hebben gehandhaafd, was onze vrije, Magyaarse, grootmoedige wil. Hoe konden wij verkeerd doen door hem, die wij nooit tot koning hebben gezalfd, vervallen te verklaren van de Hongaarse troon, daar hij ten onrechte op deze troon aanspraak had gemaakt? Zijn oom, de rechtmatige koning van Hongarije, had immers volgens de Pragmatieke Sanctie nooit het recht om zonder onze instemming in zijn plaats een koning voor ons machtige rijk te installeren! En u spreekt over ongelijk aan onze zijde?'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De bewuste generaal, die zich in de eerste zaal van het huis bevindt, zegt tegen Robert, die zo juist met Helena uit de tweede zaal is gekomen: 'Luister, dat is toch een langdradige geschiedenis! Wat deze ongelukkige geesten daar buiten bij elkaar bazelen, is werkelijk ongehoord! Daar overtreft letterlijk de ene domheid de andere. Nu twisten die kerels er al een halve eeuwigheid over, of ze de aangeboden hulp van de Heer zullen aannemen of niet! Nee, zoiets zou in de hele oneindigheid niet gauw een tweede keer mogen voorkomen! Hoe lang zouden wij nog geduld moeten hebben met deze kletsmajoors?'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De franciscaan zegt: 'Wel ja, wat dit betreft zult u deze keer geen ongelijk hebben. Wij moeten inderdaad met de diepste eerbied voor God verschijnen, alhoewel allereerst alleen in het hart. Daarom wachten we nog even, misschien horen we nog eenmaal iets troostends.'
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Na deze woorden van de franciscaan wordt het hele gezelschap stil en luistert of het niet ergens iets hoort, maar van geen enkele kant komt een woord.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Wij wisten dat we zwak stonden en wachtten daarbij op hulp van buitenaf. Maar deze kwam niet en wij moesten ons laten welgevallen, dat als gevolg van onze grootdoenerij, onze tegenpartij de hulp van Rusland inriep en ook kreeg. Tenslotte moest wel aan het licht komen hoe wij ervoor stonden. Het resultaat was, dat wij ons volk niet alleen niet hebben geholpen, maar slechts onze hoop in rook hebben zien opgaan.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De graaf zegt: 'Mijn beste vriend, het is heel merkwaardig dat in deze schimmige geestenwereld alle radicalen zwart-geel worden! Straks is de Godheid Zelf nog helemaal zwart-geel!'
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1158 - 1159 - 1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183  ...