10915 resultaten - Pagina 122 van 728
... 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 ...
[4] De TEGENPARTIJ zei: "Kijk dáár maar eens, hoe de negen drenkelingen medisch vakkundig met de hoofden heuvel afwaarts en de gezichten naar de grond neergelegd zijn?! Waarom moet dat zo?! Een God is almachtig genoeg om ook zonder zulke toebereidselen de drenkelingen weer levend te maken. Als echter zulke zuiver medische voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden om de drenkelingen eventueel weer in het leven terug te brengen, zit er bij die zuivere wonderdoenerij toch wel een steekje los! Ook de drie die eerder opgewekt zijn, moesten in de kamer gebracht worden om niet te lijden te hebben van de koele nachtlucht en om er de volgende morgen beter en frisser uit te zien! We hebben het nu wel goed door!"Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ik had mijn naasten ook steeds lief als het geen bedelaars en schelmen waren, maar waren ze dat wel, dan had ik ze duidelijk niet lief en ben ik hun vriend nog lang niet. Als zij eerlijke mensen worden, zal ik ze ook wel weer liefhebben en respecteren, maar anders heus niet zo gemakkelijk! U heeft nu van mij gehoord wat voor iemand ik ben. Als u mij een antwoord wilt of kunt waardig keuren, laat me dat dan ronduit merken, kunt u dat echter niet, zeg het dan en ik zal daar ook tevreden mee zijn!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Men liet mij een aantal van zulke boetelingen zien, waarbij mij echter ook meteen horen en zien verging! Wat in de Egyptische scholen meer voor de schijn gebeurt -alleen maar voor het opwekken van angst en schrik -dat en nog erger gebeurt daar in de naakte werkelijkheid! En waarom doen de mensen, deze meer dan stomme dieren, dat alles? Alleen maar vanwege de hoop op een beter, toekomstig leven!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[32] Mocht ook u echter een andere achtergrond hebben, Iaat mij dan bij de waarheid die ik mij door duizend ervaringen moeizaam en bitter heb eigen gemaakt!"
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Als je de waarheid echter op de juiste plaats gezocht zou hebben, zou je haar ook beslist allang hebben gevonden, zoals zeer velen haar vóór jou reeds hebben gevonden!
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Toen mij echter enige weken geleden het onschatbare geluk ten deel viel deze goddelijke Meester te ontmoeten, verdwenen plotseling alle duistere wolken, en Gods levenszon straalde in mijn ziel! In dit heilige licht herkende ik pas mijn wezen en het wezen van God. Nu zag ik ook pas, wat ik God, de enige heilige Vader, Hij die eeuwig de zuiverste liefde is, schuldig ben.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk naar boven, alle ontelbare sterren zijn werelden, heel veel groter en mooier dan deze aarde en op ieder van die werelden vind je mensen, die uiterlijk helemaal op ons lijken, en overal tref je veel wijsheid bij hen aan en ook liefde ontbreekt hen niet volledig. Zij komen echter, zo ongeveer als de aardse dieren, reeds volmaakt ter wereld en behoeven niet van het begin af aan alles te Ieren wat ze moeten en willen weten. De taal is bijna overal gelijk en hun kennis heeft heel bepaalde grenzen, maar overal gaat de kennis tot aan de hoogste goddelijke geest, welke kennis echter toch meer een vermoeden is dan een weten.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Op de grote werelden bevinden zich hier en daar echter ook wijzen, die af en toe in zekere zin samenkomen met hogere geesten en zich door hen laten onderwijzen in de diepere kennis van God. Soms gebeurt het dan dat er één, wiens geest meer ontwikkeld is, het verlangen krijgt om óók een kind van God te worden!
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Onderweg ontmoette ik iemand die zich bij mijn karavaan aansloot en die in Perzië en zelfs bij de mensen van het oude geloof geweest was (Birmanen). Over hen vertelde hij mij wondere zaken. Na drie dagen werden wij het er samen over eens om via Perzië naar de beroemde mensen van het oude geloof te reizen. Onze reis daarheen, die vele gevaren en ongemakken met zich meebracht, duurde vijf volle weken. Wij vonden aldaar een ontzettend streng levend, boetedoend volk, dat echter overigens zeer gastvrij was en ons werkelijk met alle liefde opnam. Met de taal ging het mij weliswaar slecht, maar mijn gids was deze machtig. Hij vertaalde alles voor mij en maakte zodoende overleg mogelijk tussen mij en de beroemde mensen van het oude geloof, die di rekte afstammelingen moeten zijn van Noach. In korte tijd had ik mijzelf zoveel van hun taal eigen gemaakt dat ik met de goede mensen kon spreken. Ik vroeg natuurlijk vooral inlichtingen verband houdend met hun overtuiging over een leven in het hiernamaals.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Het antwoord luidde: Dat wist slechts hun hoogste, onsterfelijke priester, die steeds met God kon spreken en ook het hiernamaals kon zien met allen die waren overgegaan. Maar deze priester was voor alle sterfelijken voor altijd onbereikbaar! Niet meer dan eenmaal per jaar mocht men zijn residentie naderen. Dan mocht men echter slechts gaan tot op een half uur afstand van de gouden rots, waar hij zich op de morgen van een sabbat bij het opgaan van de zon enige ogenblikken aan de sterfelijken liet zien. Zij moeten slechts hopen en geloven en zich daarbij aan de, zeg maar, grimmigste, onverdraaglijkste voorschriften houden. Als iemand heeft gezondigd, moet hij werken van boetedoening doen waarvan zelfs de satan zou gruwen!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want op alle werelden weten de wijzen, door de zich aan hen openbarende, hogere geesten, dat in de uitgestrekte scheppingsruimte een wereld is waarop de mensen kinderen Gods zijn, en dat een ziel, wanneer zij op haar wereld afstand heeft gedaan van haar lichaam, op die gelukkige wereld opnieuw een lichaam kan krijgen, dat dan echter wel helemaal grof vleselijk is. Vanaf het ogenblik dat iemand dat serieus wil, wordt hem haarfijn uitgelegd wat hij op deze wereld door moet maken.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het kan trouwens ook best waar zijn; wat ik niet kan beoordelen, omdat mijn kennis van de sterren echt mijn zwakste punt is! Wie zou zich echter ook maar kunnen verbeelden dat de sterren, die kleine lichtpuntjes aan de hemel, werelden zouden zijn en dan ook nog grotere dan onze aarde, waarvan nog geen mens ooit het eind heeft gezien?!
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Vóór die wonderdaad stond ik echter als mens net zo vijandig tegenover het leven als jij, maar ik ben er bij voorbaat van overtuigd dat jij binnenkort net zo zult zijn en denken als ik nu denk en ben. Voor de waarheid van wat ik je nu verteld heb, kunnen vrijwel allen aan deze tafel volledig instaan, als je ze dat zou vragen.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "Ik dank je, mijn geestelijk zeer ontwikkelde vriend en broeder Philopold! Je hebt mij nu iets onthuld, waarvan Salomo in zijn hoogste wijsheid waarschijnlijk nooit heeft gedroomd. Het geheel is echter zo bijzonder buitengewoon, dat iedere denker daar meteen vanaf het begin aan zou moeten twijfelen, omdat in ons uiterlijke mensenverstand geen vonkje van een nog zo gering vermoeden daarvan aanwezig is. Maar toch kan ik daar thans niet in het minst meer aan twijfelen. Want als het niet gebaseerd zou zijn op jouw nuchtere, eigen ervaring, zou je mij dat ook onmogelijk hebben kunnen vertellen, omdat een mens zoiets, zolang de aarde mensen draagt, nog nooit heeft kunnen bedenken. Jij zou dat ook nooit bedacht hebben als je niet door deze enorme ervaring zover was gekomen. Want geen mens zuigt zoiets uit zijn duim; het is een hoogst wonderbaarlijke openbaring van boven en ik neem deze als zichtbaar waar aan, alsof ik het zelf had beleefd.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Dat ze voor ons echter zo klein lijken, komt door de reusachtige afstand van hier. Als je je de grote afstand van onze zon tot de aarde nog viermaal honderdduizend maal groter kunt voorstellen, dan heb je de mogelijke afstand van de na onze zon dichtstbijzijnde, vaste ster. En daaruit kun je ook heel gemakkelijk afleiden waarom ze voor onze fysieke ogen zo klein lijken, omdat onze zon, die toch groot genoeg is om duizendmaal duizend van onze aarden te bevatten, ons nauwelijks zo groot lijkt als de palm van een van onze handen.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)