Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 119 van 1166

...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de Farizeeër deze les uit Mijn mond hoorde, sprak hij heel somber en met een ernstig gezicht: 'O grote, heilige, voor de hand liggende waarheid! Hoe heerlijk, hoe groot ben je! Hoe gelukkig zouden alle mensen op deze aarde kunnen zijn, als ze in die heilige waarheid woonden en hun levenswandel daarnaar richtten! Maar, o Heer, er is een levensgroot maar! Zo lang er nog een stofje van de aarde bestaat, of zolang de mensen deze aarde bewonen zullen, zal er hebzucht, nijd, gierigheid, hoogmoed en de alles bedervende heerszucht onder hen zijn, allemaal zaken uit de basis van de hel; en op die bodem zal deze waarheid, die ongetwijfeld uit de hemel is, toch nooit wortels krijgen en hij zal door al die duizendmaal duizend hellekinderen tot de laatste letter achtervolgd worden! Wat heb je dan aan zo'n hemelse waarheid?!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar de oude had gehoord wat de drie engelen tegen de vrouwen zeiden; daarom ging hij naar hen toe en zei: 'Ik heb zojuist gehoord, dat u de naam van mijn stamvader hebt genoemd en u liet toen merken dat mijn naam u niet onbekend is; door Gods genade gaf u het dode oog van de oude Tobias weer licht en leven.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk, beste en eeuwige vrienden van God, binnenkort wordt ik volledig blind; met het ene oog zie ik al niets meer, en het andere begint ook al veel zwakker te worden. Wat zou u er van denken om mij het volle licht van mijn ogen weer te geven? Dat zou voor u toch met weinig moeite mogelijk zijn! Help mij alstublieft!'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De oude zegt: 'Heer! Ook ik was in Kapérnaum, waar U de dochter van overste Jaïrus van de dood in het leven hebt teruggebracht; toen geloofde ik al. Maar ik moest nog meer zien en horen opdat mijn geloof sterker zou worden; en ik heb gezien en gehoord en nu geloof ik, dat U, o Heer, alles kunt wat U wilt. Als U, o Heer, mij dus genezen wilt, dan kunt U dat ook helemaal!'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Ik zei tegen hem: 'Jij hebt ook Mijn gebod gehoord; zwijg jij dus ook over alles, wat je hier gezien en gehoord hebt, anders zal je overkomen, waarvoor Ik iedereen gewaarschuwd heb!' Toen stond de oude op en bezwoer dat hij zou zwijgen als het graf.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ik met mijn onopvallende scherpzinnigheid zag toch dingen gebeuren waardoor mij de schellen van de ogen vielen, en waardoor ik nu heel goed en precies weet waar ik aan toe ben. Hebben jullie die mannen niet gezien, die als engelen op de bergtop naar ons toekwamen?' - Iedereen knikt instemmend. -Weten jullie ook, wie het zijn en waar ze vandaan zijn gekomen?' -Men schudt ontkennend het hoofd. -'Ik zal dat jullie eens uit de doeken doen! Kijk en luister:
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Een ander zegt nu: 'Als we deze zaak alleen beschouwen uit het standpunt van deze wereld, dan heb je geen ongelijk; maar als er na de dood nog een leven is voor de ziel van de mens, waaraan ik nog nooit heb getwijfeld, dan hebben al deze wereldse overwegingen en betrekkelijkheden helemaal geen waarde, en dan is deze Jezus een zon voor de nacht van de menselijke geest en toont hij ons de goede weg, waarop wij al tijdens ons lichamelijke bestaan in het grote hiernamaals kunnen zien en uit het vaderhuis het heerlijke voedsel voor het eeuwige leven kunnen halen!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik ben een geboren Galileeër en nu al meer dan zeventig jaar oud, Ik ben al meer dan veertig jaar priester en kan al dertig jaar lang slecht zien, één oog was al helemaal blind en met het andere zag ik alles in elkaar overlopend en onzuiver. Bij ontelbare doktoren, die uit alle wereldstreken naar Kapérnaum kwamen en zich in hun kunst verbeeldden bijna bovenaardse wezens te zijn, slangen en wilde dieren temden, vogels de kop afsneden en er weer in een oogwenk opzetten, kortom echte mirakelen verrichtten, heb ik voor veel geld voor mijn ogen middeltjes gekocht en ze precies volgens voorschrift toegepast; maar het hielp niets!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Zie dit is Mijn knecht, die Ik heb uitgekozen en die Ik het meest liefheb, waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal aan de heidenen het oordeel verkondigen! Hij zal niet schreeuwen of twisten, en zijn geroep zal niet op de straten te horen zijn. Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende pit niet doven, totdat Hij voor de overwinning het oordeel uitvoert en de heidenen hun hoop zullen stellen op Zijn naam!' (Jes. 42,1-4)
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als Hij kroon en scepter zou willen, mijn hemel, Hij heeft er meer dan voldoende macht voor! Want net zoals Hij Zijn apostelen in een oogwenk uit alle windstreken door Zijn onzichtbare dienaren door de lucht kan laten vergaren, wat we met eigen ogen hebben gezien, net zo zou Hij alle heersers van deze aarde kunnen verzamelen en hen heel eenvoudig ter verklaring kunnen zeggen: 'Ik ben de Heer, en jullie allen zijn voor eeuwig afgezet! Als jullie Mijn knechten wilt zijn dan mag je bij Mij blijven; maar wil je dat niet, verdwijn dan en verga!'
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De vreselijk ontstelden antwoorden: ' Je weet toch, dat we de geboden van Mozes moeten houden, waarop we bij de hemel en bij de tempel hebben gezworen! Als nu deze Jezus overal het tegenovergestelde leert en doet, dan kunnen we toch niet zo maar onze eed omruilen voor deze bijna geheel anti-mozaïsche leer? Maar we zullen nadenken en zien, wat er aan te doen is! Nu zeggen we niet ja en ook niet nee; want er staat geschreven, dat er uit Galiléa nooit een profeet zal opstaan! En daarom is deze geschiedenis, hoe wonderbaarlijk ze ook op haar unieke manier is, toch altijd gekoppeld aan veel dingen die tot nadenken stemmen!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Dan zegt een andere Farizeeër op de achtergrond, die gedurende de gehele lange verhandeling heel rustig had geluisterd, zonder intussen de een of andere mening naar voren gebracht te hebben: 'Vrienden en broeders! Om deze wonderbare geschiedenis te begrijpen, moet je nuchter en uitgeslapen zijn; wij zijn echter allemaal meer of minder dronken van de avondmaaltijd en daarbij hebben we veel slaap! Hoe kunnen en willen we dan zo over zo'n wonderbare en tevens belangrijke en ernstige zaak een deugdelijk oordeel uitspreken?
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De Farizeeën zeggen: 'Kunnen we dan nog een poosje gaan rusten?' Ik antwoord: 'Beslist wel! Want de aarde heeft het licht van jullie ogen niet nodig bij zonsopgang, maar wel het licht van Mijn ogen, opdat het licht worde in de diepte!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] De oude Tobias zegt: 'Ik begrijp het wel en blijf daarom ook hier buiten; misschien wordt het in mijn diepte dan ook licht.'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...