Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 119 van 728

...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...
[10] Maar deze mensen, die met de hele wereld en zijn wijzen op allerlei manieren in verbinding staan, zijn door en door opgejaagde sluwe vossen en zij verstaan voortreffelijk de kunst om mensen hun geheimen te ontfutselen! Met vriendelijkheid, strengheid, grootmoedigheid, geduld, zelfs door hun geheimen prijs te geven om bij de ondervraagde een volledig vertrouwen te wekken en zijn tong los te maken, en zo nodig worden nog meer van dergelijke trucjes aangewend om achter de vaak zelfs meest verborgen geheimen van de mensen te komen. Als deze van ieder medelijden gespeende heidenen echter eenmaal in het kennelijke bezit van de slechts schijnbaar hun heerszuchtige plannen in de weg staande geheimen zijn, wee dan degene die zichzelf aan deze onmensen heeft verraden! Zij zijn sluw en slecht en kunnen alleen maar door een enorm sluwe zet van de tegenpartij in toom worden gehouden! Weliswaar kunnen zij langs allerlei verborgen wegen steels achter grote geheimen kome~, -maar nooit achter de geheimen van het hart als de ondervraagde die volhardend weet te verbergen!
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In de stad van de koning had een rijke Griek, die zich echter tot ons geloof had bekeerd, een jonge, wondermooie en lieftallige vrouw die haar man zo trouwen toegenegen was, als mijn rechterhand mijn lichaam en de wil van mijn hart. Het duurde echter niet zo lang totdat de charmante duivel van een man hoorde over de mooie vrouwen aanstonds zijn gangen zo aanpaste, dat de vrouw hem wel tegen moest komen. Het toeval wilde dat de Griek op een gegeven moment in een afschuwelijke klachtprocedure verstrikt raakte met een geboren en getogen Pers, vanwege een geweigerde terugbetaling van een heel aanzienlijke en rechtmatige schuld die de Pers bij onze Griek had gemaakt. De Pers had zijn landslieden als scheidsrechters, die dezelfde beschaving hadden als hij en daarom kon onze Griek geen recht op de trouweloze en zijn woord niet houdende Pers verkrijgen. Toen zei de vrouw, die wel wist dat die schone hoveling zijn ogen al vaker op haar had laten rusten: 'Wat denk je ervan, als wij die mooie hoveling zover zouden kunnen krijgen ons goede recht bij de koning aanhangig te maken?' De Griek zei: ' Ja, ik weet, dat hij je vaak met zeer begerige ogen nakijkt en één woord van jou of van mij zou veel kunnen doen, ook al zou daar alleen maar een totaal zinloze hoop tegenover staan, maar men hoort over deze mooie hoveling beslist niets goeds! Ja, men zou zelfs beter zijn vijand dan zijn vriend kunnen zijn! Wie nóg zo vriendelijk met hem omging, werd zonder meer erg ongelukkig! Daarom schijnt mij het verlies van onze vordering het minst kwade van de twee te zijn en we zullen er beter aan doen het eerste en kleinere aan God de Heer als offer te brengen.'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De Griek, die daardoor in een heel goed humeur was, zei: ' Ah, deze man moet alleen al vanwege zijn schoonheid en bescheidenheid en zijn geluk bij het hof veel benijders hebben, die hem aftekenen als een afschuwelijk wezen en bij het hofverdacht willen maken; hij spreekt echter zo kalm en wijs als een profeet! Waarlijk, achter deze mens kan niets slechts schuilgaan!' Het duurde niet lang tot onze hoveling weer bij onze Griek kwam en een grote in goud gevatte diamant kocht voor zijn tulband, die de koning hem had gegeven. De prijs van de diamant bedroeg honderd ponden goud, die de hoveling ook meteen wilde voldoen, want hij had steeds een groot gevolg bij zich dat de nodige schatten voor hem moest dragen. Maar de Griek zei tegen hem: 'Schone, wijze en zeer verheven vriend, help mij slechts aan mijn geld dat ik nog te vorderen heb van N.N. (* n.n.= nomen nescio = de naam weet ik niet.), - en dan is deze kostbare broche betaald! Uw woord vermag alles bij de grote koning; ik zal u dankbaar zijn!'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De rampzalige, zevende dag brak aan als een onontkoombaar noodlot en men ging feestelijk gekleed naar het paradijs van de koning. Daar was alles vlammen en licht. Van alle kanten straalde goud en edelgesteente meer dan de helderste sterren aan de nachtelijke hemel, en muziek en gezang gonsde door de met dicht loof omzoomde lanen van de grote tuin. De beiden behoefden echter niet lang te wachten aleer zij door onze hoveling ontdekt werden en meteen in de grote tuintempel aan de koning werden voorgesteld en door hem vriendelijk werden ontvangen. In het midden van de grote zuilentempel waren een groot aantal onbeschrijflijk mooie tafels en zijden kussens geïnstalleerd en op de tafels stonden grote gouden schalen vol met de heerlijkste gerechten, en in grote kristallen bekers schitterde kostelijke wijn en nog een aantal andere kruidendranken.
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Toen werd de VROUW rustiger en zei: "Ik weet wel dat bij God alle dingen mogelijk zijn, maar ik weet ook, dat ik als zondares de genade van God niet waard ben! O, hoe rein moet een mensenhart wel zijn, om ook maar de geringste van God uitgaande genade waard te zijn! Deze deur van genade is voor mij echter allang dicht. God zal nu in mijn nood beslist ook weinig aandacht aan mij schenken, omdat ik, toen ik gelukkig was, veel te weinig aandacht voor Hém heb gehad. Maar God bewees mij al door mijn tuchtiging een echte genade!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] IK zeg: "Vrouw, je vergist je. Er is geen eeuwige slaap, zoals jij dat denkt, omdat je niet onvoorwaardelijk gelooft in een leven in het hiernamaals! Ik zal deze drie echter wekken, opdat jij en vele anderen sterker mogen worden in het geloof en het vertrouwen op de levende naam van God."
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[27] Ik verwees haar echter nogmaals naar de opgewekten, om hen op de hoogte te brengen en duidelijk te maken dat zij de geredde vrouw van de man was en de moeder van de beide dochters. Toen ging de vrouw met een paar stappen naar de opgewekten. Want als iemand door Mij genezen of opgewekt werd verwijderde Ik Mij, om alleen aan Mij bekende redenen, enige passen van de genezen of opgewekte mensen.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] Ik verbood de vrouw echter tevens om Mij direct als redder en opwekker aan te wijzen aan hen, die nu al bij hun volle bewustzijn waren gekomen, omdat dat niet geschikt is voor een nieuw opgewekt leven. Pas nadat Ik haar een teken zou geven, kon zij het wel vertellen, -hetgeen de vrouw ook deed, ondanks dat haar man haar heel nadrukkelijk vroeg, de wonderdoende weldoener aan te wijzen.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wat hebben wij er echter aan om nóg zo diepzinnig na te denken en alles uiteen te rafelen? Een sterveling zal toch nooit achter de ware wijsheid van God komen, hij zal zelfs niet de buitenste sluier daarvan oplichten!
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar de MAN zei:'Vraag het aan deze steen, die zal je daarover hetzelfde kunnen vertellen als ik nu! Ik weet alleen maar dat een geweldige waterstroom mij meesleurde in zee, waardoor ik direct bewusteloos raakte en derhalve dood ging, zodat ik vanaf dat moment niets meer weet van wat er met mij is voorgevallen. Ik herinner mij alleen nog -maar alleen innerlijk -dat ik mij kort nadat ik door de dodelijke vloed verslonden was, heel treurig met mijn dochters op een grote weide bevond en niet wist waarom ik nu eigenlijk treurig was. Weldra omhulden ons aan alle kanten lichte wolkjes en in dit licht voelde ik me zo gelukkig worden! Wij zagen echter niemand buiten ons zelf en tijdens deze zaligheid overviel ons een zoete slaap en uit deze slaap ontwaakten wij weer hier. Nu weet je alles wat ik erover kan zeggen, -oordeel nu zelf maar!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar toen de mensen later de grote weldaad van de prachtige en verheven inspanningen van de oude en echte priesters steeds meer erkenden en hun buitengewone nut inzagen, namen zij alle zware werkzaamheden over van de priesters, die zij boven alles achtten en liefhadden, voerden de tiende gaven in en bepaalden, dat de priesters alleen voor de menselijke geest moesten zorgen en werken. De priesterstand had toen echter al gauw niets om handen, begon te fantaseren en eerzuchtig te worden, sloot de lichte waarheid in duistere catacomben op en begon de in die tijd lichtgelovige mensheid met allerlei sprookjes en fabels af te schepen. Zo werd het nietsdoen van de priesters de wezenlijke oorzaak van het verval zelfs van de zeer verheven en goddelijke leer van de grote en ware priester Mozes.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Men behoeft slechts Mozes en de profeten te lezen en de huidige manier van doen van de opvolgers van Mozes en Aäron te Jeruzalem daarmee te vergelijken, dan zal men snel en moeiteloos ontdekken dat zij niet in Mozes en nog minder in een God geloven. Want als zij in Mozes en de door hem verkondigde God zouden geloven, zouden zij niet de schandelijkste beliegers en bedriegers zijn van het volk, dat zij lichamelijk en geestelijk knechten! Dat is allemaal echter een noodzakelijk gevolg van het lasterlijke nietsdoen! En daarom denk ik dat de juiste rijkdom in handen van wijze, goedwillende en actieve mensen, méér een tempel van God is voor de behoeftige mensen, dan de tempel van Salomo te Jeruzalem!
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En er is nóg een verschil tussen de indirecte en de directe openbaring, namelijk: De indirecte openbaring geeft de zoekende mens alleen maar dáár het juiste licht, waar hij het speciaal wilde hebben en het lijkt op een goede lamp, waarmee men een donker vertrek helder kan verlichten. De directe openbaring maakt echter alles zichtbaar en lijkt daarmee op de zon midden op de dag, die met haar machtige licht de gehele wereld in al haar grote en kleine voren verlicht.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Bij goedwillende mensen groeit een profeet echter uit, zonder dat hij dat wil, tot een onbereikbare reus en hij kan zich niet verweren tegen die bepaalde, vrome hoogachting en eerbied, hoe deemoedig hij overigens ook is en moet zijn.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De valse profeet zal zich echter laten betalen voor iedere stap die hij doet en voor iedere zogenaamde, godsdienstige handeling terwille van het voorgewende en voorgelogen welzijn der mensheid. De valse profeet zal donderpreken houden over de gerichten van God en zelfs in Gods naam te vuur en te zwaard oordelen. De echte zal niemand veroordelen en zal alleen maar, zonder er enig belang bij te hebben, de zondaren tot boetedoening manen en hij zal geen verschil maken tussen klein en groot en tussen wel of geen aanzien. Want voor hém geldt alleen maar God en Zijn woord, -al het andere is voor hem een dwaasheid zonder inhoud.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132  ...