Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 118 van 1088

...  106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131  ...
[9] Toen de oude MARCUS Jarah zo hoorde spreken, zei hij, geheel vervuld van een hogere bezieling: "O kind uit de hemelen, veel te goed en te zuiver voor deze bedorven aarde! Waarlijk, als de heer mijn huis weer zal verlaten, kom ik naar jou om hemelse wijsheid te leren! Oh, wat een verschil tussen jou en mijn dochters! Jij bent al een zon, en mijn dochters zijn nauwelijks een weerkaatsing van het grote hemellicht in een heel klein dauwdruppeltje! O Ebahl, wat ben jij toch gelukkig om vader van zo'n engel te zijn!"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Daarbij rolden de oude Marcus tranen uit de gelukzalige ogen en hij ging vlug naar de keuken om naar het avondmaal te kijken, en vertelde aan zijn dochters welke les hij van het meisje uit Genezareth gekregen had. De dochters waren verbaasd en vroegen hem of hij hun na de maaltijd gelegenheid zou willen geven om met zo'n hemels kind wat te mogen spreken.
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Vóór het eten droeg Jarah een psalm van David voor en vroeg Mij daarna om de spijzen en dranken te zegenen; en Ik deed dat, en wij gingen allen daarna aan de tafels zitten, aten heel opgewekt de voorgezette spijzen en werden vrolijk onder het matig genot van de wijn. Ik zat tussen Cyrenius en de lieflijke Jarah; Cyrenius zat links van Mij en Jarah rechts; naast Jarah zat haar Raphaël en daar tegenover de oude Marcus. Die viel het op hoe Raphaël de spijzen at; want als Raphaël een vis of een stuk brood, een stuk fruit of een beker wijn naar zijn mond bracht, verdween alles vóór zijn mond, en Marcus zag de jongeman noch kauwen, noch het eten doorslikken.
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De OUDE zegt: "Ja, verheven zoon van mijn heer en gebieder, dat is iets heel vreemds! Deze jongeman brengt spijs en drank naar zijn mond, opent zijn mond niet, kauwt niet en slikt niets door, maar de spijzen verdwijnen voor zijn mond! Hoe kan dat? Hoe gebeurt dat? Dat is alweer een wonder! Welke betekenis moet ik daaraan hechten?"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Als wij echter door God geroepen worden de wereld te verlaten, dan zal een engel van God vooraf ook met ons doen, wat deze nu met de spijzen doet. Dat wil zeggen, hij zal in één ogenblik al het geestelijke uit de materie vrij maken. De materie geeft hij over aan de volledige ontbinding, maar de ziel en haar levensgeest en ook alles wat zich in de materie bevindt en bij de ziel behoort, zal hij, terwijl hij het samenvoegt tot een volmaakte mensenvorm, volgens de eeuwige onveranderlijke wil van God, naar de geestelijke wereld overbrengen! -Kijk, dat is het wat je leren kunt en moet, uit de jou vreemd voorkomende manier van eten van de machtige hemelse jongeman!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Erg verwonderd over de wijsheid van Josoë, zegt MARCUS: "Ik heb eerder al eens gemerkt dat je een jongen bent, die veel wijzer is dan je leeftijd doet vermoeden, maar voor zó wijs heb ik je toch niet aangezien! Je hebt mij een zeer belangrijke les gegeven, waarvoor ik je altijd erg dankbaar zal blijven. Maar geloof me, de dorst naar kennis van de mens wordt steeds heviger naar gelang hij meer weet, en ik popel nu om behalve jouw les ook nog te horen hoe de materie dan opgelost wordt!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JOSOË zegt: "Weet je, dat is nu weer een beetje ondoordacht van jou! - Kijk eens naar die twee bekers wijn! Zou het verstandig zijn om de ene volle in de andere volle over te gieten? Zou bij zo'n bezigheid niet de edele wijn voor niets op de grond gemorst worden? Waar zou zoiets dan goed voor zijn? Wat ik weet, weet het meisje beslist ook, en ik zou dus niet van haar en zij zou niets van mij leren! Daarom zullen wij ons die moeite besparen. Praat jij liever met het heerlijke kind van God! Jij en je dochter, je vrouwen je zonen zullen heel veel van haar kunnen leren, want tot op heden heeft op deze aarde nog nooit een vrouw door Gods wil, zulke dingen beleefd als dit meisje. Het weet onuitsprekelijk veel, wat buiten de Heer op de gehele grote aarde geen mens weet of ook maar kent. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Vertel Mij eens, waarom vraagt de zo nu en dan uit Sichar naar je toekomende jongeman, ook dingen aan je alsof hij daar niets van af zou weten, terwijl hij het toch maar al te goed weet!? Ja, hij laat zich zelfs door jou onderwijzen alsof hij jouw leerling was!"
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Daarmee wil ik overigens ook niet in het minst een hatelijke opmerking over Josoë's wat te hoog opspattende zelfverzekerdheid gemaakt hebben, maar omdat het mij gevraagd werd, sprak ik zoals ik in mijn hart dacht. Ik geloof daarmee geen al te grote zonde begaan te hebben! Maar mocht dat wel het geval zijn, dan zal ik dat naar vermogen weer goedmaken!"
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JARAH zegt: "Ja, mijn lieve Josoë, jij bent een koningszoon en ik slechts de dochter van een Jood, een eenvoudige waard in Genezareth -dus aards gezien zou het wel zeer aanmatigend en brutaal zijn als ik je naderde. Als je echter vanaf je hoogte naar mij arme zou neer willen dalen, dan zul je een paar uitgebreide armen en een open deur in mijn bescheiden armelijke hut vinden!" -Bij deze veelzeggende toespraak zet Josoë grote ogen op en weet nauwelijks wat hij het meisje moet antwoorden.
Hoofdstuk 197: De beperkte menselijke kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In God is alle oneindige wijsheid, maar in ons bevindt zich daarvan slechts nauwelijks een zonnestofje! Alles wat wij weten bestaat uit losse stukjes, en wij vinden nooit de weg van alp ha naar beta, Iaat staan tot aan omega. Aan de hemel schitteren myriaden lichten, wie kent ze? De twee grote kennen wij nog niet eens, Iaat staan de talloze kleine; maar Gods wijsheid is daar overal net zo thuis als het gezichtsvermogen in het oog!
Hoofdstuk 197: De beperkte menselijke kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Wel hebben de mensen op deze aarde verschillende maatgroottes; maar de mijne behoort zeker bij de kleinste. De lieflijke Jarah is duidelijk rijkelijker voorzien dan ik, en daarom kan ik niet als gelijkwaardig met haar omgaan. Als zij mij echter van haar grote overvloed iets wil geven, zal ik dat altijd dankbaar aanvaarden. Maar ik kan niet van mijn hoge positie naar haar afdalen en bij haar gaan zitten, want ten eerste is zij wijzer en ten tweede past het mij helemaal niet!?"
Hoofdstuk 197: De beperkte menselijke kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jij zei: 'Ik ben alleen voor de waarheid; wat minder is veracht ik, maar wat meer is, is een geheim van God, dat aanbid ik en ik verlang er niet naar om het te kunnen begrijpen, want dat past de wormen en het. stof van deze aarde niet! In God is de volheid van alle wijsheid, maar in ons mensen woont daarvan nauwelijks iets ter grootte van een zonnestofje!'
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Zeg jij Mij daarom: Wélke waarheid geldt er alleen maar voor jou? Is dat wat je ziet een waarheid? Kijk eens, alles wat zich aan jou voordoet is als een droombeeld. Dat wat vandaag nog de volle waarheid is, kan morgen allang geen waarheid meer zijn! Kijk daar, in het laatste schemerlicht van de lang ondergegane zon zweeft een wolkje als een visje! Zeg eens, hoe lang zal dit wolkje naar waarheid de huidige vorm hebben? Het volgende ogenblik zal de huidige vorm van dit wolkje al een leugen noemen!
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Waar begint de waarheid, en waar houdt ze op? Is de mens een waarheid zoals hij is? Kijk naar een kind, en kijk eens naar een grijsaard! Kijk naar een door mensenhanden gebouwde stad! Is zij een volle waarheid? Kijk, vandaag staat zij nog en morgen kan zij al verwoest worden!
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131  ...