Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 121 van 179

...  109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134  ...
[6] En de Heer prees Lamech voor zijn mooie antwoord en goede woorden waaraan veel wijsheid ten grondslag lag, en richtte na der lofprijzing de volgende woorden tot hem:
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Van Faraks wijsheid heb je nog het volgende gehoord: toen God de eerste mens uit het leem van de aarde had gevormd, blies Hij hem een levende ziel in zijn neusgaten, en werd de mens een levende ziel voor God, zijn Schepper.
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En werkelijk waar, ik huiver nu voor Uw te eindeloos diepe wijsheid en heb daardoor ook geen moed meer om iets te vragen! Want U zou mij een nog dieper antwoord kunnen geven en dan zou ik ten overstaan van U en het gehele volk te gronde gaan! Daarom moet nu in mijn plaats iemand anders U iets vragen!
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En de Heer zei daarop tegen Lamech: 'Luister, dat is nu juist de eigenlijke en voornaamste reden waarom ik je nu diep verborgen dingen bekendmaak, zodat je daardoor zo echt van ganser harte deemoedig zult worden en je al je wijsheid en inzicht gevangen zult nemen en die aan Mijn voeten zult leggen!
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Want zolang je ook maar met het kleinste vonkje van eigen wijsheid wilt pronken, kun je niet in Mijn wijsheid binnengaan; en zou Ik je die als het ware opdringen, dan zou zij je te gronde richten en vernietigen, zoals ontbrand steenzout alles vernietigt wat het omsluit.
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zie, deze tempel is immers voor de wijsheid vanuit Mij gebouwd; maar hij kon niet eerder op deze lichte hoogte worden gebouwd voordat deze van al het ongedierte was gezuiverd.
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zo kan ook Mijn levende tempel van Mijn wijsheid niet eerder in jou worden opgericht, tot je je eigen berg van wijsheid in jezelf volkomen hebt gereinigd.
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, het gaat hier met de geest bijna net zo als met de tanden, die eigenlijk het symbool van de wijsheid zijn:
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En evenzo moet ook al je vroegere wijsheid uit je verdwijnen, voordat je dan Mijn eeuwig machtige wijsheid in je kunt opnemen!
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En zo heb ik mijn onwaardigheid om voor U, o Heer, te spreken, gezien en durf U daarover geen verdere vragen meer te stellen; maar niet vanwege Uw eindeloze wijsheid, maar omdat U heilig bent, meer dan heilig.
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik voelde dat in het begin niet zo erg; maar omdat ik mij in Uw wijsheid zo volkomen heb verdeemoedigd, valt mij nu Uw eindeloze heiligheid op en ik ben door haar goddelijke gewicht tot in de allerdiepste en duisterste afgrond gedrukt!'
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Nu Ik je echter door Mijn vraag een goede gelegenheid gaf om je diepe wijsheid volledig de vrije loop te laten, zwijg je als een muis die een kat in haar buurt weet en wil je niet zeggen wat je tot grote eer zou kunnen strekken!
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De Heer antwoordde Lamech daarop als volgt: 'Luister, Mijn lieve zoon Lamech, deze uiteenzetting over je zwakte bevalt Mij onvergelijkbaar veel beter dan je eerdere over de verhouding van het gelijkvormige leven tussen Schepper en schepsel, ofschoon zij op zichzelf juist was omdat Ik het je ingaf zo te spreken, ten einde je hart te bewerken en je te laten zien waarin de ware wijsheid bestaat, namelijk in de deemoed, die de mens laat inzien dat hij uit zichzelf tot helemaal niets in staat is, maar vanuit Mij tot alles.
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Gedurende deze nacht heb Ik je velerlei graden van de innerlijke ware wijsheid uit Mij getoond, en deze zichtbare tempel, gebouwd door jouw inzicht en jouw hand, is daardoor een tempel van wijsheid geworden, waarin de mens van de aarde zich altijd moet herinneren dat Ik, de Schepper van hemel en aarde, je Zelf op deze plaats heb onderwezen en met jou gerust heb op de treden van het altaar en ze daardoor heb gemaakt en gewijd tot trappen waarop de mens zich bewust moet worden van zijn nietigheid ten opzichte van Mij in de volledige rust van zijn geest; en heeft hij dat gedaan, dan heeft hij Mij in deze tempel een rechtmatig en welgevallig offer gebracht, zoals jij het Mij nu uit de vurige grond van je hart hebt gebracht!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Broeders, gisteren hebben jullie in je midden de wijze Man gezien en ook gehoord en hebben jullie je ten zeerste verwonderd over Zijn hoge en diepe wijsheid! Maar geen van jullie wist waar deze wijze Man vandaan kwam, zodat jullie je dat dan ook meermaals afgevraagd hebben en niemand in staat was jullie een afdoend antwoord te geven.
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134  ...