Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1172 van 1490

...  1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185  ...
[1] De franciscaan zegt: 'Hebt u gehoord wat deze edele vriend gezegd heeft? De liefde moge onze leider zijn! Met heel weinig woorden ontzettend veel gezegd. Ja, de liefde, de grote heilige liefde! Daarin liggen alle geheimen van het leven verborgen.
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Wij kennen ook wel een soort liefde, maar die heet bij ons ten eerste eigenliefde en ten tweede vleselijke liefde, te weten het vlees van het schone geslacht. Met deze liefde hebben wij beiden menig avontuur beleefd. Van die goddelijke liefde echter, die nog aan het kruis onder de grootste pijnen tot de eeuwige Vader om volledige vergeving voor haar moordenaars kon bidden, heer graaf, hebben wij beiden vast nog nooit gedroomd. Toch bevat alleen deze liefde alles wat het leven bepaalt.
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Kijk, hier in ons midden bevindt zich een buitengewoon ervaren leider, die heel goed ziende is in deze wereld. Deze verzoeken wij allen eenstemmig om ons op de goede weg te leiden. Ik ben er vast van overtuigd, dat één woord van Hem meer uitwerking zal hebben dan wanneer wij blinden nog een halve eeuwigheid een lege strohalm zouden blijven dorsen!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De franciscaan zegt: 'Ja, als jullie allen datgene willen, wat allang mijn vurigste wens was, zijn wij het allen met elkaar eens. Laten wij daarom deze lieve vriend vragen, of Hij ons de goede weg zou willen wijzen, die wij dan ook onverwijld zullen bewandelen!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Broeder Miklosch heeft zich zo tegenover jullie gedragen en zijn woorden hebben dadelijk toegang gevonden tot jullie harten. Hadden Cyprianus en Bathianyi ook zo gesproken, dan zou dit hele gezelschap al heel wat schreden verder zijn. Maar deze twee wilden elkaar heel evangelisch bewijzen dat ieder van hen de voortreffelijkste was, en zodoende rustte er geen zegen op hun woorden.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De graaf zegt: 'Dat is allemaal heel mooi, goed en waar, maar het is en blijft zeer mysterieus!' De franciscaan valt hem in de rede: 'Ja, ja, mysterieus en nog eens mysterieus! Wij moeten blij zijn, dat deze vriend ons zo veel opheldering geeft, maar niet zijn voortreffelijke woorden nog bekritiseren. Ik heb niet de minste moeite met het tweede antwoord, maar u, heer graaf, zou wel weer de hele hand willen, waar u een vinger wordt toegestoken. Ik zie daarin werkelijk niet de hoffelijkheid, die u toch anders zo eigen was!' De graaf zegt: 'Vriend, dat gaat u niets aan. Als u traag van geest bent, blijft u dat dan maar, maar van mijn geest hoeft u geen traagheid te verwachten!'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De vreemdeling zegt: 'Ja, mijn beste Bathianyi, kijk, zo is het hier nu eenmaal. Hier hoeft het iemand niet allemaal in één keer duidelijk te zijn. Zie je dan niet hoe deze omgeving niet in één keer vrij van nevel wil worden? Zo gaat het ook met menig antwoord. Een volledig antwoord maakt de geest traag, omdat hij verder niets meer te vragen heeft. Is echter het antwoord wat duister, dan wordt de geest uitermate ijverig om zich daarin weer meer duidelijkheid te verschaffen. Kijk, over het uiterlijk van Jezus heb je geen verdere bezwaren geopperd. Jouw geest viel na dit duidelijke antwoord meteen weer terug in zijn trage rust en vroeg niet verder, maar de vaagheid van het tweede antwoord wekte hem weer en dwong je toen verder te vragen. En dat is goed! Heb daarom in het vervolg maar geen scrupules over eventueel opkomende twijfels, want op het juiste moment zal alles je duidelijk worden.'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ziet u, waarde vriend, dat is nu juist de heilige Godsliefde, het geheim van al wat leeft en waarvan wij beiden nog nooit hebben gedroomd. Als ik mij niet vergis, heeft onze nog onbekende vriend juist deze liefde bedoeld, toen hij zei: 'Moge de liefde jullie leiden'. Hoe zal dat echter mogelijk zijn, als wij niet veel beter dan als kat en hond met elkaar omgaan? Eerlijk gezegd, heer graaf, wat mij het meest aan u ergert, is dat u niet eens uw titel wilt afleggen. Ik heb allang afstand gedaan van mijn pater franciscaan. Waarom hebt u dit niet allang gedaan met uw 'heer graaf? Geloof me maar op mijn woord, ik zou u als mens en broeder nooit met één woord hebben beledigd, als die 'graaf in u, die in dit geestenrijk slaat als een tang op een varken, mij niet steeds meer had gehinderd. Ik vraag u nu omwille van uw eigen heil: geef nu zelf voor eeuwig die 'heer graaf een flinke uitbrander! U zult dan nooit meer een woord van mij horen, dat u ook maar in het minst beledigt, en ik wil u ook voor alle beledigingen die ik u heb aangedaan van ganser harte om vergeving vragen. Doe het toch omwille van deze edele vriend, uit wiens mond al zo veel troostvolle woorden voor onze treurige harten zijn gevloeid.'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De graaf zegt: 'Mijn beste Cyprianus, zo gemakkelijk wordt van 'de graaf’ geen afstand gedaan! Deze vriend, die zeer wijs lijkt te zijn, heeft iets dergelijks nog niet van mij verlangd, en als hij het al verlangd zou hebben, is het de vraag of ik aan zijn verlangen direct tegemoet zou zijn gekomen. Het geslacht Bathianyi is namelijk al heel oud, begrijpt u dat?' De franciscaan zegt: '0 ja!' De graaf zegt: 'Blijft u wat u bent, dan blijf ik wat ik ben! Wat kan het u schelen of ik al of niet een graaf ben? Zijn er dan geen heel vrome graven, vorsten en hertogen geweest? Kan men dan als graaf God niet evengoed liefhebben? Ik denk dat de fijne beschaving van een aristocraat voor een zuivere liefde geschikter zal zijn dan die van een ordinaire boerenpummel! God zou niet volmaakt zijn, als Hij een groter welgevallen zou hebben aan het onvolmaakte. Waarom worden dan zelfs in de hemel de meest volmaakte engelen' aartsengelen' genoemd? Men noemt hen ook wel 'lichtvorsten' en 'herauten van Gods macht'. God Zelf heeft dus al onder de eerstgeschapen geesten een bepaalde rangorde ingesteld, die Hij zelfs nauwgezet in acht neemt bij hemellichamen, bergen, zeeën, planten en dieren. En wel zo, dat alles elkaar moet dienen. Desalniettemin blijft de zon in het vervolg zon en kan niet verlaagd worden tot een gewone planeet. Ook de Chimboradzo blijft Chimboradzo en kan niet verlaagd worden tot een molshoop. Tussen de Amazonerivier en een beekje bestaat toch hopelijk ook een duidelijk waarneembaar verschil.
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Bathianyi zegt: 'Vriend, jouw woorden zijn weliswaar als scherpe pijlen en treffen precies het centrum, maar toch verwonden ze geen enkel hart. Want volgens de enige ordening waarin een gemeenschap gelukkig kan leven, zijn ze volkomen waar. Ik en hopelijk wij allen nemen deze dankbaar aan. Naar aanleiding van jouw woorden vergeef ik ook van ganser harte al mijn aardse vijanden, want zij handelden werkelijk alleen maar in blinde overwinningsroes tegenover ons, hun vermeende grootste vijanden. God de Heer vergeve het hun; wat mij betreft hebben zij ten opzichte van mij geen schuld meer.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Jozef gaat nu terug en de Vreemdeling zegt tegen de graaf: 'Luister, die heeft met zijn hart in plaats van met zijn tong gesproken. Hij is ook de onschuldigste van jullie allen en heeft zijn doodstraf op aarde werkelijk niet verdiend. Met deze mens moet Ik wel in het bijzonder rekening houden! Nu zijn wij echter bij de poort; laten wij meteen de vertrekken van dit huis binnengaan!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De graaf zegt: 'Wat weet je van Hem? Heb je misschien al het geluk gehad om Hem, de Allerheiligste, te zien? Is Hij al hier geweest of waar vandaan zal Hij komen? Hoe zal ik Hem meteen herkennen? Weet je, ik houd zo ontzettend veel van Hem, dat zonder Hem al deze pracht mij voor zou komen als een uitgestorven huis. Wees daarom zo goed om me direct op Hem attent te maken! 0 God, wat een aanblik zal dat zijn, als ik mijn Schepper zal aanschouwen!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf schrikt gewoonweg van deze verandering van houding en zegt tot zijn begeleider: 'Wel, moet je dat zien! Ik wilde hen met jou vergelijken en nu liggen zij allemaal voor ons op hun aangezicht en roepen tot God weet wie: 'Heil zij U!' Zou dat op een van ons betrekking hebben, of is Jezus misschien al zichtbaar hier aangekomen?' De vreemdeling zegt: 'Wacht nog even, deze groep zal zich spoedig weer verheffen en dan kun je met je onderzoekingen weer verdergaan.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Och, mijn beste heer graaf, u kunt mij met nog zoveel bewijzen aankomen, toch zal ik steeds bij deze uitspraak van Christus blijven: 'Wat voor de wereld groot, hoog en vol luister is, is voor God een gruwel!' Ik zou willen wedden, dat wij in het hemelrijk noch een David, noch een Salomo als koning, en geen keizer Karel de Grote, geen heilige koning Stefanus van Hongarije en dus ook geen vorsten en graven zullen tegenkomen, maar als zij al in het hemelrijk verblijven, dan zijn het louter aardige, elkaar dienende broeders, die allemaal slechts één God, één Heer en één Vader hebben. In de hel daarentegen zouden best nog heel wat van die hardnekkige aartsaristocraten kunnen zijn, die elkaar nog steeds eer bewijzen! Ja, onze edele vriend daar mag me een muilpeer geven, als ik iets onwaars gezegd heb. Ik wil u hiermee alleen maar zeggen, hoe ik uw woorden heb begrepen. Onze edele vriend mag als scheidsrechter tussen ons beiden optreden, als u er niets op tegen hebt!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik zeg jullie: wij zullen en kunnen elkaar niet beteren, omdat wij ieder voor zich slecht zijn van a tot z. Wat baat het ons dan, als wij elkaar nog zo wijs beleren, maar niet met wijze en goede daden voor de dag kunnen komen en de leerling tegen de leraar kan zeggen: 'Hoe kun je mij leren de goede weg te betreden, terwijl je zelf de verkeerde bewandelt? Schep eerst orde in jezelf, indien jouw woorden mij welgevallig moeten zijn! Wacht tot ik zelf bij je kom en zeg: broeder, jouw ordening bevalt mij. Wijd mij in in al haar voordelen en grondbeginselen!' Ook ontbreekt ons elke ervaring in deze nieuwe wereld en in wezen weten we geen van allen iets over de verhoudingen in deze wereld. Hoe zouden wij elkaar daar dan iets over kunnen leren?
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1160 - 1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185  ...