Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 121 van 1112

...  109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134  ...
[2] Maar, en dat is een groot maar, daarvoor heb je wel een geheel nieuwe generatie nodig! De onverbeterlijke mensentroep moet van de aarde verdelgd worden, anders wordt het in der eeuwigheid nooit anders op deze aarde! De luxe en de gemakzucht heeft een te hoge trap bereikt, de machthebber weet hoe hij zich de arme, zwakke en onmachtige mens ten nutte kan maken, en daarom hebben maar weinig mensen geluk, en verschrikkelijk veel mensen moeten gebrek lijden! Daardoor komt het dat de arme drommel tenslotte twijfelt aan de voorzienigheid van God, terwijl de rijke en machtige van louter geluk en welvaart God vergeet, en het gevolg is dat beiden tenslotte in handen van de duivel moeten vallen!
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuiver goddelijke waarheid, ja ik zou zelfs zeggen: Zij is zelf al puur leven. Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven. Adam zou ondanks zijn geroemde Eden een arme stakker geweest zijn vergeleken bij een Caesar Augustus of een Lucullus en nog honderden zoals zij. 'Dat kan men zich door Zeus, Apollo, Mercurius enz. verschaffen, men kan naast deze fantasiegoden oneindig goed leven! Waarvoor dan waarheid, waarvoor liefde, zachtmoedigheid, geduld en wijsheid?' Zo zullen de groten en machtigen der aarde filosoferen en Uw echte heilige leer van de vriendschap bij iedereen achtervolgen, zoals de hongerige wolven een lam achtervolgen. .
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Hoe zal iemand zich ooit bij Uw goddelijke leer der vriendschap thuis voelen, als slavernij van zijn naasten voor hem de voornaamste voorwaarde is voor zijn goede leventje? Ja, Heer en Meester en enige echte Het land van de arme lijdende mensheid, ga maar, doe wonderen, predik de eeuwige slavernij en toon het wegkwijnende volk dat een Caesar alleen het recht heeft op de aarde te leven, en het volk alleen maar in zoverre het Caesar belieft! Getuig verder luidkeels dat de Caesar het onbetwistbare recht heeft naar willekeur over ieders leven en dood te beschikken en alle schatten en goederen der aarde in beslag te nemen, dan zal men U weldra koninklijke klederen aandoen en U zult rondgaan in grote pracht en majesteit!
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] In de herberg bevond zich echter een vrouw, die ook op de berg met velen uit deze streek aanwezig was, en gereinigd werd van haar erge melaatsheid. Deze vrouw herkende Mij, viel voor Mij op haar knieën en dankte Mij nogmaals voor haar verkregen genezing. Enige Farizeeën zagen dat en kregen het vermoeden dat Ik de voor hen beruchte Jezus uit Nazareth was.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Dit commentaar maakte dat de verzoekers bijzonder getroffen en geraakt verdwenen en geen woord meer tot Mij durfden te richten, want het hele volk dat zich om Mij heen had verzameld, wierp vragende blikken op hen en zij hielden het voor geraden om geen verdere discussie meer met mij aan te gaan.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nadat deze verzoekers zich haastig uit de voeten gemaakt hadden, loofde het volk Mij omdat Ik deze Zeloten zo duidelijk de waarheid onder hun neus gewreven had.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen Ik 's morgens buiten met Mijn leerlingen het morgenbrood at en hen tevens vertelde dat er op deze plaats niet veel gedaan zou kunnen worden, kwamen de Farizeeën en Sadduceeën uit het huis, stapten meteen bazig brutaal op Mij af en begonnen Mij uiterlijk heel vriendelijk met allerlei vragen in verzoeking te brengen. Daarbij prezen zij zelfs veel van Mijn roemrijke daden om Mij goed uit Mijn tent te lokken, -maar daarin vergisten zij zich lelijk. Een SADDUCEEËR zei zelfs: "Meester, weet u, wij zouden geneigd zijn u te volgen en uw leerlingen te worden, wanneer u als kind van God en Gods zoon, zoals veel mensen u nu al noemen, ons daarvoor een teken uit de hemelen zou geven! (Matth. 16:1) Doe een zichtbaar wonder voor ons en dan kunt u ons de uwe noemen!"
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen wij bij zonnig weer waren overgevaren, terwijl wij van alles oprakelden over de plaatsen en de mensen waar wij goed ontvangen waren, en ons weer aan de voet van de berg bevonden waar de vorige dag op de top zo vele duizenden mensen met zeven broden en een paar vissen gevoed waren, herinnerden de leerlingen zich pas dat zij aan de grens van Magdala vergeten waren brood te kopen en mee te nemen. (Matth. 16:5) Het was namelijk al tamelijk laat in de middag en voornamelijk de honger bracht hen daar op. Daarom besloten enigen van hen om ergens in de omgeving brood te gaan halen of eventueel naar Magdala terug te varen, omdat men van hier met goede wind gemakkelijk in een uur naar het plaatsje Magdala kon komen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] En verscheidene leerlingen, die in deze streek goed bekend waren, haastten zich na het eten van het morgenbrood meteen naar de bovengenoemde omgeving en vroegen ijverig overal wat de mensen daar over Mij dachten, en of en hoeveel ze soms al over Mij gehoord hadden. De vooruit gezonden leerlingen waren echter niet weinig verbaasd toen ze merkten dat in de gehele omgeving, die nog nooit eerder door Mij bezocht was, Mijn naam overbekend was en dat iedereen veel over Mij wist te vertellen. De leerlingen deden namelijk alsof zij van Mij slechts van horen zeggen iets wisten, en daardoor kregen de gevraagden des te meer speelruimte om allerlei dingen te vertellen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl de groep vooruit gezonden leerlingen zich bezig hield met de verkenning van de omgeving en van de mensen bij Caesarea Philippi, bleef Ik tot het bijna avond was nog in de bocht bij de berg. Maar een paar uur voor zonsondergang verliet Ik met de overige leerlingen de bocht, kwam tegen de avond in de omgeving van Caesarea Philippi aan (Matth. 16:13) en vond de vooruit gezonden leerlingen bij een armelijke hut, waarvan de zeer eenvoudige bewoners juist bezig waren een avondmaal voor de reeds moe en hongerig geworden leerlingen klaar te maken.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Dan staat de arme HEER DES HUIZES op en zegt met een wat treurig gezicht: "Goede meester, wat ik heb, geef ik omdat mijn hut zo'n grote eer en genade te beurt is gevallen. Want ik weet dat u een zoon van David en bovendien een groot profeet bent. Brood en vis heb ik nog wel in voorraad voor vandaag en morgen, maar met de wijn ziet het er wat slechter uit, niet alleen bij mij, maar in deze hele streek. Ook in de niet ver van hier gelegen stad Caesarea Philippi staat het er met de wijn erbarmelijk voor. Wat frambozen en bramensap heb ik wel, maar dat is al wat oud en daarom zuur, wij drinken het alleen met water en wat honing tegen de dorst.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: "Ga dan en neem de zakken en vul ze allemaal met water!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De arme MAN van de hut, die zijn stro in dit hol bewaarde, spreidde dat op de grond uit en legde de met water gevulde zakken ordelijk naast elkaar op het stro, en toen dat werk klaar was, kwam hij weer te voorschijn en zei: "Heer en meester, alles is gebeurd zoals u bevolen heeft! Moet er misschien nog meer gedaan worden?"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] IK zeg: "Alles is nu helemaal in orde. Ga en neem nu een aantal van je betere stenen kruiken en vul die uit een van de vijftig zakken, het geeft niet welke. Proef ook uit de gevulde kruiken hoe het smaakt, breng ze dan hierheen en zeg ons wat je van dat aldus toebereide water vindt!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] Allerlei leraren en profeten duiken op en leren de mensen hoe het moet. Zo hier en daar bevat het ook wel iets waars, maar naast ieder vonkje waarheid verdringen zich steeds duizenden leugens en doen zich naast het waarheidsvonkje voor als zouden zij zélf waarheid zijn. En kijk, al zulke leraren, profeten en hun lessen lijken op het schijnsel van de maan, die steeds met een andere gestalte schijnt, en vaak als haar licht 's nachts het meest nodig is, helemaal niet schijnt.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134  ...