15542 resultaten - Pagina 122 van 1037
... 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 ...
[3] Maar ieder mens kan, ongeacht zijn aanleg, zich gemakkelijk richten naar de levenswetten die U, o Heer en Meester, nu heeft meegedeeld, en die zeer menslievende wet ook heel gemakkelijk houden! Als ik nu weer thuis zal komen, zal het er gauw anders uitzien in mijn land!Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Dan stapt CYRENIUS naar voren en zegt: "En ik, als Romeins opperstadhouder over geheel Azië en een deel van Afrika, voorzien van alle volmachten uit de hand van keizer caesar Augustus, die mijn broer was, en nu ook van zijn zoon, bevestig deze uitstekende keus! Ouran jij zou nergens ter wereld een betere hebben kunnen vinden! DIXI! (Ik heb gezegd) - Cyrenius."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Mathaël's metgezellen zullen je daarbij goede diensten verlenen en je wens zal nog vele malen in vervulling gaan, maar alle Scythen zul je moeilijk onder je bestuur kunnen brengen, want hun rijk is erg uitgestrekt. Maar die om de Pontus (Zwarte Zee) wonen, mag je hebben en naar je goeddunken opvoeden."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] CYRENIUS pakt de oorkonde, loopt naar een fakkel en leest haar en vindt haar woord voor woord in orde en zegt dan: Als dit de eerste keer zou zijn, dan zou ik mij ontzettend verbazen, maar ik heb al meer dan één bewijs van Raphaël en dus verbaast het mij ook helemaal met meer. Voor hem is dat net zo gemakkelijk als het voor een mens is om met zijn blik plotsklaps tot aan de verst verwijderde sterren door te dringen. Wel, nu de oorkonde klaar is, moet Ouran haar ook maar meteen ontvangen.
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Hierop overhandigde Cyrenius de. oorkonde aan .Ouran met de woorden: "Aanvaard deze ter bescherming van jou en je opvolgers en probeer de mensen te winnen voor het rijk van. God, voor het rijk van de Liefde, voor het rijk van de eeuwige Waarheld, dat in Jezus, de Heer uit Nazareth, zo heerlijk uit de hemelen is neergedaald naar ons stervelingen! Wij zijn in Hem en wij leven nu en eeuwig in Hem!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Maar allerliefste Helena, heb Ik jullie dan niet een buitengewoon wijze nakomeling gegeven, die je vader tot vicekoning benoemd heeft!? Is die niet naar je zin?"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] HELENA antwoordt bijna huilend van vreugde: "Natuurlijk is hij naar ons zin! Maar ik moest het toch vragen om met zekerheid Uw wil, die voor mij alleen heilig is, te vernemen! Heer, vergeef mij dus als ik U soms door die vraag heb beledigd!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Kijk eens naar Mathaël! Hij is nu door jouw vader benoemd tot vicekoning en als zodanig door Cyrenius en Mij bevestigd. Hij is een nog jonge man van nauwelijks achtentwintig jaar, zou je hem wel als echtgenoot willen hebben?"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] CYRENIUS zegt: "Beste vriend en nu broeder Mathaël, hoe zeer het mij voor jou ook verheugt te weten dat je op de best mogelijke manier bent ondergebracht, het zou mij toch nog meer verheugd hebben als je steeds in mijn omgeving was gebleven! Want van ons allen is er niet één die alle dingen zo grondig kent als jij, uitgezonderd de engel, die nu met Suetal in gesprek is! Wat zal een volk gezegend zijn met zo'n regent als jij, iets wat je in wezen eigenlijk al bent! Maar we zullen elkaar toch nog wel meermalen zien, want ik kom naar jou toe of jij komt naar mij!"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar kijk nu toch eens naar de stad! Ik geloof dat het steeds feller gaat branden. Straks brandt de gehele, grote stad nog af? Onze Raphaël zou daar wel kunnen helpen als hij dat zou willen!?"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dan roept MATHAËL Raphaël en zegt tegen hem: "Vriend, kijk eens naar de stad! Ik geloof dat er nu ook wat armelijke hutten in brand staan; als dat zo is zou je dat toch wel kunnen voorkomen!?"
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'O heilige Vader in de hemelen! Uw naam worde geheiligd! Dat Uw Vaderliefde kome naar ons arme zondaars, die vol dood en nacht zijn! Uw enig heilige wil geschiede hier op deze aarde zoals in al Uw hemelen! Als wij tegen Uw eeuwige, heilige orde gezondigd hebben, vergeef ons dan die dwaasheid en wees geduldig en begrijpend voor ons, zoals ook wij voor diegenen geduld en begrip tonen, die ons op de een of andere wijze onrecht hebben aangedaan! Laat niet toe, dat onze lichamelijke zwakheid hoe dan ook boven ons vermogen door de wereld en door de duivel wordt verzocht, maar verlos ons door Uw grote genade, liefde en mededogen van de duizendvoudige soorten kwaad waardoor onze liefde tot U, o heilige, grote, goede Vader, vertroebeld en verzwakt zou kunnen worden! Maar als wij hongerig zijn en dorstig, zowel geestelijk als lichamelijk, geef ons dan, goede, lieve Vader, datgene wat U vindt dat wij dagelijks nodig hebben! U alleen zij al mijn liefde, alle eer en alle lof eeuwig, eeuwig!'
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want God Zelf is een geest en moet daarom in de geest der liefde en in het helderste vlammenlicht der waarheid aanbeden worden. -Begrijp je nu wat waarachtig bidden is naar mijn gevoel en mijn begrip?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe goddelijk zuiver en heerlijk deze leer ook is en hoe oneindig zaligmakend daarbij, de wereld is te slecht en het zal daarom naar mijn mening altijd een zeer zware taak zijn het vredesevangelie aan de duivels in het dodenrijk te prediken!"
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wij zouden waarschijnlijk toch nooit hier naar het Joodse land gereisd zijn als wij niet hadden gehoord dat in de tempel te Jeruzalem de enig ware God haast zichtbaar aanwezig was, waarvan speciaal Plato in zijn dialoog 'Symposion' beschrijft hoe men zich geestelijk met deze enig ware God kan verenigen! Mijn gehele volk weet daarvan en daarop kan best iets goeds gebouwd worden!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)