Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1217 van 1490

...  1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220 - 1221 - 1222 - 1223 - 1224 - 1225 - 1226 - 1227 - 1228 - 1229 - 1230  ...
[7] Miklosch vervolgt zijn verslag: 'Minerva zou nu wel uit haar vel kunnen springen van woede. Ze zou zich heel graag in een afschuwelijk wezen willen veranderen, maar het gaat niet. Ze probeert te vluchten, maar haar voeten zijn als aan de grond genageld; alleen in Cado's richting kan ze haar voet optillen. Maar wat zijn dat mooi gevormde voetjes. Waarachtig, alle respect voor Cado! Wat kan hij zich goed beheersen tegenover zo'n allerbekoorlijkste, weelderige schoonheid, die hij nu helemaal in zijn macht heeft! Daar is meer voor nodig dan ik tot nu toe kan begrijpen. Om je tegenover deze schoonheid op zijn minst koelbloedig te tonen... alle respect!
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Cado zegt: 'O kijk, kijk, hoe pienter je nu ineens bent. Je wilt mij een eeuwigheid op deze laatste stap laten wachten? Ik wens je daartoe zelf heel veel geduld, want over mijn geduld zul je nooit meesteres worden. Wat maakt mij dat uit? Die ene stap doet weinig terzake. Krachtens mijn wil kan ik met je doen wat me maar belieft, en zodoende heb ik eigenlijk, wat mij betreft, niets meer nodig. Blijf daarom maar volharden als je dat graag wilt, ik zal daardoor helemaal niets verliezen. Ik heb je nu eenmaal in handen. In een draak kun je je ook niet meer veranderen en daarom is het me eigenlijk liever dat je zo blijft. Hoera, dat zal een echt plezierig leven worden; Minerva, dat heb je goed gedaan!'
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Want weet wel dat ik een wezen ben, waaruit de oneindigheid al haar wezens heeft verkregen. Ik ben een wezen der wezens; als negatieve machtspolariteit ben ik geheel gelijk aan de Oergodheid die de positieve is! Ik ben de eindeloos grote bodem waarop de Oergodheid haar werken bouwt! Begrijp dat goed, jij eindeloos niets ten opzichte van mij, je wilt mij door_enkele ellendige woorden aan jou, nietig stofje, onderwerpen en mij als het ware voor je innemen door je eindeloze, domme gevlei mij, het meest volmaakte wezen van de hele oneindigheid! 0, ellendige domkop! Wel zie ik je, beven van wellust en besef je grote begeerte naar het volle genot van mijn omhelzing, maar heb maar geen onreine gedachten, als je deze laatste stap te mijnen gunste niet wilt wagen. Ik doe geen stap meer, dat is mijn onwrikbare wil!'
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Cado zegt: 'Oneindige schoonheid! Er zullen nog hemelse situaties komen waarin ik je miljoenen stappen tegemoet zal snellen, maar hier eist een rotsvaste, enkel op jouw welzijn gerichte orde, dat ik geen van je wensen mag inwilligen voordat jij alles wat ik van je moest verlangen, zult hebben volbracht. Doe daarom ook nog deze drie stappen, je hebt er immers 'al drieduizend kunnen doen.'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Minerva komt nu, de armband wegwerpend, snel dicht bij Cado. Slechts drie passen scheiden hen nog. Zij zegt nu tegen Cado: 'Vriend, zo ver ben ik je nu tegemoet gekomen; slechts drie passen ontbreken er nog aan. Die zul jij mij wel tegemoet kunnen komen. Ik kan nu overduidelijk aan je zien, hoe mijn werkelijk allerhoogste bekoorlijkheid je hele wezen doet beven. Je hebt mij onuitsprekelijk lief, dat zeggen mij jouw ogen. Doe me daarom dat kleine genoegen en maak deze drie kleine schreden naar mij toe!'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu vraagt Minerva aan Cado: 'Vriend, wie heeft toch al deze kostbaarheden hier rondgestrooid? Zijn ze voor mij of zijn ze voor iemand anders als nieuwe val neergelegd? Hier is een prachtig diadeem, mijn hoofd waardig; zal ik het behouden of weggooien?' Cado zegt: 'Behoud het goede en werp het slechte weg! Teveel van dergelijke zaken zou je dermate belasten, dat je nauwelijks een stap voorwaarts zou kunnen doen. Behoud de diadeem, maar raap verder niets meer op! Begrijp dat en wees volgzaam!'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Al te zeer haast Minerva zich nu juist niet bij haar gang naar Cado, want haar passen zijn klein en afgemeten. Ieder moment vindt ze iets op de grond, raapt het op, bekijkt het een poosje en gooit het dan weer haastig weg. Ogenschijnlijk zijn er allerlei sieraden met opzet over de grond uitgestrooid om de slimme vogel steeds meer naar Cado toe te lokken. Werkelijk, deze list is niet slecht. Ik kan me herinneren op aarde in een sibillijnse voorspelling te hebben gelezen: 'Als satan zou worden bekeerd, dan zal hij over parels en diamanten lopen en zal ze versmaden. Dan wordt de hel gesloten en de ketenen van de waan zullen smelten als was in de zon.'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Cado bemerkt dat wel en zegt: 'Heb je soms wortel geschoten? Kom hiernaartoe, dan zul je gemakkelijker tot het geheim van deze bundel kunnen doordringen. Ben je echter aan de grond vastgenageld, zeg het me dan. Je voeten wil ik ook wel van hieraf voor je vrijmaken.' Minerva zegt: 'Dat is niet nodig want ik ben vrij en kan gaan waarheen ik wil! Hoe ziet het kleed eruit? Kom, zeg het mij, lieve Cado!'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Werkelijk, Cado is een meester in zijn vak, want om deze prinses der eeuwigheid, een wezen voor wie de liefde vreemder moet zijn dan voor mij het einde van de oneindigheid, verliefd op je te laten worden, daar is meer voor nodig dan oren, ogen, mond en handen. Cado is tot nu toe weliswaar nog een zogenaamde duivel, maar voor zo' n duivelachtigheid heb ik werkelijk alle respect. Karakter heeft hij, onbuigzaamheid en een moed die aan het huiveringwekkende grenst. Als je zoiets niet zelf zou hebben gezien, zou zo' n verhaal niet te geloven zijn, Wij kunnen niets anders doen dan ons verbazen en U, o Heer, loven dat U zoiets eindelijk hebt laten gebeuren. Nu valt echter ook te verwachten dat de gehele aarde, misschien na enige stormen, in een stadium zal overgaan, dat voor alle hemelen zeer wenselijk zal zijn.
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Mijn beste vriend Miklosch, dat zal het verdere verloop allemaal duidelijk maken. Kijk maar naar het verdere verloop van deze scène en vervul voor dit gezelschap de functie van vertolker zoals je tot nu toe deed, en het zal jou en al je broeders en zusters duidelijk worden!'
Hoofdstuk 27: Minerva vermoedt een list van de Godheid. Cado verklaart haar de reden. Een kleed valt uit de hemel. Minerva's nieuwsgierigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Miklosch gaat verder met zijn verslag: 'Minerva staat nu even versteld en richt haar grote vurige ogen op de plaats waar nu aan de voeten van Cado een gewaad ligt, dat in een rode doek is gewikkeld. Zij zou het waarschijnlijk graag wat nader willen bekijken om te zien of het het waard is om door haar te worden aanvaard en spant haar ogen in om iets te bespeuren van het eigenlijke kleed. Het is echter zo goed in de rode doek gewikkeld, dat er nergens iets van is te zien. De nieuwsgierigheid van Minerva groeit intens. Ik ben nu zelf werkelijk heel benieuwd wat dit satanswezen, dat met alle slechte zalven is ingevet, nu zal doen! Heer, liefste, heilige Vader Jezus! Zal deze oude leugenaarster zich wel ooit voorgoed bekeren, en zal het dan beter gaan op alle hemellichamen, vooral op onze aarde?'
Hoofdstuk 27: Minerva vermoedt een list van de Godheid. Cado verklaart haar de reden. Een kleed valt uit de hemel. Minerva's nieuwsgierigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Miklosch doet verder verslag: 'Minerva zegt: 'Vriend Cado, werkelijk, ik heb je lief! Het is weliswaar de eerste ware liefde waardoor mijn hart ooit werd bewogen, maar doe me toch een plezier en verklaar me de reden van je hardnekkigheid, waaraan toch een groot en zeer diepzinnig plan ten grondslag moet liggen. Men heeft met mij iets voor van de allerhoogste zijde, en jij bent hun verkapte werktuig. Dat plan moet mij onthuld worden, anders krijg je me zonder dwang geen haarbreed van deze plaats. Wat heb je er ook aan om geweld tegen mij te gebruiken? Je weet met welk een hardnekkige trots ik de Godheid Zelf het hoofd kan bieden; hoeveel te meer doe ik dat daarom tegenover jou! De Godheid is eindeloos machtig en kan met mij doen wat zij wil, echter alleen door eeuwige dwang. Het hart en de wil zijn echter van mij en zij zijn in staat om iedere macht te trotseren, ook die van jou, alhoewel jij de enige bent die sedert het oerbegin mijn hart het meest nabij is gekomen. Was dat niet zo, dan zou je in plaats van mijn ware oergedaante reeds lang een allerlelijkst monster voor je hebben. Nu weet je hoe ik ben en zijn moet. Geef me daarom de reden op waarom jij tegenover mij zo onbuigzaam bent!'
Hoofdstuk 27: Minerva vermoedt een list van de Godheid. Cado verklaart haar de reden. Een kleed valt uit de hemel. Minerva's nieuwsgierigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Nu raapt Cado een steen van de grond op en maakt aanstalten voor een krachtige worp, maar Minerva roept angstig uit: 'Cado, bij alles wat je heilig is, doe dat 'niet! Op hetzelfde moment dat de steen uit je vuist vliegt ben je voor eeuwig verloren. De macht van deze geesten, die jij ten onrechte voor producten van mijn fantasie houdt, is onbedwingbaar. Wat zij vastgrijpen kan geen goddelijke macht hun meer ontnemen. Blijf rustig! Misschien lukt het mij om hen tot bedaren te brengen en dan mijn bevrijding met jou te bewerkstelligen !'
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Satana, als het je mogelijk is om nog een staaltje van dien aard uit te voeren, doe het dan maar! Daardoor krijg ik des te meer gelegenheid om jou door en door te leren kennen. Met jullie, schimmen, zal ik echter in de naam van God, Jezus de Gekruisigde, dadelijk afrekenen. Bekijk deze steen; hij is beschreven met de Godnaam Jezus, alsook met drie kruisen. Deze steen zal aantonen uit wiens geest jullie voortkomen!'
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Miklosch gaat verder: 'Minerva's gezicht wordt nu somberder en heerszuchtiger. Zij zoekt naar een weerwoord, maar het lijkt erop dat haar niets passends te binnen wilt schieten. Ze zou zich van heimelijke woede op haar lippen willen bijten, als ze zich niet tegenover Cado zou generen. Het is werkelijk komisch om te zien hoe de uitvindster van hoogmoed en leugen alle mogelijke moeite doet om tegenover Cado geen blijk te geven van zwakheid, maar deze verliest haar nu geen moment uit het oog en houdt de lasso al gereed. Nee, ik ben werkelijk benieuwd wat Satana nu voor manoeuvre zal uitvoeren!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1205 - 1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220 - 1221 - 1222 - 1223 - 1224 - 1225 - 1226 - 1227 - 1228 - 1229 - 1230  ...