Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1192 van 1490

...  1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205  ...
[2] Keizer Karel treedt andermaal naar voren en zegt: 'O Heer en Vader, U die heilig bent, heilig boven alles! In mijn tijd was deze plaats werkelijk een asiel voor arme, lijdende mensen. Tijdens mijn reizen naar het zuiden heb ik haar zelf meermaals bezocht en van gaven voorzien, maar na mijn tijd is spoedig alles verloren gegaan en de liefdadige gezindheid van de bemiddelde Stiermarkers is maar al te gauw veranderd in winstbejag. De mensen wilden rijk worden en vergaten maar al te graag dat de arme niets heeft en zodoende ook niet kan leven. Dat heeft het land echter weinig zegen gebracht. In mijn tijd was het een van de rijkste gebieden van het hele rijk en nu zal het spoedig tot de armste behoren.'
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Keizer Jozef komt naar voren en zegt tegen Mij: 'Heer, ik ben enkele keren over deze berg gereden en heb opdracht gegeven het een en ander aan deze weg te verbeteren want voor mijn tijd kon men menige weg niet zonder levensgevaar met een wagen berijden. Toentertijd protesteerden de mensen heftig en schreeuwden zich hees. De zogenaamde wijzen zeiden: 'Ja, ja, maak de weg maar mooi effen, glad en breed, zodat de duivel minder moeite heeft op zulke helse wegen rond te rijden!' In mijn tijd zag men namelijk een brede weg nog heel vaak aan voor een, die naar de hel zou leiden. In Wenen waren er zelfs mensen die in een brede straat geen woning zouden hebben betrokken, al zouden ze er voor betaald worden. Het aanhalen van deze dwaasheid van de mensen is voldoende om te laten zien wat een moeite het mij heeft gekost om de mensen tot andere inzichten te brengen.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Mathilde-Eljah is in hoge mate geroerd door Mijn les. Zij zegt daarop tegen Peter: 'Edele broeder, heb jij deze heilige waarheid ook gehoord en begrepen?' Peter zegt: 'Waarom vraag je dat? Ben je misschien bang dat ik iets tegen de wil van de Heer zou willen doen? O, maak je daarover geen zorgen! Ik heb het heilige woord van onze Vader onuitwisbaar in mijn gemoed gegrift en leef nu alleen vanuit dit woord in mij. Het zou mij nu. onmogelijk zijn iets anders te denken en te willen dan enkel en alleen wat de Heer wil. Zou het me nog ergens aan ontbreken, dan zul jij het ontbrekende bij mij aanvullen, en zou er bij jou nog iets ontbreken, dan zal ik voor jou hetzelfde doen. Zouden wij beiden echter nog iets tekort komen, dan zullen we samen onze heilige Vader erom vragen. Hij zal ons uit Zijn onuitputtelijke bron alles geven wat we nodig hebben. Wees daarom onbezorgd, liefste Mathilde, jouw Peter heeft alles goed begrepen.'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Er zijn drie dingen die hiervan getuigen: het Woord, het Inzicht en de Wil. Deze drie moeten één worden, zoals Ikzelf één ben als Vader, Zoon en Geest. De Vader is het eeuwige, wezenlijke Woord. De Zoon is de opname van het Woord en daardoor de eeuwige Wijsheid Zelf. De Geest of Wil of Kracht komt dan echter uit beide voort en is eveneens volmaakt één met de Vader en de Zoon, en dat alles is het ene Wezen, dat in Mij voor jullie staat en jullie onderricht.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Wanneer een mens echter tot een juist inzicht is gekomen, dan zal dit zonder meer zijn wil leiden zoals een goede ruiter zijn paard. De wil zal dan steeds meer datgene beginnen te willen wat zijn inzicht juist, goed en dus doelmatig vindt. Daardoor komen wil en inzicht steeds nader tot elkaar, totdat ze uiteindelijk volkomen één worden, hetgeen dan leidt tot de voltooiing van de mens. De wil is het leven van de ziel, het inzicht daarentegen ligt in de eeuwige vrije geest. Worden geest en ziel één, dan is door deze geestelijke wedergeboorte de voor het eeuwige leven vereiste vrijheid ook aanwezig en leeft de mens reeds in Mijn rijk, dat bestaat uit de waarheid en het eeuwige leven.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Nu komen de keizers Jozef, Leopold en Frans naar Mij toe en smeken Mij om de bijzondere zegen voor het Huis van Oostenrijk en voor alle volkeren van deze staat. Op het wijze verzoek van deze drie voormalige vorsten geef Ik deze zegen en zeg:
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] We zouden ons hier in deze stad nog wel enige tijd kunnen ophouden, ook het regerende Huis bezoeken en het zegenen voor alle tijden, maar niemand vraagt ons daarom. Dus zij het maar eenvoudig gezegend door onze aanwezigheid in deze stad, waardoor het er toch nog beter aan toe is dan alle andere vorstenhuizen van de gehele wereld. Dit Huis zal weliswaar nog een proef krijgen te doorstaan, maar dan zal het tot zegen van Europa worden verheven! Wij zijn hier klaar en begeven ons nu op weg voor de voorgenomen verdere reis naar het zuiden.'
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Het lezen van de boeken van de wijze Emanuel Swedenborg is heel nuttig voor jou geweest, omdat je het gelezene ook meteen in praktijk hebt gebracht, maar deze hier hebben noch Mijn woord gelezen, noch hetgeen Ik Swedenborg over Mijn woord heb geopenbaard, en staan hier daarom als volslagen nieuwelingen. Maar zoals gezegd, we zullen hen onderweg nog op het juiste pad brengen.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Wie dus liefde bezit, zal ook in zichzelf liefde vinden en deze als volledig eigendom verwerven, maar wie geen liefde heeft, kan ook geen liefde in zich opnemen. Zou een steen geen vuur in zich hebben, dan zou hij nooit gloeiend kunnen worden gemaakt.
Hoofdstuk 103: Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Goed, goed, Mijn broeder, Mijn zoon! Wat de liefde doet is, welgedaan; laat je daarom steeds alleen maar door de liefde leiden! Waarheen deze je ook zal voeren, je zult steeds op de juiste plaats aankomen; Mijn rijk bestaat alleen uit liefde en waar liefde heerst, daar ben ook Ik thuis. Daarom komt er ook niemand zonder liefde ooit in Mijn rijk en nog minder rechtstreeks tot Mij. Het licht van Mijn ogen doorstroomt weliswaar de oneindigheid en dat is de eeuwig stralende diamant van Mijn wijsheid, maar de liefde is slechts daar, waar Ikzelf onmiskenbaar thuis ben, lichamelijk en zeer wezenlijk herkenbaar.
Hoofdstuk 103: Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zich tot de koning wendend: 'Goede, wijze vader van uw volkeren, u dank ik met een van liefde vervuld hart voor deze rechtvaardige straf. Sta mij toe om, voordat ik de kerker binnenga en de verdiende tuchtroede op mijn schouders voel, de zoom van uw gewaad met mijn lippen aan te raken en het met de tranen van mijn grote liefde voor u te bevochtigen!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Dat kwam de koning ter ore en hij liet de meester gevangennemen en voor zijn rechterstoel leiden. Na het bepalen van de straf wierp het in grote getale aanwezige volk zich voor de koning neer en smeekte hem om voor deze man, die door zijn talenten zoveel goeds had voortgebracht, genade voor recht te laten gelden. Maar het hielp niets; het woord van de koning bleef zo onverzettelijk als een rots.
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De koning stond de veroordeelde dit verzoek toe en deze sprak tot het volk: 'Beste vrienden en broeders! Mor niet over jullie vader, die bezorgd is om jullie eigen bestwil. Als jullie denken dat hij om mijnentwil zo streng en rechtvaardig is, dan vergissen jullie je deerlijk! Uit grote liefde voor jullie is hij in alles zo streng. Ik heb jullie weliswaar goede diensten bewezen, maar ik had jullie ook knollen voor citroenen kunnen verkopen. Al was het in mijn geval geen kwade opzet om de heilzame wet van de koning te overtreden, toch was het een strafbare nalatigheid van mij om te weinig naar de wetten te informeren, waardoor ik geen acht heb geslagen op de liefde en de zorg van onze wijze vader. Daarom krijg ik deze straf heel terecht. Prijs en bemin daarom de wijze koning als een om jullie welzijn bekommerde vader, dan zullen jullie hem daardoor in je hart de beste tol betalen!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Er woonde in de stad ook een heel bescheiden man, die zich met allerlei praktische wetenschappen bezighield en af en toe het een en ander uitvond, dat de mensen goed van pas kwam. Een gebod van de koning hield echter in dat iedere kunstenaar of geleerde zijn werken eerst ter beoordeling aan de koning moest voorleggen, opdat er niets in handen van het volk zou komen dat het schade zou kunnen berokkenen. Deze man wist amper dat er zo' n gebod bestond en verspreidde daarom zonder voorkennis van de koning verschillende van zijn nuttige werken onder het volk, dat niet naliet deze meester buitengewoon te prijzen.
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Er was eens op aarde een machtige koning, onverbiddelijk streng en rechtvaardig in heel zijn doen en laten. Zijn volk gehoorzaamde hem uit angst, maar van liefde voor zo'n strenge heerser was geen sprake. Men prees wel zijn onomkoopbare rechtvaardigheid, maar toch was iedereen bang voor hem en men beefde zodra hij de rechterstoel besteeg. Zijn beambten hadden dezelfde instelling als deze koning. Zij waren strikt rechtvaardig, maar er was nooit sprake van kwijtschelding van straf.
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1180 - 1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205  ...