Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1193 van 1490

...  1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206  ...
[10] Ik zeg: 'Maak je over hen geen zorgen! Ik heb heel veel dienaren die deze schapen moeten hoeden en leiden. Daarom is het ook niet nodig dat juist wij allen moeten leiden, maar alleen diegenen die zich tijdens hun leven op aarde hoofdzakelijk om Mijn naam hebben bekommerd op de verkeerde of op de juiste manier, dat maakt hier niets uit. Als er maar een geloof aanwezig was, dan kunnen we dit altijd in orde brengen en hun liefde opwekken. Maar waar helemaal geen geloof of een te hardnekkig bijgeloof aanwezig is, mogen wij aanvankelijk niet openlijk de rol van leider of opwekker vervullen. Daarvoor heb Ik miljoenen dienaren, aan wie zulke zaken worden toevertrouwd. Er is echter wel degelijk verschil tussen degenen die Ik Zelf persoonlijk opwek en leid, en die velen die door Mijn engelen en dienaren worden opgewekt en geleid. Hier geldt het woord: 'Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] We zullen ons daarom niet langer in deze plaats ophouden, maar ons naar een andere stad begeven, waarvan Ik jullie de naam pas zal noemen als we in haar nabijheid zijn.'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De officier zegt wat weemoedig: 'O lieve Vader, deze stad Wenen telt enkele honderdduizenden inwoners en wij zijn hier met nauwelijks meer dan duizend personen. Als ik daarbij nog denk aan degenen wier stof door de aarde van de kerkhoven wordt bedekt... wat zal er met al deze mensen gebeuren? Daaronder zullen er wel enkelen zijn, die reeds lang in het eeuwige levenslicht baden, maar met miljoenen uit deze plaats is dat zeker niet het geval. Zullen zij ooit verrijzen?'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Heel goed, lieve broeder! Jij hebt de juiste weg gevonden. Maar helaas leven er in deze stad nog velen voor wie deze weg vreemd is en nog lang vreemd zal blijven. Wat rijp was, heb Ik nu geoogst! Al het andere is nog onrijp en moet nog op het veld blijven staan.
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nu is Peter niet meer tegen te houden, valt in Mijn armen en weent van overgrote liefde. Ik omarm hem ook en zeg: 'Mijn broeder, jij houdt erg veel van Mij, maar Ik houd nog veel meer van jou! Kijk naar deze wederliefde van Mij en zeg Me, of je daarmee tevreden bent?'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De officier zegt: 'Ja, nu begrijp ik jou en ik zal me er ook naar gedragen. Ik dank je, beste broeder, voor deze wijze en praktische les!'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Als jij echter van wijn en zijn opwekkende kracht houdt, kun je dan een vijand van het persen zijn? Ik zeg je, zonder druk gaat het niet! Alleen als ook de geest door de druk gedwongen wordt om over te gaan in het aan de ziel verwante sap, komt de ziel zelf pas tot leven, in het bezit van eigen kracht en macht. Begrijp je deze beeldspraak?'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Heb je op aarde nooit naar wijnpersen gekeken? De druif komt dan onder een verschrikkelijk zwaar drukkende pers waardoor ze helemaal fijn gedrukt wordt en haar het edele sap tot op de laatste druppel wordt ontnomen. Wij vrije geesten twijfelen er niet in het minst aan dat de druif gevoel heeft, omdat alles leven moet hebben en er zonder een bepaald gevoel geen leven zou zijn. Nu mag de druif onder de zware pers nog zo'n sterke pijnlijke druk voelen, toch is dat voor het vergroten van haar opwekkende geest hoogst noodzakelijk. Zonder deze drukkende operatie zou haar geest immers nooit vrij worden en zou deze het sap nooit zo ten volle kunnen verzadigen, dat eenieder die het sap tot zich neemt, de opwekkende geest spoedig in zijn hele wezen waarneemt.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De officier zegt: 'Ja, dat is wel op haar van toepassing, maar nu nog één vraag! Ik houd zo machtig veel van Jezus vanwege Zijn onbegrijpelijke liefde voor ons, Zijn schepselen. Deze liefde brengt mij erg in beroering. Wat moet ik doen om mijn hart tot rust te brengen?' Robert zegt: 'Laat je hart maar breken van liefde, daardoor zal je geest, die nu nog bekneld zit in je hart, vrij worden. Dan word je ook vrij in jouw gehele wezen, hetgeen de eerste voorwaarde is als je de Heer volledig nabij wilt komen.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De officier slaat deze scène gade en bewondert de beschaafde taal van Helena. Hij wendt zich tot Robert en zegt: 'Nou, jij moet jouw Helena inmiddels flink onder handen hebben genomen, waarbij je haar vroegere Lerchenfeldse, proletarische dialect er grondig uit hebt gedreven! Werkelijk, zij spreekt nu goed en mooi Duits.' Robert zegt: 'Vriend, dat kon ze vroeger ook al. Ze spreekt alleen dan haar dialect, als het haar erom te doen is iemand om Gods wil eens flink te vernederen. Ze is anders het zachtmoedigste en een door de Heer Zelf opgevoed, fijnebeschaafd wezen, mooi als het morgenrood, hartelijk en lief als een duif.'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Mathilde zegt: 'Ja, je hebt volkomen gelijk, maar geef me alleen iets meer plaats!' Helena zegt: 'Hé, lieve zuster, heb je dan nog geen plaats genoeg? Ik geloof dat je deze hele heilige en zalige borst alleen in bezit wilt nemen? Wel, omdat je er zo lief en goedhartig uitziet, schuif ik nog een klein stukje op, maar dan moet je mij niet meer storen in mijn zaligheid, lieve, beminnelijke zuster!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Mathilde zegt: 'Maak je daar maar geen zorgen over, ik weet ook wel hoe men moet liefhebben. Kijk maar uit dat jij uiteindelijk niet tekort komt. Ik ben op aarde op een heel merkwaardige manier door zowel zuivere als onzuivere liefde geplaagd, maar heb nergens echte voldoening in kunnen vinden. Maar nu voel ik mij geheel en al voldaan en mijn hart lijdt geen honger meer. Als ik aan tafel ben, weet ik wel hoe ik moet eten en in het bijzonder aan deze, waaraan talloze myriaden zich voeden met leven gevende nectar!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Daarop zegt Helena: 'Kijk, wie het eerst komt, wie het eerst maalt! Als men voor zoiets goeds geroepen wordt, mag men zich door niets er vanaf laten houden, maar ontbreekt iemand daartoe de moed, dan moet men die maar ergens vandaan halen. Kom maar hier, we zullen samen wel een plaatsje vinden! Want kijk, aan deze borst vinden er heel veel tegelijk een plaatsje!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Mathilde, die nu haar hoofdje tegen de linkerzijde van Mijn borst heeft gelegd, zegt: 'Nu is het goed! o God, o God, wat een zalige rust! Ja, wie werkelijk rusten wil, die ruste in God! o heilige borst! Och, mijn hart is veel te klein om de rijkdom van deze heilige, grootse ervaring te kunnen vatten! Wie zou echter de diepte van zo'n genade en liefde ooit kunnen begrijpen en doorgronden?'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena valt meteen met open armen aan Mijn borst en zegt: 'O, mijn liefste Vader, dat heb ik al onzeglijk gemist! O, lieve Vader, mijn enige liefde! O, hoe zalig is het aan Uw borst te rusten en de hoogste levenskrachten in me op te nemen!' Na deze woorden valt Helena opnieuw aan Mijn borst en bijt er zich, om zo te zeggen, letterlijk uit liefde in vast.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1181 - 1182 - 1183 - 1184 - 1185 - 1186 - 1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206  ...