Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 122 van 215

...  110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135  ...
[15] Kijk naar de zon! Als zij niet door Mijn wil begrensd zou zijn en deze begrenzing niet een blijvende, eeuwige belemmering voor haar zou zijn, waarlijk, dan zou er niet één zon aan de hemel staan en in het grote heelal dus ook geen aarde zijn!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Hoe vaak reeds zijn de mooiste '. richten, die als een lichtboog aan de hemel prijkten, hangend in het licht van le ton aan een majestueuze boom, door mijn tanden vermalen! Hoeveel heerlijke bloemen zijn reeds door mijn voeten plat getreden, - zij komen terug! Ook andere mieren bouwen weer moeizaam een ander huis, - maar dezelfden nooit, nooit die mijn voetstap een eeuwig graf had bezorgd! Waar, waar zijn die dan naartoe?
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] En bij zulke gedachten duizel jij dan, bang geworden, en wankelen hemel en aarde rondom je en je roept dan vanuit deze angst:
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Waar zou de aarde toe dienen met alles wat er op haar en in haar is; waartoe het firmament met zijn lichtende sterrenwerelden; ja waartoe de oneindigheid zelf, als er buiten Hem geen leven meer zou zijn dat Hem zou kunnen herkennen, die het vanuit Zichzelf vrijgemaakt heeft en dat van alles zou genieten wat Hij voor dat leven geschapen heeft?!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Daarom is de mens ook door Mij geschapen om het leven op te nemen, - maar niet opdat het leven hem zal opnemen!
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Hij is niet geschapen in de volheid van het leven, maar is slechts in staat om die volheid geleidelijk aan in zich op te nemen.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, jou bedrukt de vergankelijkheid van de geschapen dingen, waardoor je ie voortdurend peinzend afvraagt: 'Wat zal er eigenlijk met het lichaam gebeuren als ik, geest en ziel, het eens zal moeten verlaten?
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zie, dat is Mijn orde waaruit alle dingen voortgekomen zijn! Wanneer jij nu jouw gelijken verwekt vanuit deze orde, waarin jij door Mijzelf geschapen en in zekere zin verwekt bent, dan is jouw verwekking gerecht, omdat die in de orde plaatsvindt waarin Ikzelf ben.
Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Maar verwek je slechts blind en doof, dan verwek je niet, maar vernietig je alleen wat Ik Zelf voor een eeuwig vrij bestaan geschapen en verwekt had en dat is dan natuurlijk tegen Mijn wil, die - zoals Ik hiervoor aantoonde - immers alleen het eigenlijke vast bestemde bestaan van ieder door Mij verwekt en geschapen wezen is.
Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Om een einde te maken aan jullie eindeloos dom gedroom, heb Ik erbarmen met jullie dwaasheid en wil Ik jullie een waar licht geven voor jullie duistere hart, luister dus: Wat jullie de oneindigheid van de ruimte noemen, is de geest van Mijn wil, die sinds eeuwigheden deze eindeloze ruimte heeft geschapen en haar allerwegen heeft gevuld met wezens van allerlei soort. Deze geest heeft echter een centrum dat een wezenlijke gedaantevorm heeft, waarin alle macht van deze oneindige geest verenigd is om werkzaam te zijn en dit machtscentrum van het oneindige goddelijke geesteswezen is de liefde, welke het leven is van deze geest; en deze liefde ben Ik sinds eeuwigheid.
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Maar waar Zijn huis is, daar is Hij ook een altijd liefdevolle Huisvader en alles wat Hij heeft geschapen is op wonderbaarlijke wijze met Hem; wees daarom blij en dankbaar met een opgewekt gemoed en kom bij me! Waarlijk, je kunt het geloven; zoals jij werd nog nooit een mens op deze aarde verzorgd!'
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Nog nooit was een geschapen wezen gelukkiger en zaliger dan wij nu zijn, omdat wij de allerheiligste Vader in ons midden hebben en Hem naar hartelust kunnen en mogen liefhebben!
Hoofdstuk 141: Pura en Jared. Pura's toegenegenheid en deemoed. De oproep van de Heer tot de nachtrust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En zo is het ook min of meer voor ons mensen. Wij kunnen weliswaar vrij op de aardbodem rondlopen, maar niemand kan de aardbodem verlaten en zich vrij verheffen naar de wolken aan de hemel!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Dat alles is voor God beslist een gruwel, want God heeft de mens geschapen voor een vrij leven, maar niet om met een luie geest alles maar aan te nemen van een prediker die uit is op roem en uit eigenbelang de harten van mensen onvrij maakt terwijl ze vrij zouden moeten zijn.
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Maar Ik zeg jullie allen en gebied je zelfs, dat jullie altijd goed moeten bedenken, wie jullie Vader is; want Hij heeft ook jullie evenals de gehele oneindigheid geschapen. Maar alle schepselen heeft Hij zo gelaten als zij geschapen werden; maar jullie heeft Hij vanuit Zijn eeuwige liefde veranderd in Zijn kinderen!
Hoofdstuk 156: Abba's woorden over het vaderschap en het kindschap. Slechts één God en één Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135  ...