10915 resultaten - Pagina 120 van 728
... 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 ...
[21] Het nut van de algemene, zuiver geestelijke profeten is echter tot op heden nog erg onzeker. Zij laakten wel ingeburgerde gebreken van het volk en tuchtigden de slechte, moedwillige boosdoeners. Meestal verkondigden zij op zeer bedekte wijze God en Zijn leiding, Zijn wil en Zijn plannen. De mensen begrepen echter niet wat zij werkelijk bedoelden en deden daarom toch, wat zij wilden volgens hun wereldse lusten en lieten God en Zijn verheven profeten voor wat ze waren.Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] De mensen denken wel veel en begrijpen ook veel, maar om een Daniël helemaal te begrijpen of een Jesaja, of een Jeremia, of zelfs een hooglied van Salomo, - daar helpt geen menselijk denken, -dat is verloren moeite! Dat begrijpt slechts een God of een engelengeest, of een speciaal daarvoor geroepen profeet. Slechts deze drie soorten geesten zijn in staat het te begrijpen, voor iedere andere geest is dat totaalonmogelijk. De vraag is dan echter, wat grote wijsheid, die geen sterveling in zich kan opnemen en begrijpen, voor zin heeft!?"
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] God verlangt hier echter een wijs en nederig hart, om de mensen ééns des te hoger te verheffen en zaliger te maken.
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Wel zal deze macht de satan worden ontnomen en de mensen zullen volledig onafhankelijk, vrij zijn om te doen en te laten wat ze willen. Daardoor zullen de goeden des te meer licht uitstralen en de innerlijk slechten echter des te erger en dieper de hel toebehoren. Want daar zal hun slechtheid niet op rekening van de satan, maar ten laste van hun hoogst eigen rekening komen en zij zullen eens door satan en zijn knechten des te kwaadaardiger onder handen worden genomen.
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik zeg jou en je metgezellen: Als jullie déze gouden sleutel niet gevonden en in je hart opgenomen zouden hebben, zouden jullie nooit de weg hierheen hebben gevonden! Wat het echter wil zeggen en wat het betekent dat jij en je metgezellen hierheen zijn gekomen, ook al is het door een kolossale storm in het uiterlijke leven, dat beginnen jullie nu al te bespeuren, - de nabije toekomst zal jullie pas naar het ware licht leiden! Pas als je Mij helemaal zult kennen, zul je ook begrijpen of Ik aanbeden kan worden of niet!"
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar nu zie Ik Marcus naar buiten komen. Hij komt ons uitnodigen voor het avondmaal dat vandaag wel een paar uurtjes later gereed kwam dan anders, maar dat komt door de storm. De hagel heeft veel banken wat beschadigd; die moesten nu hersteld worden. Nu is alles echter weer helemaal in orde en het eten is voortreffelijk en rijkelijk klaargemaakt en dus zullen wij ons na gedane arbeid weer eens een keer heel goed laten verzorgen!"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] O, verheven vriend, wat u nu heeft gezegd, weet ik en ken ik! Maar het verschil tussen een indirecte en een directe openbaring kon ik niet weten. Het verheugt mij echter dat datgene, wat een goedwillend mens door zijn actieve zoeken gevonden en ontdekt heeft, uiteindelijk toch ook een openbaring van boven is. Natuurlijk kan niet ieder mens een profeet zijn voor het gehele volk. Als echter de indirecte profeet in zijn speciale eigen sfeer iets zeer nuttigs heeft uitgevonden en ontdekt, ook al is het maar ten behoeve van het lichamelijke welzijn, zal dat later ook voor het welzijn van een geheel volk nuttig gebruikt gaan worden en daardoor kan ook de indirecte, op zichzelf staande profeet een algemene zijn en worden!
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Gebruik goed je verstand en heb een begrijpend hart, doe iedereen goed die jullie hulp nodig mocht hebben! Ja, doe zelfs je vijanden goed en zegen hen die je vervloeken! Daardoor zullen jullie op Mij lijken, want Ik laat Mijn zon schijnen over goeden en bozen en Mijn ergste vijanden worden dagelijks door Mijn almachtige hand met weldaden overladen. Slechts over de te erge boosdoeners wordt Mijn roede gezwaaid. Ja, Ik zeg jullie: Jullie zijn allen kinderen van Mijn hart en broeders van Mijn ziel. Bid daarom, als jullie bidden, niet zoals de heidenen en Farizeeën met de lippen, door middel van door de vleselijke tong gevormde woorden, maar bidt, zoals Ik jullie heb gezegd, in de geest en in de waarheid, door levende werken en daden van liefde aan jullie naasten, dan zal ieder woord in Mijn naam een waarachtig gebed zijn dat Ik altijd, vast en zeker zal verhoren. Het gezucht van de lippen verhoor Ik echter nooit. -Begrijpen jullie goed, wat Ik nu heb gezegd!"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Heel goed, heel goed, beste vrienden! Ik kende jullie en leidde jullie op een weg naar Mij, zoals de profeet Elia die kreeg aangezegd. In de machtige storm was Mijn wil, in het vuur Mijn kracht, maar in het zuchtje wind ben Ik Zelf. En zo moesten jullie ook door een ontzettende storm en door water en vuur, om bij Mij te komen. Maar nu zijn jullie bij Mij en hebben Mij, de lang gezochte, gevonden. Hoe moeilijk Ik echter voor menigeen te vinden ben, toch ben Ik, als Ik eenmaal ben gevonden, nog veel moeilijker te verliezen! Zij, die Mij in hun hart hebben vastgegrepen, worden door Mij óók vastgegrepen. Wie mij echter heeft vastgegrepen, kan Mij wel weer loslaten, maar Ik zal hem toch nooit meer loslaten. Want Mijn liefde duurt niet tijdelijk, maar eeuwig en wie haar in zijn hart heeft opgenomen, kan Mij nooit meer kwijtraken! Want Mijn liefde houdt hem voor eeuwig vast in toom, opdat hij in eeuwigheid niet meer helemaal van Mij af kan dwalen. En zo zal het met jullie ook gaan! Jullie zullen wel in omstandigheden en wereldse toestanden terecht komen waarin het voor jullie wat moeilijk zal worden Mijn naam te belijden en het geloof vast te bewaren -want binnenkort zullen er dingen gebeuren, omdat ze moeten gebeuren, die jullie ten opzichte van Mij kleingelovig zullen maken -, maar Ik zal jullie op het juiste moment wel weer sterken en het kamertje van jullie hart geheel verlichten. Daarna zullen jullie terwille van Mijn naam niet meer in verzoeking komen, maar steeds in Mijn liefde en Mijn kracht blijven.
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Jouw twee zonen moeten echter nog één keer de oevers van de zee afzoeken! Langs de oevers drijven nog een paar lijken; het zijn een aantal arme Joden met hun vrouwen en kinderen. Ik wil niet dat zij, of ook anderen, de dood zullen vinden terwijl Ik hier verblijf. De zee is spiegelglad en de sterren schijnen vandaag bijzonder helder. Je zoons kunnen die taak gemakkelijk volbrengen en dat te meer, omdat zij goede hulp kunnen krijgen van de hier aanwezige schippers van Kisjonah, van Ebahl uit Genezareth en van de scheepslieden van Cornelius. Ongeveer negen personen drijven langs de oevers over een afstand van hooguit anderhalf uur gaans, die moeten zij hierheen brengen. Zij moeten hen dan met de gezichten naar beneden gekeerd op een wat aflopende bodem neerleggen en zo tot morgenochtend laten liggen! Morgen zal Ik hen dan pas opwekken!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] IK zeg: " Je hebt wel gelijk, dochtertje, maar laten we degenen, die nog op bepaalde punten zwak zijn, de tijd gunnen dan zal wat meer ervaring hen in alles wel sterker maken! Bedenk eens, hoeveel jij al bij MIJ hebt meegemaakt, waardoor jij dus allicht meer moed kunt hebben Zij hebben echter veel minder meegemaakt en daardoor kon hun angst gemakkelijk groter zijn dan hun vertrouwen. Later zullen ook zij wel meer vertrouwen hebben. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Lieve Jarah, wat jij nu dus hebt, is alleen het door Mij in jouw hart gelegde zaad. Na een aantal jaren zal het er als een golvend korenveld bij staan en allerlei stormen moeten trotseren. Dan is het echter zaak krachtig en vol vertrouwen in Mijn naam en door een grote, zelfverloochenende liefde tot Mij, het golvende korenveld te beschermen tegen de dreigende stormen, opdat die niet tot een verderfbrengende uitbarsting komen en het prachtige korenveld, dat Ik Zelf zeer goed heb bebouwd, te gronde richten! Want als er eenmaal een vernietigende storm boven zo'n veld is losgebroken, is het vrijwel onmogelijk daar een halt aan toe te roepen.
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Je zult je nog wel herinneren hoe Ik een paar weken geleden voor jou in Genezareth een tuintje heb aangelegd en het heb gevuld met allerlei nuttige planten!? De planten groeien goed en weelderig, maar het tuintje en de planten moeten verzorgd, het onkruid moet, als het ergens opschiet, uitgeroeid worden en als het zeer heet en droog wordt, mag de gieter niet vergeten worden.
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] JARAH zegt: "Ja, Heer, mijn enige liefde, ik begrijp het helemaal. Het stemt mij echter toch wat verdrietig dat ik nog zo veel stormen moet doorstaan tot aan de oogst! Maar ik hoop en geloof: U zult Uw arme maagd niet te gronde laten gaan als zij in de nood tot U om hulp zal roepen. Want U heeft mijn smeken gehoord en verhoord toen ik U nog niet, zoals nu, had gezien en herkend!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)