Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 120 van 278

...  108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133  ...
[15] Maar opdat ieder van jullie, die hier met weinigen aanwezig zijn, van tevoren zonder dat de anderen daarbij zijn ook daarover enige aanwijzingen hebben, wil Ik jullie die geven nog voordat de anderen ons zullen vinden; luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, ieder mens is een wezen dat leeft in zijn geest, in zijn ziel en in een natuurlijk lichaam en heeft tevens een uitwendige levensatmosfeer om zich heen, net zoals elk hemellichaam dat heeft, iedere afzonderlijke steen op zijn eigen specifieke wijze, en evenzo iedere boom en ieder gewas overeenkomstig zijn aard en zo ook ieder dier; want zonder een dergelijke uitwendige levensatmosfeer zou noch een planeet noch een steen, noch enig ander mineraal, noch een gewas of een dierlijk levend wezen kunnen bestaan.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Dat dat zo is, kunnen jullie zonder meer afleiden uit eigen ervaring, dat zich bijvoorbeeld in een eikenbos duidelijk andere gevoelens van jullie meester maken dan in een cederbos. Een heel ander gevoel bekruipt de mens, wanneer hij zich op een kalkrots bevindt; weer een ander gevoel op een granietrots, en in een wijngaard heeft de opmerkzame mens een ander gevoel dan in een tuin met vijgenbomen; en datzelfde veranderlijke gevoel heeft de mens bij het naderen van verschillende dieren en nog sterker bij het naderen van verschillende mensen. Een zeer gevoelig mens ervaart dat reeds op vrij grote afstand en voelt dan, of hem een goed of een slecht mens tegemoet komt.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar hier betekent de vlucht van die tortelduiven niets anders dan dat de duiven 's morgens gewoonlijk met meerdere tegelijk naar deze vijver vliegen om daar water te drinken, zodat ze dan meer kracht krijgen om rond te vliegen; want zonder water zou geen vogel uiteindelijk meer kunnen vliegen.
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Allen beloofden Mij dat, waarop wij in het dal verder naar het zuiden trokken; wij kwamen veel mensen tegen, meestal Grieken en ook Egyptenaren, die met allerlei waren via Jeruzalem naar Damascus trokken: niemand van hen bekommerde zich om ons en wij konden onze weg dan ook vervolgen zonder opgehouden te worden.
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] De voornaamste fout en de eigenlijke oorzaak van dergelijke vergrijpen ligt echter in jullie te onvoorwaardelijke vertrouwen in jullie veldheren en oversten. Jullie voorzien hen van alle mogelijke generale volmachten, met als gevolg dat iedereen in zijn ambtsgebied gewoon voor keizer speelt en doet wat hij wil, zonder zich al teveel om de algemene wetten van Rome te bekommeren, aangezien hijzelf in zijn ambtsgebied al naar zijn stemming en willekeur wetten kan en mag uitvaardigen.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wanneer nu de zielen van de mensen van een gemeente met de zuivere waarheidskost gevoed worden, zullen ze ook weldra zonder moeite de meest wijzen uit hun midden vinden en hun de leiding en het bestuur in handen geven en volledig toevertrouwen; en die blijven dan ook hun leiders en bestuurders zolang ze op deze aarde leven; en is er één van hen overgegaan, dan wordt hij spoedig vervangen door een van de waardigsten uit de gemeente. De overgegane geest zal ook vanuit gene zijde als een ware beschermgeest waken over de achtergelaten gemeente en zal daar de zaligste gemeenschap en omgang mee hebben en haar onderrichtend beïnvloeden, zoals dat ook het geval was bij de stamvaders, aartsvaders en vele profeten. En zo zal een dergelijke goed geordende gemeente zich ook reeds op deze aarde zeker voortdurend in een ware, hemelse gelukzaligheid bevinden.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu vroeg Marcus Mij nog eens: 'Heer en Meester, is het ook niet merkwaardig dat de hoogste bergen, waarvan de ronde en spitse toppen in het algemeen een uur eerder door de zon beschenen worden en dus ook een langere dag hebben dan de dalen, met eeuwige sneeuwen ijs bedekt zijn, terwijl het in de dalen en vlakten warm en in de zomer dikwijls onverdraaglijk heet wordt? Bij ons in Europa, in het westen van ons rijk, bestaan alpen die geen menselijk oog ooit zonder sneeuwen ijs gezien heeft, terwijl het in de vlakten en in de vele dalen tussen de hoge alpen heel warm is; ja zelfs in ons Sicilië hebben we een berg, die van binnen ook nog vol vuur zit, dat moet wel, want op vele plaatsen rookt en dampt hij gedurig, en toch is zijn hoogste top voortdurend met sneeuw bedekt. Welnu, wat is daar nu de reden van?'
Hoofdstuk 107: Het doel van de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Nu werd Agricola helemaal rood van woede, beval dat de zeven kinderen ogenblikkelijk vrijgelaten moesten worden -wat ook onmiddellijk gebeurde -en zei toen tegen de aanvoerders: 'Beschermen jullie als Romeinen zó de rechten van onze onderdanen? Weten jullie niet hoe de hoofdregel luidt, waarop iedere soldaat moet zweren? Die luidt: 'Leef rechtschapen, beledig niemand zonder reden; maal wie jou beledigt terwijl jij volgens de wet handelt, moet voor het gerecht gebracht worden!' En tot slot: 'Geef en laat ieder het zijne!' Hebben jullie nu volgens deze oude hoofdregel gehandeld? Wie heeft jullie het recht gegeven om onderweg van de ene plaats naar de andere de herbergen te brandschatten, waarvan de eigenaar onze onderdanen zijn en onder de bescherming van onze wetten staan?'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Ja, Mijn lieve kinderen! Wat Ik in feite echt ben, zouden jullie nu nog niet begrijpen, ook al zou Ik het jullie zeggen. Maar dat van Gods geest in Mij, dat is juist; want zonder die geest kan geen enkel mens iets werkelijk goeds en nuttigs doen. Maar thuis bij jullie ouders zullen wij elkaar nog wel nader leren kennen.
Hoofdstuk 111: De aankomst in de herberg (5.3.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Daarop zei Ik: 'Kijk, bij God zijn alle dingen mogelijk! Wanneer jullie geloven, zullen de beide zieken, zonder dat Ik hen aankijk of aanraak, alleen door Mijn wil en Mijn woord volledig genezen worden!'
Hoofdstuk 112: De genezingen van de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Toen zei de man: 'Heer en wonderbaarlijke heiland, ik geloof uw woorden! Want een man zoals u, vervuld met wijsheid en waarheid als een profeet, heeft zeker nog nooit een onwaarheid gesproken! Wanneer het niet zo zou zijn, zou u dat niet tegen ons gezegd hebben. Maar omdat u zo tot ons gesproken hebt, geloven wij ook zonder meer dat u onze beide zieken kunt genezen door de macht van uw wil en woord; en daarom vragen wij u om alleen door uw wil en door uw woord onze beide zieken te genezen!'
Hoofdstuk 112: De genezingen van de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] De ouders kwamen daarop naar Mij toe en zeiden: 'Wij spreken u, onmiskenbaar grote mensenvriend, nogmaals onze buitengewoon hartelijke dank uit voor de grote weldaad die u onze kinderen bewezen hebt, en wij vragen u dan ook, of u ook onze oude moeder en indien mogelijk ook onze brave knecht zou willen helpen; want wij geloven vast en zonder enige twijfel wat onze kinderen over u verteld hebben, en wij worden in ons geloof bevestigd door de aanwezigheid van de ons welbekende Lazarus uit Bethanië en de beide herbergiers, die wij ook kennen. Want deze mannen zouden niet zo gemakkelijk naar ons toe gekomen zijn als u hen niet hierheen gehaald zou hebben. Maar de andere heren kennen wij nog niet nader; alleen zien we onder hen Romeinen en Grieken, naar hun kleding te oordelen. Zij zijn zeker ook alleen maar ter wille van u te voet hierheen gekomen; want zulke voorname Romeinen maken niet gauw een tocht van enkele uren te voet. Maar hoe dan ook, u bent in ieder geval meer dan u lijkt te zijn! Jullie komen zeker uit de omgeving van Bethanië en zijn vast wel moe; willen jullie misschien het huis binnengaan en daar uitrusten totdat het middagmaal helemaal gereed zal zijn?'
Hoofdstuk 111: De aankomst in de herberg (5.3.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Er komen wel bijna iedere week een paar Farizeeën van Bethlehem hierheen, maar hun naar zoiets te vragen zou vergeefse moeite zijn; want zij vervloeken zonder meer alles wat maar enigszins van het normale afwijkt en verklaren het al tot een zeer strafbare zonde, ook al vertelt men hun dat men daar alleen in de verte maar over heeft horen praten. Daarom is het mensen als wij dan ook niet kwalijk te nemen, dat men zich om bijna niets anders meer bekommert en zorgen maakt dan alleen om zijn eigen huishouden.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kort daarna zag men drie zonnen opgaan. Men stelde vragen en kreeg als antwoord, dat dat betekende dat er wind op komst was en er weldra ruw weer zou optreden. En weer ging men zonder verdere bedenkingen naar huis.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133  ...