Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1179 van 1490

...  1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192  ...
[1] Nadat dit allemaal is gebeurd, begeven zich hele processies, die van alle kanten komen, in de grote eetzaal. In minder dan geen tijd staan vele duizenden in de zaal en nog steeds komen nieuwe groepen van nog eens duizenden naar binnen. Robert en het hele aanzienlijke gezelschap dat vlakbij Mij staat, beginnen grote ogen op te zetten als de enorme stroom nog steeds niet wil ophouden. En Robert vraagt Mij heel zachtjes: 'Maar bij Uw almachtige naam, de zaal is reeds helemaal volgepropt met mensen en nog is het einde niet in zicht! Waar zullen zij dan een plaats vinden? We hebben de grootste tafel zo rijk mogelijk gedekt, maar wat heeft ze te bieden aan deze enorme volksmenigte?'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Wees maar gerust; je hebt toch op aarde ook al gehoord dat er vele makke schapen in een hok gaan. Zo zullen ook de bewoners van Mijn huis tenslotte voldoende plaats vinden!' Totaal verbaasd zegt Robert: 'Wat? Zijn dit allemaal slechts bewoners van dit ene huis? Ja, hoeveel wonen er dan wel hier? Het moeten er wel miljoenen zijn! Ah, nog steeds geen einde! Maar wat zie ik nu? De zaal wordt almaar groter en groter of lijkt dat alleen maar zo? Nu beginnen ook de galerijen vol te geraken! Nu pas is het einde van de stroom door de geopende deuren te zien! O Heer, hoevelen bevinden zich nu in deze grote zaal?'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Nou, nou, lieve dochter Helena, het is allemaal alweer in orde. Robert is gerechtvaardigd omdat hij broeder Petrus volgde. Broeder Petrus is eveneens gerechtvaardigd, want hij weet wat hem bij zulke gelegenheden te doen staat, en jij bent ook gerechtvaardigd omdat je Mij door Robert binnen wilde laten roepen. Ikzelf echter ben nog nooit onrechtvaardig geweest; zodoende hebben wij elkaar niets meer te verwijten. Daarom zullen we nu de maaltijd gebruiken. Ga, en roep het gezelschap! En jij, broeder Petrus, open alle deuren die naar deze eetzaal leiden. '
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg je: de Heer meet de tijd van een ieder, en zo is ook de tijd van elke tiran nauwkeurig afgemeten. Vaak ontbreekt slechts de laatste druppel; valt deze, dan is de tijd ten einde. Maak je daarom geen zorgen meer over de omstandigheden op aarde! De Heer weet het beste hoe Hij deze moet leiden en beslechten.
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Hoe vaak heb ik reeds van de betere aardbewoners de wens vernomen, of de Heer toch eindelijk eens een einde zou willen maken aan het pausdom. Maar de Heer talmt nog steeds en weet heel goed waarom Hij dat doet. Dat Hij echter niet meer lang zal talmen, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn. Rome verbeeldt zich wel gelijk een feniks te zijn, die zichzelf verbrandt en dan weer prachtiger dan voorheen uit zijn as verrijst. Maar deze keer zal het uiteindelijk as blijven. En zo zal het nu ook veel anderen op aarde vergaan! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Petrus zegt: 'Vriend, daar bekommeren wij ons hier maar weinig om! De mensen zijn vrij in hun aards politieke betrekkingen en hun staatkundige verhoudingen en kunnen deze regelen zoals ze willen. Als zij een rechtvaardige overheid hebben, moeten zij deze gehoorzamen en één zijn met haar, dan zullen ze rust en vrede hebben. Alle burgers van een staat moeten hun vorst in geval van nood ook bereidwillig terzijde staan, dan zullen zij een gelukkig volk zijn en rijk aan alle aardse zaken. Voor een volk dat echter bij alle bittere gebeurtenissen waardoor het door eigen schuld getroffen wordt, de schuld op de regenten schuift, zal er weinig sprake van geluk meer zijn. Waar volkeren ook maar begonnen te twisten met hun regenten, kregen hun vijanden spoedig gelegenheid om te lachen.
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Deze geesten en engelen blijven niet altijd hiermee bezig, maar worden van tijd tot tijd door anderen vervangen. De afgelosten krijgen dan meteen weer een andere taak toebedeeld. In de hemelen is nooit sprake van eentonig werk; overal heerst de meest vrije en veelsoortige afwisseling. Iemand houdt zich bezig met hetgeen hem vreugde en zaligheid bereidt. Heeft hij dan geen plezier meer in de een of andere bezigheid, dan is er direct genoeg voorhanden waaruit hij kan kiezen, wat hij maar wil. Dat zal toch wel meer dan genoeg vrijheid zijn?'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Petrus zegt: 'De eerste consumenten zijn wij. Als tweede komen alle bewoners van deze stad, die waarlijk naar het oosten toe geen grenzen heeft. En de derde groep consumenten zijn de bewoners van de twee lagere hemelen. Via deze naar beneden ook de hele geestenwereld en via haar de hele natuurwereld. Want het is een model tuin voor de gehele oneindigheid! Begrijp je het nu?'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Maar nu aan de slag! Kijk daar die grote tafel van het zuiverste, doorzichtige goud. Die zullen we naar het midden van deze zaal trekken en hem dan rijkelijk voorzien van brood en wijn en allerlei hemelse vruchten, die we daar in de grote kast aan de middagwand in overvloed zullen aantreffen.'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Na deze woorden van Petrus is Robert tevreden; allen gaan aan de slag en dekken in enkele ogenblikken de tafel. Als Robert de heerlijke vruchten van allerlei soort ziet, zegt hij: 'Waarlijk, wat op alle betere hemellichamen wel als het edelste fruit voorkomt, is hier in volle rijpheid en overvloed voorhanden. De ananas van onze aarde is hier de enige mij bekende vrucht.'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Robert ziet door het raam een enorm grote tuin met een overvloed aan fruit. Als versteend blijft hij staan en zegt: 'Hoor eens broeder, dat zal toch wel de tuin aller tuinen van de gehele oneindigheid zijn! Wat een onafzienbare uitgestrektheid! Wat een indeling en wat een overvloed aan talloze soorten van de edelste en zeldzaamste vruchten! Werkelijk, uit deze tuin zou de hele aarde met een eenmalige oogst tenminste voor duizend jaar voorzien kunnen worden! Maar wie kan deze bijna huiveringwekkende massa dan verorberen?'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Petrus zegt: 'Je vergist je, broeder, als je van mij zou denken dat de gewoonte deze werken voor mij alledaags en minder achtenswaardig zou hebben gemaakt! Integendeel! Ik bekijk echter alles met een zekere gemoedsrust en verkondig de lof van de Heer in mijn hart. Jij bent hier nog een nieuweling, kent de juiste gebruiken van het huis nog niet en hebt bovendien een zeer levendige en vurige geest. Daarom sta jij ook meteen in vuur en vlam. Als jij mettertijd het grote huis van de eeuwige Vader en diens liefdevolle huisregels nader hebt leren kennen, zul je mijn gedrag zeker helemaal goed vinden.
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Robert neemt nu Peter, Helena en Eljah mee en begeeft zich met Petrus, Paulus en Johannes in het naastgelegen vertrek. Van louter verwondering weet hij zich hier weer helemaal geen raad en daarom zegt hij tegen Petrus: 'Vriend, broeder, jij gaat hier zo totaal onbevangen naar binnen en lijkt helemaal niet te letten op die talloze heerlijkheden in deze grote zaal van God. Dat is werkelijk merkwaardig! Kijk, voor mij zou deze zaal een onderwerp zijn om eeuwig te bekijken en te bestuderen’.
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zonder deze onvoorwaardelijke hoogste vrijheid zou Ik, en zouden allen die met Mij volledig één zijn geworden, je reinste illusie zijn, en de volkomen gelukzaligheid van Mijn kinderen een leugen. Daarom kun je je hier helemaal gedragen al was je volkomen de heer des huizes. En anderen kunnen dat eveneens doen, want hier in Mijn huis bestaat geen rangorde. Hier is iedereen helemaal broeder en zuster en alleen Ik ben jullie aller Heer en Vader. Naar geest en innerlijke waarheid ben Ik echter ook jullie broeder. Nu weet je alles; handel daarom en vraag niet weer!'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Rudolf zegt: 'O Heer en Vader vol goedheid, liefde en erbarming! Wij drieën zijn nu zo onderscheiden dat wij U eeuwig nooit genoeg kunnen danken. Maar mijn overige aardse kinderen, hoewel opgenomen in deze hoogste hemel, zijn toch buiten deze stad geplaatst en kunnen onmogelijk even gelukkig zijn als wij. Zou het niet mogelijk zijn dat ook zij hierheen mogen komen en aan ons worden gelijkgesteld?'
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1167 - 1168 - 1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192  ...