Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1199 van 1490

...  1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212  ...
[8] En zo, Mijn beste Robert, zal het ook met deze priesters gaan, en wel op de wijze zoals Ik je daarnet heb getoond. Ze zullen nog heel wat harde noten te kraken krijgen voordat ze de onderste wijsheidshemel zullen binnengaan.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert komt naar Mij toe en zegt: 'Lieve Vader, deze soldaten zien er toch wat vreemd uit! Zijn ze uit een vroegere of uit de huidige tijd? Uit de tijd van mijn aardse leven zijn ze zeker niet. Toen was de kleding heel anders. Ze lijken ook niet uit vroegere tijden te komen, omdat mij daaruit veel schilderijen en tekeningen bekend zijn. Ze moeten toch van deze tijd zijn, misschien gekleed naar de smaak van de jonge keizer, die nu in Oostenrijk de scepter zwaait.'
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Ja, zo is het! Dit jaar zijn er veel soldaten door tyfus en cholera en heel wat andere ziekten uit hun lichamen verlost. Daar ze nu eenmaal tot de militaire stand behoorden, blijven ze ook na het afleggen van hun lichaam nog trouw aan deze stand en verschijnen hier als soldaten. Ze weten ook niet dat ze gestorven zijn. Wel weten ze dat ze ziek in het hospitaal terecht kwamen, maar ze geloven dat ze door een goed geneesmiddel in een verkwikkende slaap zijn gevallen en daarna 's morgens fris en gezond zijn opgestaan.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Terwijl zij als verdoofd op de grond liggen, laat Ik de verschijningsvorm van de vlammende kloof verdwijnen en in de plaats daarvan een grote beker wijn, benevens zeven van de allerbeste broden neerzetten. Daarbij bevindt zich een schriftelijke opdracht om zich allen, zonder onderscheid, daarmee te verkwikken en daarna deze kerk voor alle tijden te verlaten, omdat haar aardse grootheid er enkel toe dient de hoogmoed van de in haar dienstdoende priesters steeds meer te vergroten. Als zij echter buiten zullen zijn, zal er iemand naar hen toe komen, die hun zal aangeven wat ze moeten doen om aan de straffen van de hel te ontkomen.
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Dat heb je ook bij deze priesters kunnen zien. De angst voor de verschijningsvorm van de vlammende hellepoort leek hen bijna te doden. Na een poos zullen ze weer ontwaken en zich weliswaar nog in de kerk bevinden, maar het gebeurde zal hun als een afschuwelijke droom voorkomen. Zij zullen dan wijn en brood vinden en daar ze zeer hongerig en dorstig zullen zijn (wat steeds het geval is als de geest in de ziel vrijer en wakkerder wordt), zullen ze er ook gretig naar grijpen en het verorberen. Het open geschrift naast de broden zal hun duidelijk maken hoe ze aan de hel, waarvoor ze een ontzettende angst hebben, kunnen ontkomen. Hoewel enkele van hen tijdens hun aardse bestaan niet in de hel geloofd hebben, is het beeld ervan hun toch bijgebleven. Nu hebben ze de geopende muil en de hun zo verschrikkelijk lijkende vlammen gezien, waardoor het akelige beeld voor hen werd verwezenlijkt. Daardoor is hun ongeloof voor wat de hel betreft weer tot een levend geloof geworden. Daarom zullen ze volgens de aanwijzing van de geschreven opdracht in allerijl opbreken en zich naar buiten begeven.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Nadat alles is geregeld, verwijderen we ons van deze van angst halfdood neerliggende groep priesters en gaan naar buiten, ook de koster Johan, als een van Mijn liefde en wijsheid vervulde broeder.
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Door deze weinig troostvolle woorden van Petrus worden de ogenschijnlijke kandidaten voor de hel zo bang, dat ze allen neervallen en slechts steunend de woorden: 'O Jezus, Maria en Jozef! Ge-na-de, ge-na-de!' kunnen uitbrengen.
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Zo is het ook met de boete gesteld: voor ons heeft alleen de vrijwillige boete, die voortkomt uit een levend geloof en uit ware liefde tot God en tot alle mensen, waarde. Die welke wordt afgedwongen uit vrees voor de hel, is totaal vruchteloos, al zou deze erger zijn dan alle pijnen van de hel, die jullie, als God de Heer het wil, spoedig te verduren zullen krijgen.'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Johan zegt: 'Jullie domme dwazen! Heeft God de Heer dan twee harten; een klein hart, vol van de hoogste liefde en barmhartigheid, en een groot hart, overlopend van toorn en een gerechtvaardigd, onverbiddelijk verlangen om te straffen? Hoe kan God, het meest volmaakte wezen der wezens, uit een en hetzelfde hart een nooit te vermurwen toorn en tegelijkertijd de hoogste zachtmoedigheid en liefde laten vloeien? Hoe kan God een geest slechts liefhebben zolang deze in het zondige vlees gevangen is, maar hem naderhand eeuwig haten vanwege enkele fouten waartoe zijn vlees, dat dient als vrijheidsproef, hem heeft verleid?
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Het is ook goed dat ze niet weten dat ze gestorven zijn, omdat dit voor hen een gericht zou zijn. Ze moeten pas geleidelijk aan, geheel ongemerkt, worden voorbereid. Aanvankelijk slechts door verschijnselen waardoor ze tot een zeker inzicht komen, zodat de wereld waarin ze nu leven hun steeds vreemder voorkomt. Dat maakt hun gemoed steeds onrustiger. Ze komen ook in allerlei onprettige situaties en ogenschijnlijke gevaren terecht, zoeken dan bescherming en hulp en proberen vaak aan schijnbare achtervolgingen te ontkomen. Maar ze vinden geen echt toevluchtsoord en zijn dan niet zelden genoodzaakt zich aan de achtervolgers over te geven. Soms echter belanden ze in onafzienbare woestijnen, waaraan nauwelijks een einde komt. Als ze dan al bij een of ander einde komen, dan is dat gewoonlijk nog veel erger dan de woestijn zelf. Om kort te gaan, al deze, zich nog helemaal in het natuurlijke leven bevindende zielen, zullen nog een soort dood moeten doormaken voordat hun geest vrij wordt.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Vreselijk bevend zegt de voormalige hoofdcelebrant: 'O heilige apostel Petrus, rots van God, bid jij toch tot de Heer voor ons arme zondaars, dat we liever niet in de hel, maar voor een miljoen jaren in het vagevuur willen worden geworpen. We zien nu allen in dat we gruwelijk hebben gezondigd. en voelen het diepste berouw over onze aardse verblindheid. We weten trouwens ook nu pas dat we lichamelijk werkelijk gestorven zijn. Hadden we dat eerder ingezien, dan hadden we de hele tijd dat we in deze wereld waren beslist het grootste berouw getoond en de strengste boete gedaan, maar we wisten immers niets en bleven daarom ook tot nu toe de oude verstokte zondaars. Nu zie je toch dat wij allen hier vervuld zijn van het diepste berouw. Wees voor ons daarom toch een beetje gematigder en barmhartiger; we willen alles doen wat de Heer maar van ons verlangt, als Hij ons de hel maar bespaart.'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Op dit moment opent zich plotseling de vloer van de kerk; vlammen slaan omhoog uit de wijde kloof en verscheidene gedienstige geesten verschijnen, die de verstokte priesters direct naar de vlammende kloof drijven. Deze beginnen daarbij jammerlijk te huilen en smeken de koster Johan om erbarming en voorspraak.
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg echter heel ernstig tegen hen: 'Hebben jullie nooit gelezen: 'Wees barmhartig en gij zult barmhartigheid ondervinden!' Hoe zag het er met jullie barmhartigheid uit? Hebben jullie de hongerigen gespijsd, de dorstigen gelaafd, de naakten gekleed, de gevangenen verlost en de kleinmoedigen getroost? Nee, dat hebben jullie nooit gedaan! Jullie waren altijd danig tegen Mij en hebben Mijn leer met voeten getreden! Omdat jullie zo hard en onverbeterlijk zijn, geschiede met jullie, wat jullie uit de grenzeloze hardheid van je hart aan deze echte broeder van Mij hebben gegeven!'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nu laat Ik Mij aan deze verstokte priesters zien zoals zij zich Mij voorstellen als Heer van hemel en aarde, en zeg op een nadrukkelijk ernstige toon: 'Kennen jullie Mij nu?!'
Hoofdstuk 82: De Heer neemt de koster op. Geweldige vlammenkuur voor zijn vervloekers. Einde van de scène in de Stefanusdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Maar dan zullen wij zeggen: 'Wij hebben jullie op aarde genoeg vermaand! Wij stuurden jullie de ene herderlijke brief na de andere, gaven jullie voor kleine offers aflaten in overvloed en spoorden jullie ernstig aan om te biechten en boete te doen! Maar jullie hebben ons alleen maar uitgelachen en deden wat jullie wilden! Hier in de geestenwereld zijn wij echter almachtige heren geworden en we zouden jullie kunnen helpen als we wilden, maar we willen niet, en dus wil God het ook niet. Ga daarom weg van ons in het eeuwige vuur, dat bereid is voor de duivels en al hun ketterse trawanten!' Dan zal de grond zich onder hun voeten openen en de eeuwige afgrond zal hen samen met de duivels verslinden en aan hun namen zal dan voortaan niet meer worden gedacht. Kijk, dat doen wij en dat hebben we dan ook al gedaan met deze vervloekte ketter; hij moet nu maar zien hoe hij ooit aan de hel kan ontkomen!'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1187 - 1188 - 1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212  ...