Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1203 van 1490

...  1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216  ...
[9] Want niet alles is slecht aan de roomse! Alleen is het een gruwel, als ze vanwege de aardse mammon naar middelen grijpt die van zuiver helse aard zijn, zoals: valse wonderen, valse heelmiddelen, aflaten, relikwieën- en beeldenverering, amuletten, vroom klinkende toverformules, blinde ceremoniën, genadebedevaartsoorden, kerkschatten voor ijdele kerkelijke luxe, hoge ambten en ereplaatsen, de meest uitgebreide heerszucht en de hardnekkige mening altijd het grootste gelijk van de wereld te hebben. Ik wil niets zeggen van hun misoffers, niets van hun oorbiecht, van hun tempels, klokken en orgels, niets van waardige kunstwerken, niets van het heilig houden van hun bedehuizen en niets van de begrafenisceremoniën voor overledenen. Want als dit allemaal met een zuivere instelling wordt gebruikt, is het deugdelijk om het menselijke gemoed te verheffen en te veredelen, maar dat de roomse deze op zichzelf genomen zuivere dingen gebruikt om het menselijk hart dom te houden en het blind te doen geloven dat men door het nauwgezet gebruik daarvan tot het leven in de hemel kan komen en alleen daardoor Mijn genade kan verkrijgen, dat is slecht! Want daardoor word Ik tegenover de kinderen als Vader tot een tiran gemaakt, die door de domme mens wel wordt gevreesd maar nooit wordt bemind. De verstandigen en de mensen met levenservaring beginnen zich dan echter voor Mij te schamen. Ze willen dan vaak van een Verlosser, zoals de roomse kerk Hem afschildert, niets meer weten en werpen daardoor het kind met het badwater weg. Dat bewerkstelligt de roomse kerk door haar eigenmachtige leerstelsels, bepalingen, concessies en privileges, die ze voorgeeft van Mij te hebben gekregen, en bovendien door allerlei toegestaan en gepreekt bijgeloof. Dat is het echter waardoor zij zichzelf te gronde richt en eigenlijk reeds te gronde gericht heeft.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Migatzi voelt zich nu heel licht en gesterkt en voor zijn ogen wordt het lichter en lichter. Hij draagt alleen nog steeds hetzelfde gescheurde, aartsbisschoppelijke gewaad, hetgeen hem zichtbaar hindert. Hij bekijkt zichzelf en zegt na een poosje tegen Mij vol innige liefde en het volste vertrouwen: 'Heer Jezus, waarachtige God en Zoon van Uw eeuwige Vader! Daar U tegenover mij reeds zonder enige verdienste mijnerzijds maar omwille van Uw allerheiligste naam zo genadig bent geweest en mij hebt verlost uit deze poel des verderfs, vraag ik U mij ook te verlossen van de rest, die mijn ogen een weerzinwekkende aanblik en mijn neusgaten een akelige reuk bezorgt! Bezie dit voor mij walgelijke gewaad van hoogmoed en bedrog, en bevrijd mij ervan! Geef me daarvoor in de plaats een eenvoudig bedelaars gewaad en ik zal me daarin zalig voelen!'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Hij spert nu zijn mond wagenwijd open en doet alle mogelijke moeite Om een krachtige rooms apostolische vloek uit te slaan. Maar Ik haal een kleine streep door zijn rekening en de heer president brengt er niets anders uit dan een hees knorrend: 'j-a, j-a, j-a.' Helena en Robert stikken bijna van het lachen. Zelfs Petrus, Paulus en Johannes kunnen het lachen niet helemaal laten. De vorsten lachen ook luidkeels, en Jozef merkt op dat hij in zijn hele leven nog nooit zo'n belachelijk gezicht als dat van deze woedende president heeft gezien.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Beste vriend Jozef! Jij weet dat ik het met alles wat jij als juist, goed en waar erkent volkomen eens ben. Alleen dat deze, overigens buitengewoon rechtschapen uitziende zoon van Abraham Jezus, de goddelijke Meester uit Nazareth zou zijn, kan ik nog niet helemaal begrijpen! Jezus de Heer moet toch iets van de heerlijkheid van Zijn hemelse Vader uitstralen, maar deze straalt evenmin iets goddelijks uit als een gewoon mens!
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Eens ben ik te weten gekomen hoe een kapucijn op de preekstoel met hel en verdoemenis heeft gedreigd tegen het gebruik van spelden, omdat hij deze voor pure tovenarij aanzag, want de duivel zou in levende lijve naar hem toegekomen zijn en hebben gezegd: 'schenk mij jouw ziel en ik zal je de kunst leren om spelden bij duizenden te maken'. Daar was hij zo geweldig van geschrokken, dat hij van angst was flauwgevallen. Was 'de allerzaligste Maria op de trap', die hij steeds het meest had vereerd, hem toen niet te hulp gekomen, dan was hij zondermeer verloren geweest.
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Waarom zijn de Chinezen en de Japanners nagenoeg de gelukkigste volkeren van de aarde? Omdat ze nog nooit in hun domheid werden gestoord, omdat hun verstandige vorsten ervoor zorgen dat hun volkeren nooit tot een of andere verlichting komen. Enkelen die het waagden om bij deze volkeren een zogenaamd lichtje te doen opgaan, werden zwaar gestraft. Daarom zijn anderen er niet zo gemakkelijk meer mee aangekomen.
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Jozef zegt: 'Ik ben het volkomen met je eens, maar bij deze Christus hier zul je datgene vinden, wat je vinden wilt: een Heer die jou evenals ons allen zeer na aan het hart ligt. Een Christus die wijzer en beter is dan deze alleen ware en enige Christus, kun je je in de eeuwigheid niet voorstellen. Dat ik mij ook nooit een wraakzuchtige, straffende God heb kunnen indenken, maar alleen een wijze en milde Vader vol oprechte liefde, bewijst immers mijn milde strafwet, die de afschuwelijke doodstraf helemaal afschafte en zelfs de grofste misdadigers zodanig bestrafte, dat zij weer mensen konden worden. En ik weet, dat ik daarbij ook helemaal geen lelijke en wraakzuchtige bedoelingen had. Hieruit zie je dus...'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Ja, ik begrijp je, en in deze ruimten bevindt zich nog een groot aantal aartspapisten voor wie jij een onuitsprekelijke angst hebt, maar die even onbeduidend zijn als jouw aartsbisschoppelijke hoogwaardigheid. Kijk, de Heer heeft het oor van mijn hart geopend en ik vernam je gedachtegang, waardoor ik je antwoord reeds ken. Van nu af aan ben je mijn dierbare vriend en de Heer zal bij jou datgene rechtzetten, waaraan het je nog ontbreekt. Laat je dwaze angst voor je duistere collega's echter varen. Zij zullen je niets doen, daar sta ik voor in! We zijn hier ook niet voor hen gekomen, maar alleen voor jou, omdat ik je ken. Hoor jij bij ons, dan zijn we hier reeds klaar. Wend je echter nu tot de Heer! Hij zal je met één woord gezond maken!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Zolang jouw eigen hart jou niet door de geest van de liefde zal zeggen: Deze is het!, zolang hebben alle bewijzen ook geen nut voor jou. Als jouw hart het je echter zal zeggen, heb je ook geen andere bewijzen meer nodig. Wie Jezus wil herkennen, moet Hem liefhebben, maar wie Jezus liefheeft, heeft Hem ook levend in zich; en dat is het enige bewijs waardoor iedereen Christus zonder enige twijfel kan herkennen. Als je in deze jou zo gering lijkende jood eerst met al je levenskracht Christus herkent, dan zal wel blijken of er achter deze jood misschien toch wat meer schuilgaat.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Wacht, nu moet ik eerst even nadenken om je een waardig antwoord te kunnen geven.' Hierop legt de aartsbisschop drie vingers van zijn rechterhand tegen zijn voorhoofd en zegt bij zichzelf: 'Bij mijn armzalige leven, deze Jozef is orthodoxer dan ik, die toch aartsbisschop en kardinaal tegelijk ben! Als ik me er niet zo voor geneerde, dan was ik bijna genoodzaakt om aan te nemen wat hij me over deze jood vertelde. Als ik alleen zou zijn, was het al gebeurd, maar mijn talrijke collega's, die hier met mij dit Vaticaan bewonen, zouden alle duivels uit de hel over mij afroepen als ik zoiets zou doen. Als ik nu maar wist wat ik hier het beste kan doen! Mijn collega's bewaken me met argusogen en luisteren naar me met Midasoren! Ik hoef maar aanstalten te maken om mij bij dit gezelschap aan te sluiten, of die kerels zouden meteen over mij heen vallen als hongerige wolven. O Jozef, je hebt gelijk in alles wat je over Rome hebt gezegd! Zo is het en niet anders, dat weet ik het beste, maar wat kan iemand doen die tot hun college behoort?
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Jij bent me toch een rare snuiter! Hoe kan ik nou in deze jood Christus liefhebben voordat ik weet of Hij het werkelijk is? Betekent dat dan niet de Godheid van Christus diep omlaag halen als men zonder verder onderzoek Christus de Heer zou beginnen te vereren in de eerste de beste jood? Christus liefhebben, vereren en aanbidden in de vorm van brood en wijn, dat is nog tot daar aan toe, omdat Hijzelf deze vormen als aan Hemzelf gelijkwaardige plaatsvervangers heeft ingesteld. Maar Christus aanbidden in de gedaante van een heel gewoon mens en bovendien nog een jood, vriend, dat betekent werkelijk op een schandalige manier omgaan met de liefde tot Christus. Dat zal ik tenminste niet doen! Is Christus slechts een vrome volksfabel, dan is zowel het een als het ander een dwaasheid, maar is Christus werkelijk datgene wat de mythe over Hem vertelt, dan zou het opvolgen van jouw advies toch de afschuwelijkste godslastering zijn, die met de onderste hel zou moeten worden bestraft.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Laat bij het volk duidelijk het inzicht ontstaan, dat er na de dood geen leven meer is, en dan zullen jullie het meteen tot alle denkbare ontaardingen zien overgaan! De priesterstand neemt dat allemaal op zijn schouders. Zij alleen zien de eeuwige vernietiging moedig onder ogen, omdat zij alleen duidelijk het voordeel van het niet-bestaan ten opzichte van het bestaan inzien. Zodoende is het dan ook de grootste ondank tegenover deze grote weldoeners der mensheid als zij voor het volk als bedriegers worden aangeklaagd. Zij zijn het wel, maar niet ten nadele, maar tot welzijn der volkeren!
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Let wel goed op, dat hij niet veel harder wordt voor jou dan jij voor hem, want Ik zeg je dat deze zich met alle zalven heeft gezalfd en dat het voor iedere nog zo verlichte geest werkelijk geen geringe opgave is om een aldus gezalfde op de goede weg te brengen. Wees nu maar rustig, hij komt al heel dichtbij. Zo dadelijk zal hij jou en ook ons in het oog krijgen.'
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Jozef zegt: 'O jij geslepen kerel! Nee, ik had me alles behalve zoiets van deze man kunnen voorstellen! Ja, ja, wie politiek wil leren en daarin een meester wil worden, kan het beste naar de zwarte, de scharlakenrode en purperen manteldragers gaan; daar treft hij zeker een politiek aan op een niveau, zoals in de kop van satan nauwelijks te vinden is. Wacht maar, jij zwarte politicus, je zult aan mij een harde noot te kraken hebben!'
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Aartsbisschop Migatzi zag heel goed in dat men zich onder jouw bestuur slechts belachelijk zou maken als men met de paus, die toentertijd zeer afhankelijk was van Oostenrijk, te veel gemene zaken zou maken. Daarom sloot hij zich liever bij jou aan en werd in het geheim wetgever van de paus. Hij correspondeerde namelijk vlijtig met de 'stoel' en vertelde deze wat hij moest doen om zich tegenover jouw macht en kennis staande te houden. Omdat de paus zich daarnaar moest richten, was het de grootste triomf van aartsbisschop Migatzi dat hij in zekere zin een paus boven de paus was.
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1191 - 1192 - 1193 - 1194 - 1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216  ...