Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1185 van 1490

...  1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198  ...
[4] Na deze energieke rede beginnen verscheidenen zich flink achter de oren te krabben en zeggen: 'Bij God, jullie spreken geen holle woorden! Daar zit wat in, maar heb even geduld; we willen eerst met onze vrouwen en vrienden overleggen en zien wat zij daarop zullen zeggen.' De drie afgezanten zeggen: 'Ga dan maar weg. Als jullie meer gelegen is aan de raad van jullie vrouwen en vrienden dan aan de waarheid van God, dan zijn jullie God ook niet waardig en kunnen daarom jullie toekomstige heil ook beter bij jullie vrouwen en vrienden zoeken, maar van God hoeven jullie dat niet meer te vetwachten!'
Hoofdstuk 122: Moeilijke missie van de drie theologen. Gelijkenis van de telescoop. Regels voor de missie. De beste weg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] O Mijn arme broeders op aarde, klaag niet! De tijd is gekomen dat jullie en Ik ons zullen verheugen. Van nu af aan zullen jullie ook op aarde van alles rijk worden voorzien; de hardvochtige rijken daarentegen zullen arm worden! Als zij dan luid zullen protesteren, zal Ik hen niet aanhoren. Als zij dan bij Mijn knechten zullen komen, zullen deze de deur achter zich op slot doen en niemand binnen laten, want de deur tot de woning van Mijn knechten is tegelijkertijd ook een poort naar Mijn rijk!
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Begrepen jullie de Schrift naar waarheid, dan zouden jullie Mij herkennen, want Ikzelf ben de waarheid en het leven uit de waarheid. Omdat er in jullie geen waarheid is, herkennen jullie Mij ook niet en zouden jullie ook niet begrijpen wat Ik jullie openbaarde. Jullie zelf echter behoren toe aan de vorst van de wereld, aan de vader van de leugen, het bedrog en de hoogmoed. Over deze vorst en zijn gehele huis is echter een gericht gekomen - en dat komt nog steeds. Daarom staat dan ook iedereen die in zijn hart de wereld dient, onder haar gericht en zal uitgestoten worden naar de diepste duisternis.
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De drie nieuwkomers richten zich tot Mij en zeggen: 'Hoe luidt dan jouw waarheid waar onze drie broeders zo van doordrongen zijn?' Ik zeg: 'In de Schrift staat: 'Nu vindt het gericht plaats over de wereld en de vorst van deze wereld zal worden verstoten!' Begrijpen jullie deze woorden?'
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ga daarom weg van Mij, jullie kinderen van de wereld, en zoek je eigen God, die jullie gediend hebben met lichaam, ziel en geest, want voor Mij zijn jullie vreemden en Ik heb jullie nog nooit gekend. Jullie waren dienaren omwille van het geld; nog geen drie woorden hebben jullie ooit gebeden vanuit je innerlijke liefdesdrang tot God. Iedere paternoster, iedere begrafenis als een laatste liefdesdienst aan een broeder, moest aan jullie duur worden betaald. Alle soorten missen, die jullie als voor God hoogst welgevallige diensten beschouwden en die jullie als zodanig met alle macht aan iedereen opdrongen, moesten aan jullie zelfs duur worden betaald. Daardoor hebben jullie echter voor jezelf reeds lang je loon geïnd en hebben hier daarom niets meer te verwachten. Ga daarom weg! Mijn tijd voor deze wereld loopt ten einde, want zij slaat geen acht meer op Mijn stem en Mijn knechten zijn haar een last en een doorn in het oog geworden.
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De eerste drie zeggen: 'Wij luisterden naar de wijsheid van de man die hier voor ons staat. Zijn woorden drongen als gloeiende pijlen in onze harten en wij beseffen dat deze man de waarheid in zich heeft. De andere drie vragen daarop: 'Hoe luidt deze dan?' En de eerste drie zeggen: 'Hij, die de waarheid heeft gesproken, staat hier voor jullie. Wij zijn niet geroepen haar jullie te verkondigen. Vraag het daarom aan Hem!'
Hoofdstuk 121: De drie afgezanten ontwaken. Nog drie doctoren in de theologie worden streng terecht gewezen en krijgen een opdracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Na deze toespraak staan de drie afgezanten totaal perplex en niemand weet tegen de anderen een zinnig woord uit te brengen. Zij bekijken Mij van top tot teen en weten niet, wat ze van Mij moeten denken, want Mijn woorden komen hun voor als gloeiende pijlen en ze erkennen daarin de diepe wijsheid.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Wie van jullie heeft ooit God gezien en met Hem gesproken? Wie van jullie kan met een zuiver geweten zeggen dat hij door God is onderricht? Ja, jullie hebben wel Gods Woord gelezen, maar hebben het verdraaid en ervan gemaakt wat jullie maar wilden, opdat het dan jullie onverzadigbare geldbuidel spekte... en dat is nu jullie nacht! Judas verried slechts eenmaal de Heer, omdat hij zich door satan had laten overweldigen, waarna deze bezit van zijn lichaam nam en hem doodde. Nu vraag Ik jullie: is Judas niet een grote heilige vergeleken bij jullie, die God dag in dag uit ten overstaan van heel de wereld wel honderd keer hebben verraden? Jullie allen hebben Judas, die Mij slechts éénmaal verried en spoedig daarop het diepste berouw voelde, in de hel geplaatst. Waar moet Ik jullie, miljoen voudige verraders van God, dan laten? Jullie noemen Mij een ketter; wat zijn jullie dan, miljoen voudige godslasteraars en godloochenaars? Wat willen jullie hier?'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Maar wat zijn jullie dan, vraag Ik, als jullie je geloofsgenoten zo'n beeld van de Godheid voorspiegelen? Kijk, uitgerekend jullie zelf zijn daardoor de ergste godloochenaars, want wie te vuur en te zwaard een God verkondigt die op die wijze nooit kan bestaan, en. miljoenen met geweld ervan afhoudt God op de juiste wijze te leren kennen, is geen dienaar in de wijngaard van God. Hij is slechts een laaghartige knecht van satan, die deze helpt het groene gewas te bederven en stoppelvelden en woestijnen gereed te maken, waarop niets dan doornen en distels groeien.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Hoe zit dat echter als jullie leren: 'God is de hoogste wijsheid zelf, maar jullie ondertussen tegenover je leerlingen een beeld van Hem schilderen dat er een is van de grootste onzin en jullie op deze manier van de Godheid een onding maken, waarvan ieder weldenkend mens wel een afkeer moet krijgen?
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Er zijn er velen onder deze geesten die wat beter zijn dan de grote massa en die zich daardoor min of meer hebben laten meeslepen. Omwille van deze niet erg slecht gezinde geesten, die nog in staat zijn enig onderricht aan te nemen, moet de gevangen name van de ware verdorvenen niet in één keer, maar geleidelijk gebeuren. Het zal daarom wel enkele dagen duren en het is ook zichtbaar voor de mensen op aarde in de vorm van wolken, sneeuwen regen. De allerslechtsten worden weliswaar bijna op hetzelfde moment bijeen gedreven, maar met de minder slechte wordt behoedzamer omgegaan.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Maria, die zich naast Mij bevindt, vraagt Mij nu wat dit te betekenen heeft en wie die vele zwarte wezens zijn. Maar Ik zeg tegen haar: 'Weet je dan niet dat er geschreven staat: 'Waar het aas is, verzamelen zich de gieren!' Deze zoeken in Mij niet wat jij gezocht hebt. Ze weten wel dat Ik hier ben en toch ben Ik voor hen niet wat Ik voor jou ben, maar juist het tegenovergestelde. Ik ben voor hen een antichrist, een overste van alle ketterijen. Daarom proberen ze Mij te omsingelen en als het mogelijk zou zijn helemaal te gronde te richten. Ik zou voor hen dus een smakelijk aas zijn voor de boosaardige maag van hun gramschap en heerszucht.
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maar er is al gezorgd voor hun onderkomen. Kijk omhoog en je zult grote, machtige scharen ontdekken; dat zijn vredesengelen. Deze zullen het zwarte gebroed vangen en knevelen en hun woede sterk bekoelen. 0, het is een slechte, verstokte bende, die heel kordaat tot rust moet worden gebracht. Voor hen zullen er nog heel wat eeuwen moeten verstrijken, voordat het onder hun dak begint te schemeren. Wees echter niet bang, ze zullen niet in staat zijn dichter bij ons te komen.'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Waarom zou dat dan ketterij zijn? De mens zelf, geschapen naar het evenbeeld van God, is toch ook zo'n drie-eenheid in een en dezelfde persoon. Heeft hij niet een lichaam, dat zijn uiterlijke gestalte bepaalt, een ziel, die deze gestalte en zijn organisme tot leven brengt, en tenslotte in de ziel een goddelijke geest, die aan de ziel het verstand, de wil en al haar kracht verleent? Zouden jullie het niet als een staaltje van dwaasheid beschouwen als er drie mensen zouden komen die bij hoog en bij laag zouden beweren dat ze gedrieën slechts één mens zijn? En dat terwijl ieder van hen een met zijn talenten overeenstemmende, specifieke bezigheid zou verrichten, waarvoor de tweede en de derde geen bijzondere kennis en ook niet de capaciteit zouden bezitten om deze uit te voeren. Als jullie zo' n bewering van drie bekrompen mensen echter in hoge mate dom moeten vinden, hoe kunnen jullie dan de oneindig wijze Godheid met zo'n belachelijke dwaasheid opzadelen? Zou zelfs de dierenwereld jullie niet uitlachen als jullie de Godheid - vooropgesteld dat jullie aan haar geloven - met jullie woorden en leringen van waanzin zouden verdenken?
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Nu verheffen allen zich en binnen enkele minuten zijn we bij de bekende plaats en worden door iedereen eerbiedig begroet. Als we ons allen op de Reinerkogel bevinden en deze berg door ons tot in het dal in beslag wordt genomen, zegen Ik alle nieuwkomers en laat hun het waarachtige brood en de ware wijn uit de hemelen aanreiken.
Hoofdstuk 119: De Heer stelt zich voor aan de liefhebbende. Het blinde hart begrijpt meer dan het ontwikkelde verstand. Grote zegening op de berg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1173 - 1174 - 1175 - 1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198  ...