Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 119 van 139

...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...
[15] Dit karakteristieke openbaart de vrije intelligentie, waardoor elk ding op zijn manier zich van een of meer vermogens en bekwaamheden als het ware bewust is. Naast deze karakteristieke kenmerken openbaart zich ook een noodzaak, zoals bijvoorbeeld dat een steen vast moet zijn, een plant in een of andere vorm moet groeien en vrucht dragen, evenals een dier dàt moet zijn en moet doen waartoe hij bestemd is. Deze noodzaak ligt niet in de materie maar is het werk van de volkomen geesten, aan wie deze taak is opgedragen.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Hoe de geesten in deze regio echter hun werk verrichten, zullen we in het volgende toelichten.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De zaadkorrel zelf heeft net zo min kracht om voedsel voor zichzelf te zoeken als een pasgeboren kind dat heeft, ja zelfs minder dan een kind in het moederlichaam, als er geen geesten waren die de zieleintelligentie specifica dié richting gaven, waardoor deze specifica zich juist naar dat bepaalde punt moeten begeven, waar hun speciale werkterrein ligt.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Nog een andere reden is, dat de gevangen oerzielen bevrijd moeten worden. Ze worden als nog zeer sterk gedeelde specifica in de verschijningsvorm van allerlei vloeistoffen naar de oppervlakte der aarde omhoog geleid. Daar wordt hun verlossingsweg langs de reeds bekende trappen van het planten- en dierenrijk gevoerd, onder leiding van de geesten die of de weg van het vlees al hebben doorlopen of die zonder deze te hebben doorlopen zich als volkomen geesten gemanifesteerd hebben. Dat zijn de jullie bekende aarde -, berg -, water -, vuur en luchtgeesten. Naast deze twee soorten geesten zijn er nog talloze hoeveelheden zielenspecifica die eerst los gemaakt en daarna samengevoegd en geordend moeten worden in één wezen, dat op elke trap van zijn ontwikkeling volgens de ordening met deze zielespecifica overeenkomt.
Hoofdstuk 40: Het werk van de geesten binnenin de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Waar men niets anders dan uitwerkingen ziet, daar moeten ook evenveel krachten als uitwerkingen zijn; en omdat al die werkingen geordend en planmatig zijn, moeten er ook evenveel intelligenties als kracht aanwezig zijn. En uit deze gevolgtrekking wordt dan ook begrijpelijk, dat de materie alleen maar uit zielen, dus intelligenties bestaat, die door hogere krachten en intelligenties volgens ordening en behoefte tijdelijk kunnen worden vastgehouden.. Als de tijd van het vasthouden verstreken is, ontwaken de afzonderlijke intelligenties en verenigen zich als oersubstantie weer tot dat wezen, waarin ze oorspronkelijk uit Mij, de Schepper, gevormd werden; en deze hereniging is dan gedeeltelijk het werk van de intelligenties zelf en gedeeltelijk dat van de bekende hogere geesten.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Weliswaar zal een vrome pelgrim - misschien naar Mariazell op weg - zeggen: 'Dat alles doet onze lieve Heer immers; Waarom zijn er dan nog intelligenties nodig?' - Dat is zeker waar; want de Heer zegt: 'Hemel en aarde en alles wat daarin is, heb Ik gemaakt en – nota bene - maak Ik nu nog'; maar als men dit maken overdrijft, dan zou Ik op de wereld ook nog veel moeten maken, wat Ik eigenlijk niet heb gemaakt en nog steeds niet maak, omdat Ik dat maken aan de mensen heb overgelaten, opdat ze ook iets te doen zouden hebben. Ze maken het wel alleen maar met de hun door Mij verleende kracht en Ik doe het daardoor eigenlijk door middel van hen, - en dat is alsof Ik het Zelf zou hebben gedaan. En zoals Ik door mensenhanden talloze dingen laat maken, evenzo laat Ik door de kracht van de liefde en wijsheid in Mijn engelen en geesten op aarde en op andere hemellichamen die dingen maken, die niet door de mensen gemaakt kunnen worden.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Kijk eens naar een spin! In dit diertje zul je twee intelligenties verenigd vinden. - De eerste is het herkennen van het voedsel dat het nodig heeft; dit voedsel wordt voor twee doeleinden gebruikt, namelijk voor de voeding van het dierlijk wezen en om het kleverige sap te bereiden, waaruit het haar net spint; dit is de éne intelligentie. De twééde intelligentie is de eigenlijke kunst van de spin om de draad uit zich te trekken, hem aan kleine haakjes te hangen en een net te spinnen of beter gezegd te vlechten, dit net dan met een parelachtige kleverig sap te overtrekken, en daardoor die dieren te vangen, die haar nieuw voedsel geven. Uit deze manier van handelen moet iedereen toch wel zien dat de spin een intelligentie moet bezitten; en die intelligentie is hetzelfde als wat natuuronderzoekers - wel wat ten onrechte - 'instinct' noemen; want instinct is eigenlijk een innerlijke drang om een bepaalde bezigheid, op een bepaalde manier, in het werk te moeten zetten. Maar wat de geleerden instinct noemen, dat is niet meer de intelligentie van het diertje, maar dat is al het leiding en richting geven door hogere geesten. Het zijn namelijk twee dingen: een bepaalde vaardigheid bezitten en: volgens deze vaardigheid een bepaalde handeling uitvoeren. Aan het bezit van zo'n vaardigheid is de noodzakelijke uitvoering daarvan nog niet verbonden; daartoe moet er nog een andere drang bijkomen en dan is het bezit van zulke vermogens en vaardigheden in een wezen, of in een psychisch specificum, juist de intelligentie. De dwang echter om naar zo' n inwonende intelligentie te handelen is niet in het wezen zelf als een instinct neergelegd, maar dat is de dwingende leiding van de kant van de hogere en volkomen geesten, die bijvoorbeeld onze spin de plaats aangeven waar, en de tijd wanneer ze haar speciale vaardigheid moet aanwenden. Want was dat niet het geval dan zou de spin of helemaal nooit, of aldoor maar door spinnen en ze zou zelfs het gezicht van een mens niet ontzien en een net over zijn ogen spinnen. Dat is echter nooit het geval; want ze moet spinnen waar ze genoodzaakt wordt te spinnen en waar haar specificum doeltreffend is als het zich met het specificum van de aanwezige materie in verbinding stelt en dat in zich verzamelt voor een hoger leven.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Uit deze opsomming van specifica in onze tarwekorrel hebben we gezien, hoeveel basisspecifica werkzaam aanwezig moeten zijn. Hoe worden deze echter geleid? - Door voor dit doel aangestelde geesten, waarbij echter altijd een onderverdeling van de geesten plaatsvindt, die ieder een territorium onder zich hebben.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Van de laagste soort geesten heeft ieder alleen maar een akker die ongeveer zo groot is als de natuurlijke akkers van de mensen op aarde. Zo' n geest heeft de hiertoe benodigde wijsheid en kracht en leidt de afzonderlijke specifica alleen door zijn wil en deze wil is als een gericht voor de vrijkomende zielespecifica. Deze geest kent precies de specifica van de in de aarde gelegde zaadkorrel; hij weet, hoeveel daarvan uit de aarde en hoeveel van boven de sterren afkomstig is en weet ook van welke soort ze is en in welke verhouding.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Denk je nu eens evenzoveel geesten in als er akkers en verschillende plantensoorten zijn; ieder krijgt een bepaald soort op een bepaald territorium toegewezen en moet daar zorgen dat die soort in een voortdurend gelijke vorm en geaardheid gedijt.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Opdat dit echter zo min mogelijk zal voorkomen en alleen op weinig plaatsen, hebben deze geesten weer een hogere en meer volkomen geest boven zich staan, die een veel groter territorium heeft te overzien. Zo' n geest is als het ware als een landheer en heeft al velen onder zich. Stel je de afzonderlijke geesten als onderdanen voor en de boven hen staande als landheer, dan heb je een tamelijk goede verhouding, - of zoals een districtshoofd, dat verschillende zaken onder zich heeft en in elke zaak apart is ingewijd; zijn arbeiders verrichten ieder maar één enkele bezigheid, maar hij overziet alles en verdeelt het werk onder hen volgens hun talenten.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Als dan echter talloze gestalten tot rust gekomen en gezonken zijn, dan hechten ze zich in de rusttoestand als zeer verwante wezens aan elkaar vast en zie, daaruit ontstaat voor onze ogen een schijnbaar dode materie. Maar dat is ze volstrekt niet; ze is alleen maar een hoeveelheid gevangen genomen enkelvoudige intelligenties, die, weer opgelost, levend worden en zich weer tot andere vormen kunnen verbinden. In het voorgaande is reeds beschreven hoe de ons al bekende geesten dit werk in het plantenrijk verrichten.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] De minste onoplettendheid van de kant van zo'n leidende geest heeft een verkeerde groei en een misoogst tengevolge, wat soms bij de geesten niet zeldzaam is, omdat ze met het oog op het werk wat ze moeten doen, geen gerichte maar een volkomen vrije wil hebben, wat noodzakelijk is, omdat in een gerichte wil geen kracht kan liggen. Als de mensen door een misoogst getuchtigd moeten worden, is er niets meer of minder nodig dan dit werk door meer lauwe geesten te laten doen, die zich er weinig om bekommeren en de misoogst is een feit. Want als deze geesten, die het toezicht hebben op de vegetatie, de volgens de ordening ontbonden zielespecifica niet in de juiste orde en volgens het goede aantal op hun plaats brengen, dan stijgen degenen die niets te doen hebben dadelijk op naar de tweede regio, verenigen zich daar tot zelfstandige wezens en tot natuurgeesten, veroorzaken dan een slechte weersgesteldheid, slechte miasmen (giftige uitwasemingen) en dat alles werkt slecht in op de groei van de planten.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] En nadat we dat grondig hebben doorgenomen willen we ons vervolgens naar het dierenrijk begeven en zien hoe de geesten daar werken.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in deze ordening zullen we hierna door aanschouwelijke voorbeelden deze zaak toelichten en het werk en de wijsheid bewonderen van de geesten, die aangesteld zijn om dit werk te leiden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...