17481 resultaten - Pagina 118 van 1166
... 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 ...
[4] Ik zeg: 'Jou heb Ik door woord en leer voorbereid. Toen Ik een paar dagen geleden bij je kwam, dacht je dat Ik een wijze en knappe dokter was, en toen je Mij ongewone dingen zag doen, begon je Mij voor een profeet te houden waarin de geest van God werkte. Je bent echter goed in alle scholen thuis, en wilde daarom precies weten hoe een mens tot zulke prestaties kon komen. Toen onthulde Ik je wat de mens is en wat in hem sluimert, en tevens wat uit de mens kan worden als hij zichzelf helemaal kent en daardoor de volle levensvrijheid van zijn geest bereikt heeft.Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Je hebt het door Matthéus geschrevene gelezen met daarin Mijn bergprediking; daarin leerde Ik de leerlingen bidden en wel met de aanroep: 'Onze Vader!'
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Veel begreep het nog steeds wat somberder deel van de Joden en bij Mij gebleven Farizeeën er niet van, maar toch protesteerden zij niet; want deze Joden en Farizeeën, die zich al op de eerste dag van Mijn bezoek aan Kisjonah aan Mijn kant geschaard hadden, waren werkelijk opgewekte en goedwillende mannen en het waren nuchtere denkers, die al veel van Mij verwachtten en Mijn woord gelijkstelden met dat van God. Daarom kunnen ze niet vergeleken worden met diegenen, die naar Kapérnaum teruggejaagd werden, en ook niet met diegenen, die vanwege het beven van de berg meer dan vier dagen geleden weer naar benepen vluchtten.
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar nauwkeurig beschouwd is zijn leer juist, en de schepping kan eerder zo plaats gevonden hebben als hij het nu uitlegt, dan zoals Mozes dat vertelt.'
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Zoals gezegd, het is hoe dan ook een zeer hachelijke zaak. En daarbij is Uw wijze en scherpzinnige uitleg van de eerste drie in de Genesis beschreven scheppingsdagen zo goed, dat daar geen speld tussen te krijgen is. Maar nu is de vierde dag aan de beurt, waarop God zoals geschreven staat, heel duidelijk zon, maan en alle sterren schiep! Hoe wilt U dat op een andere wijze verklaren? Zon, maan en sterren zijn er nu eenmaal, en niemand kan op een andere manier dan zoals dit in de Genesis beschreven staat, verklaren hoe al deze grote en kleine lichten aan het firmament ontstaan zijn,
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als de mens voor zijn vorming tot een waar mens een geheel vrije wil moet hebben en geheel vrij moet kunnen handelen, dan kunt U prediken en wonderen doen wat U wilt, maar van de honderd zal er zich nauwelijks één werkelijk bekeren. Want als iemand van nature al te dom is en op geen enkele wijze ontwikkeld is in het een of andere voor mensen noodzakelijke en nuttige vak, dan kan hij Uw leer onmogelijk begrijpen. Als hij echter een beetje meer verstand heeft dan het gemiddelde en daardoor gemakkelijk kennis opdoet, hetzij van de Schrift of van de een of andere wetenschap of kunst, terwijl dat enig aards voordeel geeft en misschien ook nog veel aanzien voor zijn persoon oplevert, dan kunt U Vader Jehova met donder en bliksem voor U laten spreken, maar dan zullen zulke mensen toch dat doen wat onze voorvaderen in de woestijn onder Mozes hebben gedaan. Toen maakten zij van goud een kalf en dansten er op heidense manier omheen om het te aanbidden, terwijl Mozes op de Sinaï onder donder en bliksem met Jehova sprak en de heilige geboden van Hem kreeg! .
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Spreek met je soortgenoten over het hier geleerde alsof je het niet van Mij hebt gehoord, maar alsof je het persoonlijk had bedacht! Slechts als je vrienden als het ware deel hebben aan jullie leer, dan mag je ze pas onder vier ogen vertellen van Wie je die leer hebt ontvangen, en welke tekens daaraan vooraf zijn gegaan!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar vergeet dan niet om deze mensen in Mijn naam hetzelfde gebod met dezelfde straf aan te zeggen, dat Ik jullie allen nu hier heb gegeven!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wel, dat geldt voor ieder gebod, dat uit de mond van God komt! Als je het als een wet aanvaardt, dan zal het heel makkelijk voor je zijn om je er aan te houden; maak je echter voor jezelf een andere wet dan die Ik je geef, dan zul je het met Mijn wet moeilijk hebben. Want als twee wetten tegen elkaar indruisen, dan is het houden van beide wetten moeilijk of tenslotte helemaal onmogelijk. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Judas zegt: 'Maar, wat betekent dat nu weer? Uw woorden zijn nog steeds net als het vogelschrift van de Egyptenaren, dat nauwelijks nog door een geleerde gelezen en nog minder begrepen wordt! Wat bedoelt U nu eigenlijk met een tegenstrijdige wet? Hoe kan ik nu mijzelf een wet voorschrijven, als een ander me die geeft? Ik kan mij alleen maar er wel of niet aan houden, en dat is afhankelijk van mijn vrije wil en dat is geen tegenstrijdige wet!'
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] In een Grieks dorp was ik net klaar met mijn toespraak, maar men wilde niet zo bijzonder graag naar me luisteren, hoewel ik verscheidene van hun zieken heb genezen; dat ergerde mij en ik verliet toen dat domme nest. Toen ik echter moederziel alleen het dorp zo'n duizend pas achter mij gelaten had -want broeder Thomas wilde niet met mij mee naar Griekenland -, stak er een wervelwind op, en voor ik het wist hing ik al hoog in de lucht. Toen joeg een ongelofelijk sterke windvlaag mij in deze richting met die snelheid, die ik al beschreef -zodat ik tijdens de vlucht ook maar niet het geringste kon zien van wat zich op de aardbodem bevond, zelfs de zee zag er uit als een bliksemflits. Als er zich onderweg een rots of iets dergelijks in mijn vliegroute bevonden had, dan zou ik zeker in vele honderdduizenden druppels uiteengespat zijn, zonder dat ik vooraf daarover na had kunnen denken! Het was echter nog verbazingwekkender, o Heer, toen ik na die enerverende luchtreis hier heel zachtjes voor U neergezet werd!
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg je: Deze aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke hemel met haar. zonnen, manen en alle werelden, zullen eenmaal vergaan, als al de daarin door het oordeel gevangen gehouden geesten via de vleselijke weg zuivere geesten zijn geworden; maar de zuivere geesten blijven voor altijd, en zullen en kunnen, net als Ik en Mijn woord, in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan. -Zeg nu eens, of je dit goed begrepen hebt!'
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kijk, deze leer en deze raad moet je daarom als iets heiligs in jullie harten bewaren en je moet hem zo navolgen alsof Ik een gebod gegeven had, dan worden jullie huwelijken gezegend met de zegen uit de hemel; maar in het andere geval - met de vloek uit de hel!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Hebben jullie Mijn raad goed begrepen?'
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Terwijl de oude zo jammert, komt Kisjonah, die zich buiten reeds voor zakelijke bezigheden een poosje van ons verwijderd had, en zei tegen Mij: 'Heer, U neemt me wel niet kwalijk dat ik iets feestelijks voor U op touw heb gezet volgens het gebruik van mijn alpenherders, omdat U vandaag, zoals U gezegd hebt, de laatste avond op deze hoogte doorbrengt. Mijn herders hebben bossen sprokkelhout, die ze in het bos verzameld hebben, aangestoken; en dat hebben ze ter ere van U gedaan en zij zingen vrolijke liederen en psalmen daarbij. Zou U niet even buiten komen kijken?'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)