Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1218 van 1490

...  1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220 - 1221 - 1222 - 1223 - 1224 - 1225 - 1226 - 1227 - 1228 - 1229 - 1230 - 1231  ...
[17] Cado zegt: 'Bekoorlijke Minerva! Jezus of geen Jezus, dat is me eender, en zonder de stenen en deze godenlasso zou ik ook je heer en meester kunnen zijn. Daar jij echter te allen tijde de grootste kunstenares in het liegen en het in-de-steek-Iaten was en zeker nog bent, kan ik geen voorstel van jou aannemen, voordat je het door mij gedane voorstel zult aanvaarden. Maar vlug een beetje, want ik merk dat de hemelse getuigen onrustig van ons worden. Neem vlug een besluit, want mijn geduld raakt nu ook op!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Cado zegt: 'Je weet immers dat ik iemand ben die geen haarbreed toegeeft en nooit eerder gevolg zal geven aan jouw verlangen dan wanneer jij bereid zult zijn je oerslechte en onbetrouwbare neigingen volledig te veranderen. Laat daarom in het vervolg alle aan mij gestelde eisen achterwege. Ik ben slechter dan jij, alhoewel jouw oerslechtheid de oneindigheid van het strengste gericht zou kunnen vervullen. Daar echter de pogingen van alle engelen om je terug te winnen door jouw onbuigzame koppigheid mislukten, moet een duivel der duivelen je weer daarheen brengen, vanwaar je bent uitgegaan. Maar deze duivel is geen duivel van jouw soort, maar van een heel andere soort. Zijn macht heeft hij van boven, maar zijn wezen behoort toe aan de hel. Jij alleen bent zijn loon, dat hij echter zal versmaden als het hem niet vrij, maar gedwongen ten deel valt. Daarom, volg mij!'
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Na een poosje richt Cado zich op en zegt tot de vreselijke demonen: 'Jullie macht en bedrevenheid in het bedriegen ken ik; ze is niet jullie werk! Jullie zijn zelf slechts lege schimmen en pure fantasiebeelden van deze ene, voor wie jullie zo'n nutteloze, bedrieglijke schijnvertoning opvoeren. Waren jullie echte wezens, dan zou ik jullie zelfs willen belonen voor een dienst die jullie mij hebben bewezen, want door jullie gedrag en jullie woorden raakte ik meer vertrouwd met haar karakter, en dat is voor mij van het grootste belang. Verscheur haar, als jullie kunnen! Ik zou het kunnen doen, maar dat wil ik niet omdat ze zo'n inspanning van mijn kant helemaal niet waard is.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Minerva lijkt wel van schande, verontwaardiging en woede te willen vergaan. Zij beeft over haar gehele lichaam en lijkt van pure woede geen woord te kunnen uitbrengen. Cado gedraagt zich echter nog grimmiger en lijkt zich te beraden over wat hij zal doen. Deze uiterst afschuwelijke reuzen boezemen hem dan toch respect in en tevens verneemt hij een getuigenis over Minerva, dat hem, wat betreft haar trouwen liefde, heel bang maakt. Daardoor is hij ook besluiteloos over wat hij zal doen, maar Minerva werpt hem zulke verlangende blikken toe dat hij zich toch niet van haar kan losmaken. Daarom begint hij zijn stenen te inspecteren en te schikken.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] 'Ellendig creatuur! Is dat jouw dank voor de triljoenen diensten die wij jou door de eeuwen heen hebben bewezen? Ter wille van jou schuwden wij geen offer, geen moeite en zelfs niet de meest ongehoorde pijnen en kwellingen, om ons tenslotte te verzekeren van jouw liefde, die je ons zo vaak beloofd hebt. Is dat jouw dank, dat je ons uit liefde voor een nieuwe duivel, die nog maar nauwelijks zijn neus in de hel heeft gestoken, smadelijk wilt verlaten? Nee, dat zul je ons nooit aandoen! Eerder vernietigen we jou, de hel en alle hemelen, dan dat we jou één pas van deze plaats laten doen! Kijk, onze dienaren houden deze zee in bedwang en lijden verschrikkelijke pijnen, opdat jij als heerseres er rustig overheen kunt lopen; en jij wilt ons verlaten en nooit dat genoegen schenken, dat je ons zo vaak beloofd hebt? O waag het maar eens, ellendige hoer, je zult daarvoor een beloning krijgen waarvan de rijke fantasie van de Godheid nog nooit gedroomd heeft! Spreek nu, wat zul je doen? Kijk maar eens hoe je held daarboven de moed laat zakken en naar alle kanten kijkt of er niet ergens een gat is om door te ontsnappen! O, roep hem te hulp, roep hem! Waarom roep je hem niet, jouw uitverkorene?'
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Minerva zegt: 'Maar wat zul je met me doen wanneer ik naar je toe kom?' Cado zegt: 'Domme vraag! Liefhebben en gelukkig maken en deze heuvel tot een nieuw paradijs omvormen ter ere van de Godheid, die mij van kracht voorziet!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Minerva zegt: 'In een paradijs werd ik al eens schandelijk bedrogen. Mijn Adam, eersteling van jouw aarde, heeft mij bedrogen op een manier, die me voor de hele eeuwigheid zal heugen! Op geen enkel hemellichaam is het de Godheid nog gelukt om mij zo om de tuin te leiden als juist op deze aarde en dat was de schuld van het smadelijke paradijs. Ik ben daar voor het eerst door de Godheid beetgenomen en pluk daarvan nu al meer dan 6.000 jaar lang de ellendigste vruchten! Kom me daarom niet aan met een paradijs, als je mij in alle ernst voor jou wilt innemen. Ik doe je echter een voorstel; als je dit aanneemt, ben ik voor eeuwig de jouwe.
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Als ik jou, weliswaar mooiste maar tevens ook allerdomste vrouw, zou willen overwinnen, dan zou ik geen woord aan je hoeven te verspillen, want dan zouden deze stenen afdoende zijn. En ziedaar, een nieuw wapen! Het is een lasso waarmee ik weet om te gaan. Ik hoef deze maar naar jou te gooien en geen duivel en god van jouw kaliber bevrijdt je meer uit mijn macht! Maar ikzelf wil je niet vangen en dwingen, maar alles aan jezelf overlaten, opdat de overwinning over jou niet mijn, maar enkel jouw eigen vrije, keus zal zijn!
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Miklosch doet verder verslag: 'Cado zegt: 'Maar lieve moeder van de oneindigheid, uiterst beminnelijke en mooie Minerva! Waarom voel je juist tegen deze toch zo mensvriendelijk klinkende naam zo'n weerzin? Wat heeft Hij jou dan misdaan? Kom ermee voor de dag, waar zit de moeilijkheid?'
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Minerva krijst: 'Kom mij nooit met deze naam aan, anders is het meteen uit tussen ons beiden, want deze naam is me een gruwel!'
Hoofdstuk 23: Gesprek tussen Cado en Minerva. Verschrikkelijke beproeving van de hellevorstin. Cado's ware steen der wijzen. God Jezus is overwinnaar! Zijn naam is voor de hel een gruwel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Cado zegt spottend: 'Kijk, kijk, wat ben jij toch een schrander dier! Dus ik zou door de goddelijke naam van Jezus alleen iets denkbeeldigs overwonnen hebben? En toch zei je daarnet van jezelf dat jij een almachtige werkelijkheid bent! Als ik met mijn steen enkel jouw wrede fantasiebeelden zou hebben overwonnen, hoe komt het dan dat je in werkelijkheid nu zo totaal verlamd voor mij staat? Spreek nu en maak me deze zaak begrijpelijk!'
Hoofdstuk 23: Gesprek tussen Cado en Minerva. Verschrikkelijke beproeving van de hellevorstin. Cado's ware steen der wijzen. God Jezus is overwinnaar! Zijn naam is voor de hel een gruwel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Omdat ik echter een groot behagen schep in je schoonheid en je in alle ernst liefheb, geef ik je een raad. Deze bestaat hieruit, dat je ervoor moet zorgen met de Godmens Jezus op vriendschappelijke voet te komen staan. Laat op z'n minst Zijn naam in jouw rijk vaker uitroepen, zodat je jezelf ervan kunt overtuigen wat daarvan het gevolg zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat je daardoor binnen de kortst mogelijke tijd een geheel andere voorstelling van de Godheid zult krijgen. Kijk, ik ben misschien een nog veel slechtere duivel dan jij. Ik ken Jezus slechts van naam en ken enkele stellingen van Zijn leer, die werkelijk goddelijke wijsheid bevatten en zelfs bij iedere redelijk denkende geestelijke of vleselijke duivel de grootste bewondering moeten afdwingen. Ik heb er werkelijk geen moeite mee om Hem mijn diepste achting te betuigen. Waarom moet dat dan uitgerekend jou zo zwaar en onuitvoerbaar voorkomen?
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Minerva zegt heel boos: 'Vriend, daar zit juist het grootste probleem dat in alle eeuwigheid niet opgelost zal worden, want onder deze naam is de Godheid waanzinnig geworden en heeft Haar oorspronkelijke hoogte en diepte verlaten. Zij heeft zich uit dwaze liefde voor haar fantasieschepselen in een nauw jasje geperst, waar Zij nu niet meer uit te krijgen is. Denk je nu eens een Godheid in, die zich uit pure apenliefde voor haar schepselen door haar verblinde creaturen laat mishandelen en aan het kruis nagelen! Een Godheid, die zich tot aas vernedert in plaats van in Haar hoogheid en glorie in mijn lichtende gezelschap te blijven en te heersen over alle wezens, die uit mij hun onverwoestbare bestaan krijgen. Mijn vraag is: wat moet ik als hoogste wijsheid nu denken van zo' n gek geworden Godheid? Ik zou van schande en smaad wel kunnen vergaan als ik zo'n ontzettende vernedering moest aanzien. Zou ook ik gek worden evenals de Godheid, dan valt de hele oneindigheid in puin en alle wezens houden op te bestaan. Kijk, dat is de hopeloze moeilijkheid!'
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Minerva zegt: 'Kijk, blinde dwaas, alles wat je hier zag was niets anders dan een vluchtig product van mijn fantasie ter beproeving van jouw moed. Ik alleen ben echt; al het andere was louter schijn. Daardoor was het ook voor jou gemakkelijk strijden tegen deze schijn! Was er hier iets op jou afgekomen dat werkelijk bestond, dan zouden jouw stenen je zeker geen overwinning hebben bezorgd. Je hebt slechts schijn en geen werkelijkheid overwonnen.' Nu denkt Minerva even na en zegt na een poosje: 'Ik kan je dus ook geen antwoord geven op je vraag, temeer omdat mijn terechte trots mij ook nooit zou kunnen toestaan dat ik mij voor een wijsgerig gesprek met zo'n domme duivel inlaat. Begrijp je dat?!'
Hoofdstuk 23: Gesprek tussen Cado en Minerva. Verschrikkelijke beproeving van de hellevorstin. Cado's ware steen der wijzen. God Jezus is overwinnaar! Zijn naam is voor de hel een gruwel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] O, dat is toch afgrijselijk om aan te zien! Als deze duivels net als wij gevoelig zijn voor pijn, dan is dit iets waar zelfs de wijste cherubijn stil van moet worden! Het folteren verloopt maar langzaam en volgens een vast plan. O Heer, Gij eeuwige liefde, ontferm U over deze ongelukkige duivels en laat de arme Cado niet helemaal wanhopig worden. Ik hoor van hem niets anders meer dan: 'O God, o God, o God! Waar bent U? Is het dan mogelijk dat U zoiets rustig kunt aanzien? Ik ben verloren, verloren!' Hij zakt als een bewusteloze in elkaar.
Hoofdstuk 23: Gesprek tussen Cado en Minerva. Verschrikkelijke beproeving van de hellevorstin. Cado's ware steen der wijzen. God Jezus is overwinnaar! Zijn naam is voor de hel een gruwel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1206 - 1207 - 1208 - 1209 - 1210 - 1211 - 1212 - 1213 - 1214 - 1215 - 1216 - 1217 - 1218 - 1219 - 1220 - 1221 - 1222 - 1223 - 1224 - 1225 - 1226 - 1227 - 1228 - 1229 - 1230 - 1231  ...