Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 118 van 184

...  106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131  ...
[20] En daarop zei Kisehel tegen Lamech: 'Dat gebeurt allemaal om de eindeloos wijze reden, dat al het van Hem uitgaande leven op de een of andere wijze voldoende en noodzakelijke oefening van zijn krachten zal vinden, zonder welke het zou ophouden leven te zijn!
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] 'O koning en heer! Moge God, de almachtige, u een lang leven schenken; want nu besef ik pas ten volle dat u de ware wijsheid van God hebt gekregen, - want u hebt mijn verlangen volledig tot rust gebracht.
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wie dus God lief wil hebben, moet niet alleen weten en geloven dat Hij bestaat, maar hij moet God waarachtig in zichzelf vinden en wanneer hij God door zijn vlijtige zoeken naar Hem in Zijn werken steeds meer en meer zal leren kennen, dan zal hij Hem immers ook steeds meer moeten liefhebben, omdat hij steeds duidelijker zal beseffen dat God op Zichzelf de allerhoogste zuiverste, dat wil zeggen, de meest onzelfzuchtige liefde en de allerhoogste en allerheiligste wijsheid Zelf is!
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'O mijn lieve broeder en vriend! Met wat voor buitengewoon belangrijks en onuitsprekelijk heerlijks heb je mij nu bekendgemaakt door de wijsheid, die God je heeft verleend!
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Ja, nu zie ik pas volledig in waaraan het bij mij en bij ons allen het meeste heeft geschort! Wij zochten God weliswaar in alle hoeken en gaten in de zogenaamde gerechtigheid, wilden van daaruit tot een bespiegelende wijsheid komen en ons daardoor God aanschouwelijk maken, maar wij hebben daarbij reeds in het begin als een stilzwijgende voorwaarde op de achtergrond het volgende opgesteld:
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Ik heb eens meteen nadat ik in mijn hoogmoed, waarin ik mij een halfgod waande en mijn broeders gruwelen had laten ondergaan, wel in alle waarheid een goddelijk woord gehoord dat mij, die over de begane gruweldaden zeer verontrust was, in bescherming nam; maar omdat dat woord zo zacht en zo buitengewoon goedaardig op mij overkwam, kwam tenslotte mijn wijsheid tot de zeer ergerlijke slotsom: dus er bestaat weliswaar een God, maar Hij moet wel een zwakkeling zijn, want Hij is bang voor mij en Hij durft mij niet te naderen!
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ja, Lamech is nu een goede koning voor ons geworden vol genade en vol wijsheid vanuit God; daarom zij al onze eer en aanbidding voor God, de Almachtige in den hoge, en Zijn verheven naam zij boven alles geheiligd nu en in eeuwigheid! Amen.'
Hoofdstuk 217: De grote volksverzameling voor het koninklijk paleis. Lamechs woorden tot zijn juichende volk. De verrukkelijke woorden van de onbekende oude tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] De stad Farak heeft anders ook wel in het geheim nog wijze mannen gehad, die zich uit angst voor mij verborgen hielden; maar van zo'n wijsheid was geen sprake!
Hoofdstuk 218: De vreemde spreker maakt zich als de hogepriester Henoch bekend. Lamechs vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] God als de eeuwige, oneindige liefde en wijsheid, dus de eeuwige waarheid, zag sinds eeuwigheid dat de werken van zijn liefde goed waren, zijn en eeuwig zullen blijven; daarom draagt de oude aarde ons nog, en de oude zon schenkt ons steeds hetzelfde heerlijke licht!
Hoofdstuk 220: God als de oneindige liefde en wijsheid is de eeuwige waarheid. De bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ik moet weliswaar ook zelf toegeven: wat zijn wijsheid en grote goedheid betreft, schijnt Henoch deze heerlijke man niet bepaald te overtreffen.
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Waarop Lamech wederom zei: 'Het komt mij toch wel hoogst merkwaardig voor dat God nu juist deze jonge man meer genade, wijsheid en macht heeft verleend dan jullie hoogbejaarde, ervaren mannen! - Vind jij dat ook niet vreemd?'
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Lamech was snel bij de hand en zei tegen de jonge man: 'Mijn allerhoogst gewaardeerde vriend, vol gedegen macht en wijsheid! Wij hoeven ons maar naar de zaal te begeven en alles zal reeds in orde zijn!'
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister allen, Mijn kindertjes! Ik ben de enige, heilige almachtige God en Schepper van alle dingen en wezens in de hemel en op aarde! Buiten Mij bestaat er geen andere God en de hele oneindigheid en alle eeuwigheden zijn volkomen vervuld van de macht van Mijn liefde, wijsheid, erbarmen en genade; en zodoende ben Ik sinds eeuwigheden een volkomen Heer over alles, omdat alles vanuit Mij is en noodzakelijk aan Mijn oneindige macht onderworpen is!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Daarom geef Ik jullie nu ook geen wet, maar zeg als Vader alleen tegen je, dat jullie Mij boven alles moeten liefhebben en elkaar zoals ieder zichzelf liefheeft! Dat is Mijn wil; maar doe al het andere vanuit de wijsheid die jullie in Mijn liefde ten deel valt, dan zullen jullie leven zoals het Mij het meest welgevallig is!
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Luister dus: Liefde en leven zijn één - en toch zijn het er twee: liefde is de grondslag en leven de werking. Zo zijn ook licht en wijsheid één en toch zijn het er wederom twee: het licht de oorzaak en de wijsheid de uitwerking.
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131  ...