Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1173 van 1490

...  1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186  ...
[5] Jullie kunnen elkaar nog zo goed en terecht de les lezen, maar wat zal dat baten, als er eerzucht, heerszucht, eigenbelang en veel hebzucht achter zit? Wie zijn broeder met goed gevolg wil beteren, moet eerst de balk uit zijn eigen oog verwijderen en dan pas vol liefde zeggen: 'Dierbare broeder, ik zie dat een splinter je oog vertroebelt; sta mij toe dat ik bij je kom en hem voorzichtig uit je oog haal.' Kijk, zo zal iedere les die broeders elkaar geven, het allermooiste resultaat hebben. Wanneer broeders echter door hun vaak ongevraagd beleren alleen maar willen laten zien dat zij de wijste en beste zijn, is de beste les nutteloos en maakt deze alles alleen maar erger.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De vreemdeling zegt: 'Maak je niet meer bezorgd over hetgeen beneden op aarde gebeurt, want daarvoor zorgt wel de Heer, die jullie allen hier veel nader is dan jullie denken. Wat je vrouwen kinderen betreft is een flinke aardse vernedering, zonder welke zij nauwelijks daar zouden komen waar jij je nu bevindt, van groot belang. Door deze vernedering leren zij toch wat meer de nietigheid van alle aardse goederen kennen en deze heimelijk zelfs verafschuwen. Zo zal het voor hen na het afleggen van hun lichaam gemakkelijker worden om in het rijk van het licht te komen. Maak jij je echter over niets anders meer bezorgd dan over de liefde voor God en je broeders; al het andere zal dan vanzelf naar je toe komen!'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De vreemdeling zegt: 'Aha, daar heb ik je al waar ik je hebben wilde! Wanneer jou een tweede pijn, tengevolge van het voor straf afhakken van je handen niet zint, waarom zou het dan de Godheid behagen haar eigen ledematen af te hakken, wanneer deze zich onvoorzichtig hebben gedragen tegenover andere? Hoe kun je van God verlangen dat Hij Zichzelf aandoet, wat jij jezelf nooit zou aandoen? Zoals jij met alle ledematen van je lichaam als een compleet wezen bestaat, zo is ook de Godheid met al Haar geschapen wezens een concreet geheel en probeert steeds alle zieke delen zo goed mogelijk te helen en geschikt te maken voor hun eeuwige bestemming. Wanneer God de Heer jouw wonden op een andere en veel betere manier weet te genezen, zul je dan toch nog zinnen op wraak op je aardse vijanden?'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] De graaf nadert bescheiden de groep, maar deze roept tegen hem: 'Terug, terug! Met jou hebben wij niets te maken, want jij bent een zondaar in Gods huis!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De graaf treedt terug, maar zegt nog tegen de groep, die zich zelf nog niet lang in dit huis bevindt: 'Nou, pas maar op, dat wij jullie met je zogenaamde pauselijke heiligheid niet een toontje lager laten zingen! O jullie kieskeurige grieten, ik geloof dat deze vriend van mij en ik zeker zo heilig zullen zijn als jullie! Kom, beste vriend, laten we verder gaan, want met deze schepselen valt niets te beginnen! Hun echt jezuïetachtige, schijnheilige hoogmoed is voor mij onuitstaanbaar!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Na deze woorden vol van diepe liefde valt hij op zijn knieën voor Mij, vouwt zijn handen en zegt: 'O mijn enige, eeuwig goede God en Heiland Jezus, laat U door mij eeuwig aanbidden, loven en prijzen! Nu begrijp ik pas, hoe men alleen door U te loven en te prijzen de hoogste zaligheid kan voelen. Moge alles in mij U dan eeuwig liefhebben en U danken voor alles wat U mij ooit hebt opgelegd, al was het ook nog zo zwaar te dragen! Want nu begin ik pas in te zien, dat alleen Uw onpeilbaar grote liefde voor mij dat allemaal heeft gedaan!
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De graaf zegt uit liefde en eerbied heel berouwvol: '0 Heer, bij Uw almachtige naam, het is voor U zeker gemakkelijker om te zeggen: 'Sta op en kom', dan voor mij, zondaar, om op te staan voor U, de eeuwige Heer van de oneindigheid! O Heer, ik, een domme mensen geest, een niets voor U, en U, het oneindige alles in alles. En ik zou U begeleiden? Nee, deze gedachte is te overweldigend voor een geschapen geest. O, laat mij toch eerst nog wat meer tot mijzelf komen, want het duizelt mij van Uw oneindige grootheid.'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De franciscaan zegt: 'Ik dank je beste vriend, voor deze voortreffelijke uitleg! Zij is waar en een grote God waardig, en elk gemoed moet in haar geruststelling vinden. Toch zijn er nog zaken, die als hoofdzonden van de menselijke natuur moeten worden beschouwd. Men kan er niet zo mee omgaan als met de vijanden die ons kwaad deden. Daartoe behoren bijvoorbeeld bepaalde vormen van bedrog die men tegenover anderen heeft gepleegd en met de beste wil van de wereld niet meer goed kan maken. Eveneens zijn ontucht, verkrachting, zelfbevlekking, knapenschending (vaak zelfs op gewijde plaatsen) enzovoort, door God streng verboden en met eeuwige verdoemenis beladen zonden, die men nooit meer ongedaan kan maken en die ondanks de biecht een niet uit te wissen smet op de ziel moeten achterlaten. Het is daarom zeer de vraag: wat doet de heilige Godheid daarmee? Worden deze gebreken ook door een welgemeend 'Heer vergeef ons, zoals wij vergeven' van de schuldenlei afgewist?'
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De vreemdeling zegt: 'Vriend, als jij de Godheid wijzer vindt dan de wijste mensen, dan zul je ook moeten aannemen, dat de natuurlijke zwakheden van de mensen door Gods ogen veel beter beschouwd worden dan door die, waarmee heel wijze mensen deze bezien. Jij hebt weliswaar veel gezondigd in je vlees, omdat je er vaak door verleid werd. Je had deze verleidingen wel kunnen bestrijden, als je het ooit echt oprecht zou hebben geprobeerd, maar dat vond je te moeilijk, want de lusten van het natuurlijke leven waren voor jou te bekoorlijk; daarom bleef je wat je vlees betreft onveranderd dezelfde. Maar kijk, daar kwam de Godheid, voor jou onbewust, tussenbeide, leidde je weg uit je zinnelijke, vreedzame cel en plaatste je op het slagveld. Daar had je dan gelegenheid te over om het einde van het vlees en zijn lusten in de meest afgrijselijke taferelen te aanschouwen en je werd daardoor wat nuchterder. Tenslotte moest jouw vlees zelf ondervinden welke waarde er school in al zijn lusten en hun bevrediging. Kijk, zo heeft de Godheid jouw vlees gestraft en je ziel hiervan gezuiverd. Daarom hoef je niet meer te vragen, hoe het verder met je zonden zal gaan. Ik zeg je: zij hebben met het vlees hun oordeel en hun einde bereikt, want wat van het vlees is, wordt ook met het vlees geoordeeld en begraven.
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De vreemdeling zegt: 'Geen ziel wordt ooit van haar vrijheid, haar bewustzijn en haar herinneringsvermogen beroofd. Wat zij wil, dat krijgt ze. Wil zij opstaan, dan zal zij opstaan. Wil zij echter nog dieper onder haar graf afdalen naar de hel, dan wordt haar de weg niet versperd. Wel wordt de hel door God toegelaten en als het ware voor eeuwig op zichzelf staand van alle hemelen afgescheiden; voor zo' n ziel geldt dat echter niet. Deze wordt namelijk niet geoordeeld, behalve door haar eigen liefde en de volledige vrijheid van haar wil. Wil zij naar de hel, omdat door deze haar eigenlijke liefde wordt bepaald, dan zal zij naar de hel gaan en wij allen zullen niet in staat zijn om haar daarvan af te houden. Wil zij echter naar de hemel, dan zullen wij haar ook met alle liefde opnemen en langs de beste wegen daarheen geleiden. Zo gaat het volgens de goede ordening van God!'
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Hoe dichter zij het huis naderen, des te meer valt hun de grootsheid en de onuitsprekelijke pracht en majesteit van het gebouw op. Reeds in de nabijheid van het huis kan Bathianyi zich niet meer inhouden van verwondering en zegt vol geestdrift: 'Vriend, dat kunnen noch engelen noch de wijste geesten van alle sterren hebben gebouwd, maar dit heeft God met hoogsteigen hand gebouwd! Deze grootte en de daarbij toch nog buitengewoon esthetische symmetrie is met niets te vergelijken. Ah, dat is meer dan wij allen ooit zullen begrijpen! Wel, wanneer dit huis aller huizen van buiten al zo onuitsprekelijk mooi is gevormd, hoe zal het binnen dan wel ingericht zijn?'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De generaal beantwoordt de groet en zegt daarop: 'Mijn beste vriend, van iets doen is hier helemaal geen sprake. Alleen maar van genieten van al datgene, wat de grenzeloze goedheid en liefde van de Heer Jezus ons in de grootste overvloed schenkt. Wanneer het genot der gelukzaligheid niet verbonden zou zijn met een wonderbaarlijke verscheidenheid, zou men werkelijk met Job moeten uitroepen: 'O Vader, beste Vader, hou toch eens even op met zegenen!' Ja vriend, hier leert men Christus pas echt kennen! Maar ik hoef je verder niets te vertellen, want het verdere verloop zal je alles duidelijk maken. Wil je iets begrijpen van de wijsheid, almacht en liefde van de Heer, zie dan alleen maar eens naar de pracht van deze zaal en je zult al enigszins een idee krijgen van Christus, de enige Heer van hemel en aarde.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De graaf zegt: 'O Heer, eeuwige goedheid en zachtmoedigheid, dat is mij helemaal uit het hart gegrepen! Deze monnik is weliswaar op zich wel een goede ziel, als er al buiten U nog iets goed kan zijn, maar zijn ideeën over de verhouding van God tot Zijn schepselen en omgekeerd zijn onverteerbaar. Ik vraag U, Heer, neemt U hem maar een beetje onder handen, zoals men pleegt te zeggen.' Ik zeg: 'Heel goed, maar nu een beetje zachter, want ze komen ons al tegemoet!'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Tamelijk goed, maar wat moet ik ermee? Moet ik daarom soms die onbekende vriend voor een verklede Heer van hemel en aarde aanzien? Of is het misschien iemand anders hier? Is het uiteindelijk die met die stralende hoed? Maar die ken ik, omdat hij op aarde van mijn stand was. Hij moet hier pas deze uitstraling van zijn hoofd hebben gekregen, want op aarde was er zeker niets dat minder straalde dan zijn hoofd. Zeg mij dus, waar is dan die verklede, opdat ik erheen ga, voor Hem neerval en Hem op gepaste wijze kan aanbidden!'
Hoofdstuk 147: Bathianyi's wroeging. De Heer over het rijpingsproces in de mens tot de hoogste Godskennis. De nog blinde franciscaan krijgt duidelijke wenken van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Nadat de tafel zo goed mogelijk is verzorgd, zeg Ik tot de negenentwintig nieuwelingen: 'Kom dichterbij, vrienden en broeders! En jij, Miklosch, die door de franciscaan voor duivelskerel bent uitgemaakt, kom hier bij Mij! Neem en eet het eerst het brood des levens en drink tevens de wijn van inzicht en kracht! En zeg dan tegen de franciscaan, die allang een lege maag heeft, hoe jou deze helse kost smaakt!'
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1161 - 1162 - 1163 - 1164 - 1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186  ...