Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1207 van 1490

...  1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220  ...
[2] Ik wil deze goede man daarom loven noch laken, maar ik wil deze geschiedenis wel onderzoeken, omdat er staat geschreven dat men alles moet onderzoeken en het goede behouden. Zeg me daarom zelf wat we van je moeten denken. Kan God wel in jouw kledij aan Zijn schepselen verschijnen? Kan God, de Oneindige, eigenlijk wel door Zijn schepselen gezien worden en met hen spreken?'
Hoofdstuk 59: Een oude vorst en de heer. De vorst vraagt om een echt godswonder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Kijk, de Heer, die na ons zou komen, bevindt zich hier bij ons. Deze hier aan de kant van mijn hart, Hij is het. Ga naar Hem toe en leg Hem voor wat jullie op je hart hebben! Hij alleen bezit de oerbron van het levende water. Als jullie dat zullen drinken, zullen jullie nooit meer dorst hebben! Omdat Hijzelf hier werkelijk persoonlijk aanwezig is, moet je naar Hem toegaan: Hij alleen kan en zal jullie helpen. Wij zijn niet bij machte te helpen, wel hebben wij het vermogen onze blinde broeders voor te bereiden op de hulp van God.'
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Richt jullie blikken eens over de gehele aarde: de volkeren zijn nog dezelfde, maar waar zijn alle dynastieën die eens over deze volkeren heersten? Zij zijn slechte herders geworden en zijn zodoende ook hun posities kwijtgeraakt! Verwijder daarom uit jullie harten wat dwaas en bijzonder nietig is voor God! Trek jullie dynastieke hoogmoed uit als een slecht kleed en trek het nieuwe kleed van deemoed en waarachtig inzicht aan, opdat jullie mogen worden opgenomen in de schare lammeren van God, die de ware kinderen Gods zijn!
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] God de Heer doet ten opzichte van elke dynastie wat een huis- en grondbezitter doet, die veel weilanden en veel kudden heeft. Wanneer één of meer schapen van zijn kudde er slecht aan toe zijn, zal de eigenaar ze met alle aandacht verzorgen opdat ze beter mogen worden, maar als de herder lui en slecht wordt, zal deze het met de meester van de kudde aan de stok krijgen. Betert hij zijn leven niet, dan zal de heer hem uit zijn dienst ontslaan en nooit meer een kudde aan zijn hoede toevertrouwen. Al ontslaat de heer ook honderd herders uit zijn dienst omdat ze slechte herders waren, hij zal niet één schaap wegdoen omdat het er slecht aan toe is; hij zal het behouden en verzorgen, maar een slechte herder zal hij uit zijn dienst verwijderen.
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ook de aardse dynastie zal Hij behouden zolang Hij het nodig acht en zolang deze zo zal handelen dat de volkeren door haar toedoen niet in te grote nood geraken. Zouden de volkeren echter in hun harten luid beginnen te klagen, dan zal de Heer ook spoedig een volledig einde weten te maken aan de dynastie. Want de dynastie is voor God niets en haar troon is ook niets en ze is er niet omwille van haar troon en de troon niet omwille van de dynastie, maar ze is er voor Gods kinderen als een herder, die wijs behoort te zijn. Kan of wil ze Gods kudde niet behoeden voor allerlei kwaad en God nooit geven wat Hem toekomt, dan is ze verder onbruikbaar. De Heer zal dan ook voor eens en voor al een einde maken aan een hooghartige dynastie!'
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Robert zegt tegen Helena: 'Liefste, je moet niet teveel praten met deze wezens, want ze zijn heel ruwen kunnen je werkelijk leed berokkenen. Ik zie wel waar ze ons naar toe zullen brengen en dus hoeft men er verder niet meer naar te vragen. Kijk, dat zijn allemaal reeds lang overleden vorsten uit het huis Habsburg en Lotharingen! Nu rusten zij in de vorstelijke grafkelder bij de kapucijnen, ten dele ook bij de augustijnen, en enkelen in de catacomben van de Stefanusdom - dat is hun hoogadellijke paleis! Wij zullen ons nu spoedig bij hun sarcofagen bevinden. Wees daarom nu stil!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Helena, die al wat kribbig wordt van de langdradige manier van spreken van deze hoogadellijke heren, zegt: 'Nou, kijk maar uit dat jullie hoogadellijke paleis niet een echte smerig varkensstalletje zal blijken te zijn! Nu willen ze ook nog een paleis hebben! Nee, dat is toch om te lachen. Zulke verwaarloosde en haveloos geklede kerels en dan nog wel een hoogadellijk paleis!' Een van de hoge edellieden zegt: 'Mejuffrouw, stil maar met uw grote mond, anders zet ik er een slot op! U mag blij zijn, dat Onze Lieve Heer u laat leven! Hebt u dat begrepen?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Na deze mededeling van Robert begeven beiden zich naar Mij toe en zeggen: 'Als u de Heer bent, kom dan met uw hele gezelschap met ons mee. Wij vragen u hierom!' Ik zeg: 'Wat moeten wij bij jullie? Wat zijn jullie voor hoge heren, dat Ik jullie niet ken?! Wat waren jullie daden? Ik herken de geesten alleen maar aan hun daden en nooit aan hun uiterlijk!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De humorist Seppl is nu gerustgesteld en zijn neef eveneens. Zij stellen ook de anderen gerust, die min of meer verbaasd zijn over deze verschijning. Als we echter in de buurt van deze vogels komen, verliezen ze meer en meer hun struisvogelgestalte en veranderen in lange, magere mensen. Een paar treden er naar voren en verzoeken Robert zijn hele gezelschap in hun oude, hoogadellijke paleis te willen binnenleiden.
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Daarop zei de vurige ruiter tegen ons: 'Maar God de Heer zal eerst nog allen oproepen, ook de meest verworpenen. De Heer zal Zelf in het geestenrijk komen en zal zich kenbaar maken aan allen, die door hun nacht gevangen worden gehouden. Zij die zich tot Hem zullen wenden, zal Hij ook behouden. Maar Zijn knechten Petrus, Paulus en Johannes zullen Hem voorgaan en zullen de gevangenen het licht verkondigen dat uit de naam van de almachtige God komt. Zij die deze naam in hun hart zullen opnemen, zullen zelf een nieuwe naam krijgen en de Heer zal hun halfvergane vestingen en hun vervallen burchten weer oprichten.
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Seppl zegt: 'Nou ja, iedereen zal toch wel weten dat er in zo'n lijkkist geen vermakelijke danspartijtjes worden gegeven. Dat deze oude vorsten door hun vaak zeer tirannieke heerschappij menig stuk treurige geschiedenis over de arme volkeren hebben gebracht, weet ik evengoed als jij. En in hoeverre deze lijkkisten eerbiedwaardig zijn of niet, weet ik ook. Of echter die eenvoudige jood, waar de zogenaamde Paulus mee staat te praten, al dan niet Jezus, de bekende Godszoon is, is een andere kwestie! Alles is mogelijk, maar hier ontbreekt het ons nog echt aan zekerheid over wat men liever voor waar dan voor onwaar zou willen houden. Denk jij soms dat ik een vijand van Christus ben of niet in Hem geloof? O, dan vergis je je ten zeerste! Ik vereer Hem bovenmate en juist daarom heb ik nog steeds mijn bedenkingen tegen die jood daar. Ik let op alles, maar als ik zie dat Hij het misschien toch is, dan zul je wonderen beleven wat mijn gedrag ten opzichte van Hem betreft! Want weet je, ik heb Hem mateloos lief!'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De belastinginner zegt: 'Nou, dat is nu eens een woord dat ik op zo'n ernstige plaats graag mag horen. Elk van deze lijkkisten is een wereldgeschiedenis van volkeren die onder een van deze regenten geleefd, gewandeld en gehandeld hebben. Waar God Zelf in levende lijve zo'n plaats bezoekt, moeten zulke protsers en prutsers als wij beiden wel braaf onze mond houden, anders zou het ons tenslotte wel eens slecht kunnen vergaan. Kijk daar eens hoe Paulus, de Heer Jezus en de twee anderen, waarschijnlijk ook apostelen, de oude lijkkisten weemoedig bekijken! En luister hoe Paulus nu zegt: 'O Heer, Uw liefde, genade en erbarming heeft geen grenzen, maar er is nog veel doods in deze kisten!' Hoor je, Seppl, heel veel doods zou er nog in deze kisten zijn!'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Een ander zegt: 'Maar vriend, waar staat dan geschreven dat wij bij de sarcofagen vorsten in de kapucijner grafkelder moeten blijven omdat wij met onze vrienden, die ons eerder uit onze eerste kerker hebben bevrijd, hier naartoe zijn gekomen? Dat was weer dom van je, beste vriend Seppl! Ik denk echter dat deze vorsten er ook wel naar zullen verlangen eens uit hun lange slaap te worden gewekt. Daarom hebben ze zich zo goed en zo kwaad als zij konden tot deze wondermachtige vriend van God gewend. Dat wij toen ook hierheen zijn mee gesjokt, is onze zaak, want we hadden evengoed buiten kunnen blijven. Laten we dan, nu we eenmaal hier zijn, ook stil zijn en luisteren naar wat de wondervrienden van God allemaal met deze oude vorsten geesten zullen doen.'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ondertussen komen we werkelijk bij de kapucijnen in de grafkelder aan, wat enkele van onze nieuwe begeleiders niet echt bevalt, want onze humorist maakt meteen de opmerking: 'N u vraag ik ieder van jullie: wat hebben we nu gewonnen met deze geschiedenis? Helemaal niets! De goede Paulus heeft ons met een smoesje het ene gat uitgelokt om ons in een nog erger te stoppen. 0, wat is het leven toch mooi! Het leven is één en al ingekapselde beweging, samengesteld uit honger, dorst en allerlei ellende. Dit ingekapselde, ellendige leven wordt steeds van de ene groeve naar de andere verplaatst en daarin lijkt ook zijn bestemming te liggen. Bij de verwekking begint de trektocht en deze houdt daarna nooit ofte nimmer meer op. Zo trekken we maar mooi verder van het ene oord van ellende naar het andere, in eeuwigheid, amen!
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu stoot de humorist Paulus aan en zegt: 'Luister, edele vriend, hoe zit dat nou met die zwarte struisvogels? Zullen die ons opvreten of zoiets?' Paulus zegt: 'O nee, maak je nergens zorgen over; zij zullen ons niets doen. Ze trekken ons alleen maar in het gelid tegemoet om ons beleefd te vragen hen in hun paleis te willen bezoeken. Wees daarom heel rustig, spoedig zullen jullie vernemen hoe het zit met deze ijzervreters.'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1195 - 1196 - 1197 - 1198 - 1199 - 1200 - 1201 - 1202 - 1203 - 1204 - 1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220  ...