Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1188 van 1490

...  1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201  ...
[13] Ik zeg: 'De Heer van de wereld heeft het recht zich op te houden waar het Hem belieft en hoeft de wereldlijke, schijnbare eigenaars nooit genadig om toestemming te vragen. Daarom heeft Hij zich nu dan ook het recht verschaft hier plaats te nemen, en wel omdat deze heuvel vergeleken bij alle andere in de omgeving van deze stad het minst door schandelijke daden van slechte mensen werd ontheiligd. Ik ben Christus, de Heer, en ben gekomen om de slechte wereld te oordelen en Mijn trouwe volgelingen Mijn genade, vergeving van hun zonden en het eeuwige leven te schenken. Wie Mij erkent, aanneemt en zich niet aan Mij ergert, zal niet te gronde gaan, maar wie zich aan Mij ergert en niet gelooft dat Ik de eerste en de laatste ben, het begin en het einde, de Alfa en de Omega, die zal verloren gaan. Nu weten jullie alles wat je weten moet. Wat gaan jullie nu doen?'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Robert zegt: 'Heer, zou Helena misschien niet tegen deze helden kunnen worden ingezet vanwege haar welbekende scherpe Weense tong? Die zou deze van wild bezeten domkoppen eens goed de waarheid in het gezicht kunnen slingeren.' Ik zeg: 'Dat zou hier niet raadzaam zijn, want deze zeventien verstaan het Weens niet en zijn enorme zeloten. Ze stammen uit de tijd van de zogenaamde heilige inquisitie. Men zou hen heel kwaad maken als men de in hun gemoed sluimerende ijver, waardoor zoveel trouwe zielen op weerzinwekkende wijze werden gemarteld, zou opwekken. Maar wat kon men daar tegen doen? Deze priesters waren werkelijk zo dom, dat ze geloofden door zulke afschuwelijke handelingen God een welgevallige dienst te bewijzen. Hoe onverbiddelijker zo'n geestelijke was, des te heiliger vond hij zichzelf en hij werd ook door alle andere duisterlingen als zodanig beschouwd. Zeggen jullie daarom maar helemaal niets in aanwezigheid van deze zeventien. Houd je maar geheel afzijdig, alsof jullie helemaal niet letten op wat Ik met hen zal bespreken. Maar nu rustig. Ze staan voor ons en monsteren ons met echte inquisiteursblikken.'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Deze heuvel behoorde eens aan dit klooster toe en was aan de zuidwestkant met kleine wijngaarden bebouwd, terwijl de noordelijke en oostelijke kant bebost bleven met het oog op de jacht. In latere tijden is er veel veranderd en is het klooster menige bezitting kwijtgeraakt. Deze zeventien prelaten zijn echter naar hun idee nog altijd in het volledige bezit van alles wat dit klooster eens toebehoorde. Zij waren heel trots op deze heuvel en zagen niet graag dat hij door leken werd bezocht, en dat met het oog op de bescherming van het wild. Nu denken ze dat wij verkapte stropers zijn en daarom willen zij ons van deze bergweide verjagen. Let nu op, de jacht zal dadelijk beginnen.'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Alle zielen op deze aarde hebben wel iets van alle sterren in zich. Overheersend blijft echter slechts datgene wat zij uit de natuur hebben van die aardewereld, waarop zij het eerst tot volledige mensenzielen werden gevormd. Begrijp je nu hoe het met die natuurgeesten gesteld is ?'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Jouw ziel is ook zoiets, alleen niet van deze, maar van een andere aarde. Iets dat met het vlees van je lichaam samenhing is er wel van deze aarde bij gekomen, maar over het geheel genomen behoor jij tot de zielen van de aardewereld die Uranus heet.
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert zegt: 'Heer, dat begrijp ik, maar U zei ook iets over natuurgeesten die als water wegvloeien. Wie of wat zijn deze geesten eigenlijk?'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zo zie je dus eensklaps alle bergen vol sneeuw, die een afkoelingsdeken vormt voor al te driftige geesten, maar volgens de overeenkomstige betekenis echter de zichtbaar geworden kracht is Van de vredesgeesten. Wordt deze kracht weer teruggetrokken, dan smelten de mede gevangen genomen natuurgeesten weg als water, maar de samen met deze natuurgeesten gevangen werkelijke geesten worden dan weer vrij en kunnen doen wat ze willen. Keren ze zich ten goede, dan is dat natuurlijk goed en heilzaam voor hen, maar wenden ze zich weer naar het kwade, dan gaat het met hen vanzelfsprekend ook weer slecht.'
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Waldstein zegt: 'Dit is werkelijk een treurige en sombere geschiedenis. Hoe lang moeten deze geesten wel niet onder zo’ n afkoelingsdeken blijven? Misschien zelfs voor eeuwig?'
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Bisschop Waldstein zegt: 'O Heer, het lijkt wel alsof een kruisspin vliegen in haar net heeft gevangen. Dat lijken ook deze fameuze vredesgeesten te hebben gedaan. Zij moeten al van te voren een groot, onzichtbaar net hebben gespannen, anders was het nauwelijks te begrijpen hoe zij dat zo plotseling met Sebastiaan en zijn aanhang hebben klaargespeeld; maar wat vloekt hij nu en zijn hele schare met hem!'
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Dat zeker niet, maar zulke dwazen zijn er in alle landen in groten getale. Bij deze geesten werkt het echter als een elektrische verbinding: als er ook maar in de meest verborgen uithoek een of andere geest wordt geprikkeld, worden op hetzelfde ogenblik alle geesten met dezelfde geaardheid geprikkeld en tot bijzondere activiteit aangezet. Is deze regelrecht in strijd met Mijn orde, dan worden dergelijke geesten in alle landen allemaal tegelijkertijd gegrepen en met passende middelen terechtgewezen. Met het beter worden gaat het dan niet zo gelijktijdig en plotseling als met het geprikkeld worden tot het kwade, maar het gaat er dan bijna net zo toe, als wanneer duizend mensen, die op een veld in het gelid staan, plotseling door een aardschok omver worden geworpen. Vallen zullen ze vast allemaal tegelijk, maar bij het opstaan zal dat wel niet het geval zijn. Enkelen zullen meteen weer opstaan. Anderen daarentegen, die in meerdere of mindere mate gewond zijn geraakt, zullen zich pas na verloop van tijd weer moeizaam oprichten, en enkelen, die daarbij zwaar gewond raakten, zullen wel heel veel tijd en moeite nodig hebben om op te staan; ja, sommigen zullen als gestorven blijven liggen. En precies zo gaat het ook bij deze bijzondere gerichten: gevangen worden ze allemaal tegelijk, maar bij het vrij worden gaat het anders toe, omdat dat niet van een uiterlijke macht, maar enkel en alleen van hun eigen levenskracht afhangt.
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De bisschoppen Waldstein en Arko verwonderen zich zeer daarover en richten met heel hun deemoedige aanhang hun ogen omhoog. Zodra zij Sebastiaan in het oog krijgen, is hij samen met zijn aanhang al een gevangene van de vredesgeesten. Hij kromt zich als een vertrapte worm en slingert de ene vervloeking na de andere naar het hoofd van deze geesten, die zich zo misdadig aan hem, een man naar Gods hart, vergrijpen. Maar dat deert Mijn vredesgeesten niet en door hun gemoedsrust schenken zij totaal geen aandacht aan al dat geraas. Zij handelen als een uurwerk en laten zich niet in het minst beïnvloeden.
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[23] Na deze krachtdadige woorden van Waldstein wordt Sebastiaan steeds kwader en zijn talrijke gevolg eveneens. Waldstein en Arko (Graaf Arko, bisschop te Graz vóór Sebastiaan Zängerle en Waldstein.) dalen nu echter af naar de aarde. Als zij deze aantaken, stuur Ik meteen Robert naar hen toe om hen bij Mij te brengen. Zij gehoorzamen onmiddellijk en begeven zich vol eerbied naar Mij toe. Ik ga hen halverwege tegemoet en leid hen Zelf naar de top van de heuvel.
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Na deze woorden trekt hij een zuur gezicht en gaat weer naar zijn bisschop terug. Terwijl hij bijna tot zijn tenen buigt, deelt hij hem alles mee wat hij tot zijn afkeer heeft gezien en gehoord. Kijk nu echter eens naar de bisschop; wat zet die voor een geleerd gezicht, alsof hij bij zichzelf overlegt: 'Zal ik de aarde nog laten leven of niet? Zijn er geen bliksems meer, die ik tussen deze goddeloze menigte kan slingeren?' Er schiet hem niets bruikbaars te binnen dat hij als wraak zou kunnen gebruiken, en daarom maakt hij aanstalten om onverrichter zake verder te trekken.
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Jozef zegt heimelijk tegen Mij: 'O Heer, lieve Vader, mijn geduld wordt nu al zo dun als een draadje van een spin, dat ogenblikkelijk zal breken als deze vijand van de liefde in U zich niet spoedig uit de voeten maakt.'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De jezuïet zegt: 'Waarom juist jij, zigeunerjongen? Alsof de grote God dat uitgerekend jou aan de neus zou hangen, domme zigeuner! Weet je dan niet dat alle zigeuners door God al op aarde voor eeuwig verdoemd zijn?' Ik zeg: 'Nee, mijn beste, ook daarvan weet Ik niets, terwijl Ik dat toch in de eerste plaats zou moeten weten. Merkwaardig wat jij toch allemaal weet en Ik niet! Zeg me eens, was jij er dan bij toen God deze bisschop zo'n onbegrensde macht over de aarde verleende?'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1176 - 1177 - 1178 - 1179 - 1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201  ...