Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 119 van 215

...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...
[35] En al die zonnen die nog door geen enkele geschapen engelengeest geteld zijn, al die zonnen met al hun grote vuurbewoners, wat doen zij dan, of wat kunnen zij doen? - Luister! Onmogelijk iets anders dan wat de grootste oeraartsengel doet: zij vervullen in hun verheven eerbiedsvolle stilte de heilige wil van de grote, boven alles goede Vader; en dat is alles wat zij kunnen doen. En elke zon verkondigt nog haar lofprijzingen aan de eindeloos verre scheppingen en ook onderling verkondigen zij elkaar in stilte door hun verre stralen dat er slechts één God is en dat deze God een en dezelfde is als de heilige, liefdevolle Vader, die hen liefhebbend schiep voor de liefde, om ook de verre donkere ruimten te beminnen en ze te doen opleven met de liefde van de heilige Vader.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Zie, dat is zeer ijdel, want spoedig zul jij tezamen met je broeders inzien dat zelfs de allerhoogste en meest volkomen engelengeest van de bovenste hemel eeuwig nooit de volledige zin van Mijn bedoeling met jullie allen kan bevatten of begrijpen!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Want waar is in de gehele oneindigheid in alle eeuwigheden der eeuwigheden een wezen geschapen dat in staat is iets dergelijks uit zichzelf voort te brengen?!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Een broeder van Garbiël liep achter hem en zei heel zacht tegen Garbiël: 'Luister broeder! Wanneer ik nu deze niet ontelbare sterren bezaaide hemel zie en wij weten nu reeds allen van Seth en Enos en ook heel duidelijk van Henoch dat deze sterren louter onbegrijpelijk grote, lichtende hemellichamen zijn, - broeder, en wanneer deze verhelderende gedachte mij zegt: 'Besediël, kijk, daar vooraan loopt de Schepper van al deze talloze en mateloos grote wonderen, de almachtige, meer dan heilige Schepper! Eén heilige gedachte van Hem en de eindeloze ruimte zal onmiddellijk leeg zijn, begraven in zijn eigen eeuwige, oneindige nacht; en wederom een heilige gedachte van Hem, die daar vooraan loopt, en nieuwe heerlijke scheppingen lullen schitterend stralen door de grote ooreindigheid!', - o broeder, wat voor een onuitsprekelijk gevoel overweldigt dan mijn hart!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wat echter de goede geur en smaak betreft, daarvoor biedt mijns inziens de gehele aarde geen vergelijkbaar treffend beeld meer, - behalve als ik de zin van de woorden van Diegene die nu in ons midden is (de heilige, meest liefdevolle Vader!), vergelijken mag met de zin van mijn ledige gezwets, welk onderscheid eindeloos en voor iedere geschapen tong onuitsprekelijk is.
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En deze jongeling keek omhoog naar de hemel van waaruit een eindeloos krachtig licht zich over hem uitgoot; en het was alsof uit dit licht duidelijk verstaanbare woorden klonken:
Hoofdstuk 57: Henochs woorden over de welbespraaktheid van Garbiël. Garbiëls innerlijke beschouwing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Mijn hart zelf werd nu zo groot, dat ik daarin als het ware een geheel nieuwe hemel aanschouwde, getooid met talloze nieuwe sterren, die in de heerlijkste constellaties midden op de dag straalden, en toen zag ik hoe daar een nieuwe heerlijke aarde opdook, alsof zij uit grote watervloeden oprees en een vreedzaam geslacht in een lang huis, dat op de golven stond, met zich meevoerde.
Hoofdstuk 59: Het visioen van de verlegen Sehel en zijn overeenstemming met Noach en de zondvloed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] 'Sehel, Ik zeg je, je bent geen mens meer, maar een reine en grote engel van de meest verheven hemel!
Hoofdstuk 61: De misstap van Sehei. Abedams grote getuigenis over Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Ja, Ik zeg je: wat je nu bent, was je al in het lichaam van je moeder: een onsterfelijke oerafstammeling uit de allerhoogste hemel, waar niemand woont dan alleen de alleronschuldigste liefde van de kleinste geesten, die echter juist daarom de meest machtige zijn en de meest wijze, omdat zij in het allerinnerlijkste, heiligste midden van Mijn hart wonen!
Hoofdstuk 61: De misstap van Sehei. Abedams grote getuigenis over Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Of ik nu een geschapen oeraartsengelengeest ben of een die later uit diezelfde liefde is voortgekomen, wat voor een onderscheid geeft ons dat dan ten overstaan van God?
Hoofdstuk 62: Sehels verheerlijking en zijn heerlijke diep wijze woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] En zie, toen schoten meteen drie van de mooiste sterren omlaag uit de hoge hemel van mijn hart, dat zich tevoren zo had uitgebreid en deze drie sterren waren drie volkomen ronde bellen, die net als de zon een uiterst fel licht uitstraalden!
Hoofdstuk 64: Het visioen van Horidaël. De innerlijke, onderrichtende stem in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] En drie sterren van je eigen hemel maakten zich los en zweefden uitzonderlijk helder stralend voor je aangezicht; maar je begreep dit teken nog niet en vroeg weer.
Hoofdstuk 65: De roeping van Horidaël tot schrijver van de vrije tekens die overeenstemmingen bevatten en aanduiden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zie, dat weet geen geschapen keest, maar alleen Ik, de oneindige, eeuwige Meester van al het leven! Indien Ik jullie als je heilige, meest liefdevolle Vader nu Zelf voltooi voor dit rouwig ondoorgrondelijke leven van jul~ hr in Mij en jullie doe groeien en alles was( (les doods is uit jullie weg neem, Purhal, hoe kan het dan in de gedachte van jou en van alle anderen ook maar in de verste verte opkomen dat Ik niet te vertrouwen zou zijn?!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] De hoge Abedam zei echter geruststellend: 'Abedam, sta op en wees kalm! Jouw vragen zijn weliswaar puur onkruid van de materiële wereld, maar ook dorens en distels zijn door Mij geschapen, opdat zij jullie door hun stekels zullen wekken, wanneer je zo maar in het wilde weg blindelings over de aardbodem rondrent en niet weet waarheen je gaat, waarom je gaat en wat je wilt.
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Opdat je echter de grote domheid van je vraag volledig zult inzien en wel in één keer, moet je Mij vanuit jezelf eens zeggen: wat is eigenlijk de grondslag van alle geschapen dingen?'
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...