Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1181 van 1490

...  1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194  ...
[2] Keizer Jozef zegt: 'Wat? Bij U, heiligste Vader, in Uw naaste omgeving zullen wij zijn? Dat zou teveel zaligheid voor ons arme zondaars zijn. Wij zijn reeds met het kleinste hoekje in deze stad geheel en al zalig en tevreden.' Ik zeg: 'Mijn lieve broeder, kijk, er staat toch geschreven: 'Waar Ik ben, daar zullen ook zij zijn, die Mij boven alles liefhebben.' Jullie hebben Mij nu boven alles lief en hebben Mij in jullie harten altijd meer liefgehad dan jullie dachten. Daarom moeten jullie ook daar wonen waar Ikzelf woon en met Mij werken in eeuwige gemeenschap. Jullie zullen velen in Mijn huis aantreffen, want het is heel groot en telt heel veel woningen. Laten we nu naar binnengaan! De drie broeders gaan voorop!'
Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] We betreden nu de stad; een stad vol licht en leven, waarin eeuwig geen gebrek heerst, omdat alles in grootste overvloed voorhanden is en eeuwig moet zijn. Want vanuit deze stad betrekt de hele oneindigheid haar voedsel, zowel natuurlijk als geestelijk.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] En Ik zeg tegen hem: 'Kijk, eigenlijk ben Ikzelf deze zon! Er zijn nog twee hemelsferen: in de richting van de avond een zuivere 'wijsheidshemel' en naar de middag toe een' liefde-wijsheidshemel'. De bewoners van deze beide hemelen zien mij slechts als een zon, en wel als de zon die je nu midden boven de stad ziet schijnen.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Keizer Rudolf komt naar Me toe, prijst Mij van ganser harte en zege: 'O hoe heel anders zijn toch de dingen en omstandigheden in deze geestenwereld dan de onbeduidende op aarde! Wat heeft men zich op aarde allemaal ingebeeld, terwijl men in wezen helemaal niets was. Zolang een mens, keizer of bedelaar op aarde in het kleed van de dood wandelt en vergankelijk is, kan zijn bestaan niets te betekenen hebben. Ik was op aarde een groot keizer, maar wat was ik toen de dood me overviel? Niets dan een handvol stof en as! Maar hier ben ik toch geen haar beter dan de geringste burger van dit eeuwige rijk, van deze stad Gods. Desondanks voel ik mij verhevener dan wanneer ik mij als een machtige heerser, voor wie aarde en zeeën beven, op aarde zou bevinden.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Alleen hier in de allerhoogste hemel ben Ik buiten de zon, hoewel ook in de zon. Buiten deze zon ben Ik zoals jullie allen Mij nu in jullie midden zien, maar in de zon ben Ik puur geestelijk in de kracht van Mijn wil, van Mijn liefde en wijsheid. Ikzelf ben in de grond van de zaak deze zon, maar toch is er verschil tussen Mij en haar. Ik ben de basis en deze zon is als een uitstraling van Mijn geest, die vanaf hier en vanuit Mij heel de oneindigheid in onverminderde kracht doorstroomt en alom Mijn eeuwige orde tot stand brengt.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik wijs hem de streek naar de middag aan en zeg: 'Daar zul je hen allemaal aantreffen, want ook zij wonen in jouw huis. De aartsvaders wonen echter in eigen grote huizen, die je mettertijd allemaal zult leren kennen, want huizen zoals het nieuwe van jou, zijn er oneindig veel in Mijn rijk. Je zult het in geen eeuwigheid voor elkaar krijgen deze allemaal te leren kennen, maar in Mijn grote huis zul je ze te zien krijgen naar de mate van de hemelse behoeften. Ken je trouwens de geest, die ons nu over de straat tegemoet snelt?'
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De brug die Ik nu vanaf gindse lagere heuvel naar hier heb geplaatst, moet blijven! Wie zich erover hierheen zal begeven, zal niet worden afgewezen! Plaats van nu af aan een wacht op de heuvel, opdat iedereen die als geest met goede bedoelingen deze heuvel betreedt, een vriend en een goede wegwijzer mag vinden. Natuurmensen, die nog in het vlees op de materiële aarde leven, zullen op deze heuvel kracht in het geloof vinden en zullen tot de liefde worden opgewekt, maar zonder gericht en zonder dwang. Zieken zullen verlichting van hun pijnen vinden, de goeden en gelovigen echter zullen hun gezondheid zevenvoudig terugkrijgen.
Hoofdstuk 132: Roberts verbazing over het nieuwe hemelgebied. Zijn toekomstige opdracht. Genadebrug en genadeheuvel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] En daar we nu allemaal opnieuw gesterkt zijn, gaan we in goede orde op weg. Zoals jullie zien, hoeven we niet door de tussenliggende dalen en heuvels te trekken. Over de rechte weg, die Ik nu uit louter licht gevormd heb, zullen we ons voortbewegen en de schijnbaar ver verwijderde poort spoedig bereiken. Maar jij Uraniël, als hoofdeigenaar en leider van deze vereniging, ga voorop met jouw helper en jullie beider vrouwen. Ik zal jullie met de drie broeders volgen. Mij volgen dan eerst alle monarchen en bisschoppen en deze worden gevolgd door de grote volksmenigte van beiderlei geslacht.
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Stel je nu op volgens Mijn aanwijzing en betreedt de nieuwe weg die Ik eerst voor jullie en voor velen na jullie heb gebouwd. Onze zegen zij met de goeden van deze aarde! - En nu voorwaarts, het zij zo!'
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Na deze verzekering gaan de lichtblauwen nu moedig aan hun werk. Of zij veel zullen bereiken is nog zeer de vraag, omdat de vele rode geesten reeds overal druk doende zijn om hun doel te bereiken; maar desondanks kunnen zij de zaak toch zeer aanzienlijk matigen.
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Ja, zo is het! Tevens is het echter ook de derde verdieping van jouw huis, dat je direct bij het begin van jouw ontwikkeling in dit rijk eerst van buiten zag en spoedig daarna als je eigendom in bezit hebt genomen. Eveneens stelt deze streek de vereniging voor, die jij vanuit jouw welwillende hart hebt gegrondvest en volgens Mijn ordening hebt vormgegeven. Hierin zul je nu eeuwig als leider werken en zorgen dat daar alles in beste orde verloopt. Tegelijkertijd zul je echter ook vanuit deze vereniging de onbeperkte macht hebben om toezicht te houden over dat deel van de aarde, waar jij op grond van stamverwantschap de nauwste banden mee hebt. De beide plaatsen die wij nu op aarde hebben betreden, zullen steeds boven alles voor jou een oogappel blijven. Doe in Wenen, waar jou aards kwaad overkwam, wat goed en edel is! Gebruik de tweede landstreek die we het laatst betraden, als zuiveringsinstituut voor onzuivere geesten, waar zij ook maar vandaan mogen komen.
Hoofdstuk 132: Roberts verbazing over het nieuwe hemelgebied. Zijn toekomstige opdracht. Genadebrug en genadeheuvel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Daarop zeg Ik: 'Vriend en broeder, bezigheid is weliswaar het wezenlijke hoofdkenmerk van de geest. Af en toe is het echter ook goed dat hij wat rust. Want tijdens de rust herstellen zich de uitgeputte krachten van de ziel, die een orgaan van de geest is, voor nieuwe activiteiten. Daarom hebben jullie ook wat rust nodig, opdat jullie allemaal weer sterk worden voor grote, nieuwe activiteiten in Mijn rijk. De sabbat loopt ten einde. Wat hier nodig moest worden beslecht, hebben we beslecht en zodoende hebben we op deze aarde een dagtaak volbracht. Kijk eens daar, in het oosten! De bekende poort, die jij niet kon openen, staat open en alle vroegere vrienden verwachten ons al met groot verlangen. Daarom, lieve vrienden, broeders en kinderen, zullen we ons gereed maken om van deze aardse heuvel te vertrekken en door gindse poort binnen te gaan in Mijn rijk, dat nu als een nieuwe vereniging is voortgekomen uit jouw hart, lieve broeder Robert-Uraniël!
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zorg er echter voor dat jullie die vuurrode geesten overal vóór zijn, want ze zullen nu alle moeite doen om een oorlog tussen de regenten aan te wakkeren. Jullie zullen weliswaar niet alles kunnen verhinderen, maar als jullie in Mijn naam echt bedrijvig zijn, toch heel veel wat de mensheid in grote ellende zou storten. Ga echter na volbrachte arbeid weer hierheen, naar deze plek! Daar zal een bode jullie opwachten, die jullie bij het binnengaan in Mijn rijk in Mijn naam een helpende hand zal bieden. En ga nu aan het werk, het zij zo!'
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Dit oneindige, innerlijke rijk wordt trouwens eerst deel voor deel Zichtbaar zoals het gewas uit de kleine kiem, die in het centrum van het zaad verborgen ligt.. Of uit deze geestkiem het zaad van Mijn werken vroeger of later, rijker of minder rijk tot volle rijpheid zal uitgroeien, hangt enkel af van de sterkte van de liefde voor Mij en voor de naaste. Want de liefde van het hart voor Mij is gelijk het licht en de warmte van de zon, en de liefde tot de naaste is de noodzakelijke vruchtbare regen. Als zon en regen in de juiste verhouding samenwerken, zal elk zaad opperbest gedijen en spoedig tot rijpheid komen.
Hoofdstuk 129: De eenvoudige maar krachtige rede van de Heer. Over de korte weg naar de hemel. Over het verstand van het hoofd en het inzicht van het hart. De gelijkenis van het fruitplukken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik wil jullie voor een beter inzicht nog een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld geven: stel je voor dat een vader zijn kinderen in de zomer meeneemt naar zijn tuin die vol staat met bomen, beladen met rijpe vruchten. Vol begeerte zouden de kinderen meteen in de bomen willen klimmen, de vruchten haastig afplukken en er overvloedig van eten. De wijze vader zegt echter tegen de onervaren kinderen: 'Blijf mooi bij mij! Als jullie met je zwakke krachten in de bomen zouden klimmen en de vruchten plukken, dan zouden jullie mogelijk uit de boom kunnen vallen, handen en voeten of zelfs je nek breken. Ik en mijn knechten zijn groot en sterk en wij weten hoe de vruchten moeten worden geplukt. Wacht daarom rustig af! Ikzelf zal ze uit de hoge bomen halen en op jullie schoot leggen, dan kunnen jullie er zonder enige moeite van genieten. Zijn jullie eenmaal zelf groot en sterk, dan kunnen jullie zelf ook meesters over de hoge bomen worden.' - Begrijpen jullie deze beeldspraak?'
Hoofdstuk 129: De eenvoudige maar krachtige rede van de Heer. Over de korte weg naar de hemel. Over het verstand van het hoofd en het inzicht van het hart. De gelijkenis van het fruitplukken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1169 - 1170 - 1171 - 1172 - 1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194  ...