Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1177 van 1490

...  1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190  ...
[12] Daarom ben ik niet zo nieuwsgierig naar de achtergronden van al deze wonderen als broeder Robert. Alleen zou ik graag willen weten wie toch die geesten zijn, die in de vrije ether voor ons hebben gespeeld. Dat zij op hun manier ook heel gelukkig moeten zijn, heb ik uit de vriendelijkheid van hun gezichten kunnen opmaken. Maar wie zij eigenlijk zijn en wat hun bestemming is, kan alleen maar U, 0 Heer en Vader, bekend zijn.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Bij het binnengaan in deze geestenwereld zijn mij vaak ook wel vreemde verschijnselen opgevallen, voornamelijk in mijn eerste huis. Maar langzamerhand kon ik ze begrijpen omdat ze met mijn innerlijk corresponderend verschenen. Maar hier ben ik immers mijn diepste innerlijke zelf, waarachter zich toch niet iets nog meer innerlijks kan verbergen. Waar komt dan deze eigenaardige verschijning vandaan?'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] Ik zeg: 'O nee, dat is de maan van de aarde. Kijk eens naar haar duistere land en daar iets verder weg naar een kleine groep dwergachtige, menselijke wezens! Dat zijn de eigenlijke bewoners van de maanzijde, die steeds van de aarde afgekeerd is. Hun grootste lust zijn hun vrouwtjes, die ze uit pure liefde en tederheid meestal op hun schouders ronddragen. Boven hen zien jullie heel montere geesten rondzweven. Dat zijn de zielen van gestorven maanmensjes. Het is hun een vreugde om voor hun nog sterfelijke broeders goed te zijn en hen voor allerlei gevaren te behoeden. Hun aandacht is er hoofdzakelijk op gericht, dat de zeer materiële geesten, die de kale zijde van de maan, die steeds naar de aarde toegekeerd is, bewonen, niet bij de bewoners van de begroeide kant van de maan kunnen komen, omdat ze deze in hun huis, dat uit een ondergronds hol bestaat, aanzienlijke schade zouden kunnen toebrengen.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Keizer Rudolf zegt: 'Ja Heer en Vader, maar ik ben niet erg gesteld op deze waardigheid. Want zo'n engel heeft dan toch nooit even tijd om hierheen te komen en van zijn grote inspanningen wat uit te rusten.' Ik zeg: 'Ach, maak je daar maar geen zorgen over. Elk van dit soort engelen heeft miljoenen andere onder zich, die zijn wil uitvoeren. Hij kan zo vaak hij wil hierheen komen en van Mijzelf verdere gedragsregels ontvangen en de nodige versterkingen tot zich nemen. Bij de voorheen gehouden grote maaltijd heb je er velen gezien, die nu al weer op de plaats van hun bezigheid verblijven.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik zeg: 'Dat zijn engelen die hun taak hebben in deze bovenste hemel. Als jullie daartoe met de nodige wijsheid zullen zijn toegerust, zullen ook jullie van tijd tot tijd hun taak krijgen. Zij zijn verantwoordelijk voor de instandhouding van alle werelden en zijn daarvan de opperste leiders en gidsen. Kijk, zo'n montere engel is niet zelden heer en bestuurder van een heel zonnen gebied. Om echter zo'n regentschap te kunnen aanvaarden, moet hij vooraf wel heel veel leren kennen en veel scholen doorlopen. Onze Cado, een heel begaafde geest, is op aarde reeds begonnen met dienen en regeren. Hij vervult zijn taak goed en is in staat de verschillende geesten volledig in hun waarde te laten. Daarom krijgt hij ook een steeds grotere werkkring.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ja, dat geeft weer aanleiding tot duizenderlei vragen! Bijvoorbeeld: wij zijn toch, toen we van de aarde hier in deze stad aankwamen, over de begane grond Uw heilige huis binnengegaan en hebben toen nergens een balkon gezien. Nu zijn we in datzelfde huis op de begane grond en kijk nou eens: de kamer, even groot en prachtig als de zaal boven ons, heeft twaalf deuren, waardoor men op de uitzichtbalkons komt, waarvan eerst geen spoor te zien was. En men ontdekt daar dan verder, dat dit huis als een hemellichaam vrij in de ether rondzweeft - terwijl men daarbij van een verdere stad, die toch een eindeloze uitgestrektheid had, niet één huisje meer kan zien! Ook voerden er drie volkomen gelijke deuren op een rij in één en dezelfde wand naar deze raadselachtige vrije ruimte - en kijk, ik zie ze niet meer. Heer en Vader! Wie dat volkomen begrijpt, moet, zoals men zegt, van goeden huize komen.
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert bekijkt de diepte onder zich, wijkt vlug van de balustrade terug en zegt: 'Heer, dat zal ik wel achterwege laten, want beneden ons is een grote diepte! Hoe komt dat nu? Wij zijn toch vanaf de begane grond naar buiten op het _balkon gelopen en men zou toch denken dat we ons nog op de begane grond bevinden. Maar bij deze oneindige diepte beneden ons, die talloze vaste-sterren-afstanden groot is, kan van een begane grond onmogelijk sprake zijn. Op welke grond is Uw huis dan gebouwd, o Heer en Vader? Onder het balkon houdt de wand op en men ziet niets anders dan de eindeloos uitgestrekte diepte van Uw schepping. Hier begrijp ik helemaal niets van!
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Inmiddels bevinden wij ons nu allemaal op de grond van het gelijkvloerse venrek en willen daar meteen het noodzakelijkste in ogenschouw nemen. Kijk naar de vier grote wanden. In iedere wand zien jullie drie deuren. Door deze deuren hebben jullie toegang tot alle werelden en hemelen en hun gemeenschappen die zich in de hele oneindigheid bevinden; alleen niet tot deze hoogste en binnenste hemel waarin jullie nu zijn. Kom nu naar de noordzijde; dan zullen we vlug een begin maken.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Het is ongeveer zoals bij een onrijpe, rotte appel, die kan overgaan in schimmel en zwammen. Daaruit kan echter geen appel meer ontstaan; in het beste geval nog een parasiet. Deze vertoont dan weinig gelijkenis meer met de oorspronkelijke boom en de oorspronkelijke vrucht. Zeg Mij, of jullie dit nu volkomen begrepen hebben?'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Voorzover Ik bemerk, begrijpen jullie nu wel wat de eeuwige dood als zodanig eigenlijk is, maar het eigenlijke kwaad van deze toestand zien jullie nog niet in. Dus moet Ik voor jullie hier bij het afdalen van deze wenteltrap nog het een en ander aan toevoegen. Luister dus!
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Als er op aarde voortdurend maar één wind zou waaien, zou er nooit regen komen. Maar komt deze ene wind een andere tegen, dan zullen daardoor meteen verdichtingen in de lucht ontstaan, die eerst als neveltjes en tenslotte als zware regenwolken zichtbaar worden. De wolken laten de wind echter niet zien zolang de wind puur wind blijft, maar heeft de wind eenmaal wolken uit zichzelf geschapen en heeft hij zich met hen bekleed, dan maken de wolken de wind zichtbaar en tonen door hun beweging zijn richting aan. Ik denk nu, vrienden en broeders, dat deze zaak jullie wel duidelijk is geworden.'
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Als uit één mond zeggen allen: 'Heer en Vader, nu is ons alles volkomen duidelijk! Er valt weliswaar over de toestand van zo'n zelfzuchtig, verloren wezen niet veel heugelijks te vertellen, maar desalniettemin komt toch steeds Uw grote liefde en barmhartigheid tevoorschijn, want bij U zijn immers alle dingen mogelijk. Er kan daarom na weliswaar ondenkbaar lange tijdsruimten toch ook voor deze wezens het uurtje aanbreken waarop zij zichzelf en U steeds meer in de oorspronkelijke toestand beginnen te herkennen en lief te hebben en vanaf dat moment zowel voortschrijden in kennis als in liefde.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Zo'n ziel is dan geheel te gronde gericht. Haar eerste totaliteit moet door de macht van het vuur in haar afzonderlijke oerlevensvonken uiteenvallen en daarna, met geheel nieuwe vermengd, via een lange weg door het planten- en dierenrijk van een andere planeet in een heel vreemd zonnengebied in een veel lagere mensenvorm overgedragen worden. Op deze wijze blijft er dan van het oorspronkelijke wezen van zo'n ziel bitter weinig meer over. En dat is eigenlijk het allerergste, want zo'n ziel kan Mij dan onmogelijk ooit nog aanschouwen omdat zij dan alleen maar ziel zonder Mijn geest in haar is en blijft.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert, die al dicht bij de wenteltrap staat, zegt: '0 liefdevolle wijze Vader, wij komen woorden te kort om U voor zo'n opheldering naar behoren te danken. Men kan zich dus in de toestand van de 'eeuwige dood' zelfs levend en gelukkig in een of andere hemel bevinden, alleen is het eigenlijke oer-ik daarbij niet meer aanwezig. 0, dat is toch genade en nog eens genade van U! Wij verstonden onder de uitdrukking 'eeuwige dood' doorgaans de hel, waaruit eeuwig geen uitweg meer is. En als er al een is, daar bij U toch alle dingen mogelijk zijn, dachten wij, kan deze alleen maar een heel moeilijke zijn. Nu echter ziet deze zaak er heel anders uit. Dank en liefde voor U voor deze prachtige les!'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik wil daarmee echter niet zeggen dat kinderen die spoedig na hun geboorte sterven, niet het eeuwige leven kunnen verkrijgen, want met de aardse geboorte en rijpheid heeft deze gelijkenis niets te maken. Hier gaat het om zielen, die op aarde in Mijn genadelicht reeds buitengewoon mooi gebloeid hebben en in het begin het sap des levens gretig hebben opgezogen. Toen daarop evenwel de noodzakelijke tijd van beproeving kwam, hielden zij hardnekkig hun voedingsorganen gesloten en weigerden steeds het werkelijk wrang smakende zout des levens op te zuigen. Het gevolg daarvan was al spoedig de volledige afscheiding van de hen voedende twijgen, waarop de op geen enkele manier meer tot leven te brengen dood volgde. Daarom laten we zulke vruchten doof en blind hun korte leven genieten; voor hun volledige nietigheid duurt het altijd nog lang genoeg.'
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1165 - 1166 - 1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190  ...