Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1201 van 1490

...  1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214  ...
[13] Deze domheid heeft niet het door u gewenste resultaat gehad. Deze achtenswaardige mannen hebben u geduldig aangehoord en slechts stilletjes onder elkaar opmerkingen gemaakt. Dat deed u, eminentie, bijna schuimbekken van woede en toen probeerde u met een overmaat aan domheden zo veel mogelijk weerzin bij deze eerbare mensen op te roepen, omdat u eerder met uw hele helse schijnvertoning niets hebt kunnen bereiken. Met de grote prevelmis lukte het, zoals gebleken is, ook helemaal niet. Daarom ging u over tot een rooms-katholiek exorcisme, dat in zijn soort een unieke bekroning van menselijke domheid is en daardoor ook op de zeer wijze en achtenswaardige mannen een weerzinwekkende indruk had moeten maken. Maar de wijze mannen moeten zich hebben voorgenomen om ook voor de ergste domheden niet te wijken. Zodoende bleven ze dan ook tot uw grote ergernis hier. Wat kon u verder nog doen?
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Iemand uit hun midden zegt: 'Maar als dat ook niet helpt, wat moeten we dan doen? Want als dit volledige uitdrijvingsritueel, dat toch helemaal gebaseerd is op de naam van de allerzaligste maagd, niet heeft geholpen, wat zal dan het dode beeld van de moeder van smarten en de grote litanie baten? Ik ben er helemaal niet meer voor te vinden. Overigens komen deze wezens mij ook helemaal niet als duivels voor. Als men hen wat beter bekijkt, dan zal men zich er al gauw van kunnen overtuigen dat er helemaal niets duivels in hen lijkt te zitten.' De hoofdcelebrant zegt: 'Duivels kunnen ook engelengedaanten aannemen; daarom is het hier geboden om alles te proberen. Ga maar vlug en breng mij de moeder van smarten hier. Amen dico vobis!'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Nu treedt de hoofdcelebrant naar voren en prevelt iets uit het hem eerbiedig voorgehouden boek en de anderen zeggen tussen de bedrijven door telkens 'amen'. Daarna wordt de helft van de kaarsen aangestoken, met het wierookvat bewierookt en met wijwater besprenkeld. Dit prevelen, bewieroken en besprenkelen geschiedt nog tweemaal. Daarna wordt er een zwart stuk touw neergelegd. De hoofdcelebrant trapt in naam van Maria op het touw, ten teken dat hij nu de kop van de slang vertrapt. Daarop wordt een zwarte schaal met gloeiende kolen aangedragen. Het vuur wordt driemaal vervloekt, het touw wordt daarop in het vuur geworpen en dit wordt met het brandende touw de kerk uitgedragen. Nu wordt er een stel knuppels uit de sacristie gehaald; ieder neemt er een in zijn hand. Bij deze gelegenheid wordt ook de andere helft van de kaarsen aangestoken. Na deze handeling worden de knuppels gewijd, bewierookt, besprenkeld en even aangeraakt. Als dit klaar is zegt de hoofdcelebrant: 'Hiscum fustibus percutiantur omnia', d.w.z. 'Met deze stokken moet nu alles wat de duivels ontheiligd hebben, kort en klein geslagen worden'. Nu worden eerst de kandelaars omgegooid, daarna wordt de katafalk stukgeslagen en het rouwkleed aan flarden gescheurd. Tegelijkertijd maakt de hoofdcelebrant een kleine scheur in zijn witte onderkleed. Daarop ontstaat er een hels kabaal; iedereen schreeuwt om ons, vermeende duivels, te vervloeken en de kerk uit te jagen. Daarbij wordt met deze knuppels in het wilde weg op alle banken geslagen en men houdt niet op met deze activiteit zolang de knuppels niet helemaal stukgeslagen zijn.
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Jozef gaat verder: 'Maar nu, o Heer, ben ik op de goede weg! Nu begrijp ik Uw heilige woord en U, o Heer, bent nu voor mij de liefde van alle liefde! Maar nu loopt het misoffer van deze priesters ten einde. Wat gaat er daarna gebeuren?'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik dwong mijn hart wel om deze almachtige God met al mijn krachten lief te hebben, maar moet toch tot mijn schande bekennen dat mijn hart zich in deze liefde niet kon vinden. Ik werd toen door dergelijke zelfonderzoeken vrijmetselaar, om zodoende tot een diepe re kennis van God te komen. Ik heb daardoor wel veel gewonnen en veel gelezen over de zuivere liefde tot en in God, maar de onverbiddelijke rechter wilde absoluut niet verdwijnen en de hel niet uitdoven.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht!' De kloof betekent echter weer het nooit te overbruggen onderscheid tussen Mijn meest vrije orde in de hemelen en de haar in alles tegenstrevende wanorde van de hel. Deze tekst duidt dus enkel op het onverenigbare hiervan, maar niet op een eeuwig gesloten deur voor degenen die zich daarin bevinden.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Slechts één ding begrijp ik nog niet: hoe zit het met het bij bijna alle christelijke religieuze sekten voorkomende begrip van de zogenaamde eeuwige straf. Bestaat er zoiets, of bestaat dit niet? Wanneer men voor een eerlijke en rechtschapen levenswandel tijdens zijn aardse dagen een eeuwige beloning krijgt, dan kan men gevoeglijk aannemen dat er ook een eeuwige straf moet bestaan, want verdient men hier in het rijk der geesten met een korte, edele daad een eeuwig loon, dan wordt men daarentegen ook voor een korte, slechte daad bestraft met een eeuwig verblijf in de hel. Ik vind deze veronderstelling heel logisch.'
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Beste vriend, wat kan er voor Mij nu waardeloos zijn als het met de juiste instelling wordt verricht? Wanneer Ik elke beker vers water, die je een dorstige aanreikt, honderdvoudig zal belonen, hoeveel te meer zal ik dan een godvruchtig misoffer van een werkelijk edelmoedige priester met welgevallen aanzien en de priester evenals het offer zegenen! Ik kijk altijd alleen maar naar het hart en nooit naar het uiterlijk, want door een liefdevol en rechtschapen hart wordt elke uiterlijke vorm, hoe deze er ook uitziet, voor Mij goed en rechtvaardig, hoewel de vorm niets te betekenen heeft en deze dus noch uiterlijk noch innerlijk enige waarde kan hebben.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Dat iemand, wiens innerlijk al volkomen tot hel is geworden vanwege zijn vrijwillig uittreden uit Mijn meest vrije orde naar de noodzakelijk geoordeelde tegen-orde, niet al te vlug en te gemakkelijk uit de hel zal komen, is vanzelfsprekend. Het is maar al te bekend hoe moeilijk het voor iemand, die volkomen gevangen zit in kwaadaardige trots en heerszuchtige hoogmoed, is om over te gaan naar de zachtmoedigheid en deemoed van de hemelen. Zoiets is zeker niet onmogelijk, maar wel heel erg moeilijk. Je zult in de toekomst nog vaak ondervinden hoe moeilijk het is om iemand volledig uit de hel te halen. De trotse keert telkens weer terug naar de trots, de onkuise naar de onkuisheid, de luie naar de luiheid, de jaloerse naar de jaloezie, de vrek naar de gierigheid, de leugenaar naar de leugen, de rover naar de roof, de moordenaar naar de moord, de wrede naar de wreedheid, enz. Ook al berispt men hen voor deze eigenschappen nog zo vaak, toch vallen zij steeds weer terug in dezelfde hartstochten zodra hun de voor het eeuwig vrije leven vereiste vrijheid wordt gegeven. Hoe vaker zij weer terugvallen, des te zwakker worden ze en des te moeilijker wordt het voor hen om aan de kwade zonden te ontkomen en als gelouterde geesten in Mijn goddelijke vrijheid over te gaan.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] O Heer, er zijn bij deze spoken kaste massa's van zulke zaken, waaraan men zich bovenmate moet ergeren! Wat kan men eraan doen? Niets anders dan het een tijdje aanzien en als het tenslotte te bar wordt, erop los slaan als een dolleman. Het is juist dat we ons niet moeten ergeren om hun niet de kans op een overwinning te geven, maar als ik er maar een zie, dan draait mijn maag zich al om! Heer en Vader, als U mij niet heel goed helpt, kan ik nergens voor instaan.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Migatzi zegt: 'Hoe zou ze me anders kunnen voorkomen dan oerdom? Maar ik kan me daar absoluut niet aan ergeren, alleen maar vreselijk om lachen, want geen mens kan zich nog ergeren, als deze uiterst bekrompen roomse domoren zich ook als geesten niet laten verbeteren. Laten we dit alles toevertrouwen aan onze lieve, goede Heer en Vader en laten we vol goede moed zijn! Deze wezens laten we ongestoord doen wat ze willen. Dat zal voor hen zeker de beste kuur zijn, want wij beiden zullen aan hen niets kunnen veranderen.'
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Ja, dat is waar, met dezen is niet veel te beginnen, maar ik ben benieuwd wat die kerels nu gaan doen!' Ik zeg: 'Kijk maar daar, waar de helse drakenmuil staat te gloeien! Van daaruit zal, na een plotselinge verandering van deze helse scène de nieuwe procedure beginnen. Maar je moet je niet ergeren, want als we ons daaraan werkelijk zouden ergeren, zou dat voor hen juist een overwinning zijn. Die zullen we hun echter besparen doordat we de ergernis op henzelf terug laten slaan, hetgeen hun dan hun volledige onmacht laat zien.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Ik zie nu duidelijk in dat U alleen op alle punten gelijk hebt, maar wat dat 'niet ergeren' betreft, dat is een moeilijke opgave! Als U, o Heer en Vader, iemands hart niet helemaal vult met Uw zachtmoedigheid, kan hij doen wat hij wil, maar hij zal zich toch ergeren als hij deze wezens zulke schanddaden ziet bedrijven. Op aarde heb ik toch honderden keren meegemaakt dat zij mij met hun verzoek- en bezwaarschriften uit de meest zelfzuchtige motieven dermate lastig vielen, dat ik hen wel allemaal had willen doodschieten. Als ik zoiets ontdekte, moest ik me toch weer groen en geel ergeren! Hier in deze wereld komt dat echter nog veel ergerlijker tot uitdrukking, omdat men meteen maar al te duidelijk inziet, wat voor een uiterst laaghartige bedoeling deze slechte geesten met al hun handelingen hebben.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Kijk, bij Mijn dood scheurde de voorhang in de tempel van boven naar beneden in tweeën; de ark van het Verbond verdween en werd daarna niet meer gezien; zon en maan verloren hun licht; graven gingen open en overledenen kwamen uit de graven en verkondigden Mijn eer. Veel heidenen sloegen zich op de borst en zeiden: 'Deze was waarachtig een God!' en geloofden daarop vast in Mijn naam. Maar de priesters en schriftgeleerden werden daarop alleen nog maar harder en vervolgden Mijn leerlingen en Mijn leer met al hun energie. Meer kan men dan toch niet doen dan een Lazarus, die al vier dagen in het graf lag te vergaan, uit de ongewisse lichamelijke dood op te wekken en hem fris en gezond aan de zijnen terug te geven. Welke uitwerking heeft deze daad echter op de priesters, farizeeërs en schriftgeleerden gehad? Geen ander dan dat ze daarna des te meer gingen beraadslagen hoe ze Mij uit de wereld konden helpen! Hieraan kun je zien, hoe weinig een wonder van wat voor aard dan ook zou uithalen bij deze wezens, die nog tien keer erger zijn dan de joodse priesters te Jeruzalem. Goede, waarheidsgetrouwe woorden blijven nog steeds het beste middel om hen op een betere weg te brengen, alhoewel voorlopig van dezen hier niet veel te verwachten is”
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat mag om tweeërlei belangrijke redenen niet gebeuren. Ten eerste om hen niet in hun vrijheid te storen, omdat een gebonden geest niets meer kan doen om zich te beteren en op zichzelf zo goed als dood is. Ten tweede kan men deze geesten, die zelf toch helemaal niet in wonderen geloven, nooit door wat voor zuiver wonderwerk dan ook tot een of ander geloof brengen. Zij zouden tegen de grootste wonderen net zo aankijken als in Mijn tijd op aarde de priesters en schriftgeleerden hebben gedaan.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1189 - 1190 - 1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214  ...