Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 123 van 1110

...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...
[12] Wie prediken er nog feller over de onsterfelijkheid van de menselijke ziel dan juist de Sadduceeën, en wie predikt zoals zij, over een eeuwig Eden en een eeuwige vuurkwelling in de hel, - en persoonlijk geloven zij van dat alles geen jota en zij zijn tevens de grootste godloochenaars! Begrijpen jullie nu wat Ik met 'zuurdeeg' bedoeld heb?" - Toen begrepen de leerlingen dat Ik niet gezegd had dat zij op moesten passen voor het broodzuurdeeg, maar voor de kwade leer van de Farizeeën en Sadduceeën. (Matth. 16:12) -Die nacht bleven wij in het schip, dat ons voor de ergste honger voorzien had van brood en wat vissen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De ARME gaat meteen, neemt twaalf kruiken en giet ze tot de rand toe vol. Reeds bij het gieten komt hem een uitstekende wijngeur in de neus, en wanneer hij dan de vloeibare inhoud proeft, weet hij zich van pure verbazing haast geen raad en zegt tegen zijn kinderen, die hem assisteren: "Luister, dat begrijpt geen mens! Het water waarmee wij de zakken hebben gevuld en waarmee ik nu de kruiken volgegoten heb, is veranderd in edele beste wijn! Proef en overtuig jullie zelf!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Nu goed, jullie hebben Mij nu verteld wat je gehoord hebt, maar Ik zou nu ook nog van jullie zelf willen horen, voor wie jullie Mij eigenlijk houden. Ik vraag dat niet zo maar, maar heel serieus, want Ik merk na bepaalde gelegenheden, waarbij naar jullie mening Mijn doen en laten zo nu en dan schijnbaar aards aandoet, dat je dan in je hart meteen anders over Mij oordeelt, en Mij niet volledig daarvoor houdt als waarvoor je Mij houdt wanneer Ik het een of andere grote wonder gedaan heb! Zeg Mij daarom eindelijk eens openlijk waarvoor jullie Mij na rijp en nuchter verstandelijk beraad, serieus houdt!" (Matth. 16:15)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] IK zeg: "Dat zal je op het juiste moment wel helemaal duidelijk worden; voorlopig verbied Ik jullie allen nadrukkelijk om nu voortijdig ook maar iemand er iets over te vertellen, dat Ik Jezus de ware Christus ben!" (Matth. 16:20)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: " Juist daarom moeten jullie de dubbele opwinding wat wegslapen! Morgen, als jullie nuchterder zullen zijn en rustiger bloed zullen hebben, zullen we er makkelijker over kunnen oordelen!" -Na deze woorden van Mij gingen allen toen zonder verdere tegenspraak de nodige rust genieten.
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Ik heb gisteren, zowel tegen jullie als tegen Marcus, al gezegd dat Ik dat tijdens Mijn verblijf hier wel nader uit zal leggen, wacht daarom tot dat moment aangebroken is, dan zal het jullie wel voldoende duidelijk worden! Maar ga nu liever Marcus helpen om zijn gevangen vis aan de oever te brengen, want hij ging vandaag al vroeg aan het werk en Ik heb zijn werk gezegend. Ga daarom en help hem om de vele en goede vissen aan land te brengen en in zijn vishouders over te brengen!"
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Marcus gaat en Iaat meteen honderd vissen uit de vishouders halen en in de grote bak doen. Toen hij nog maar net met het werk klaar was, arriveerde de groep jonge Farizeeën al en vroeg naar de visser Marcus. MARCUS meldde zich meteen en zei, omdat hij zich nog bij de visbak bevond: "Hier ben ik, en hier in de bak zit datgene waarvoor jullie waarschijnlijk gekomen zijn! Dit is de nauwgezet afgemeten tiende van de vis, bestaande uit honderd stuks van de meest uitgelezen vissen die in onze zee ooit gevangen werden!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] THOMAS zegt: "Zeg jij maar wat, als je zo wijs bent! Ik houd hem voor dat, waarvoor hij zich zelf al die tijd heeft uitgegeven! Hij zegt van zichzelf nooit iets anders dan: 'Ik ben een Zoon des mensen, en God is Mijn Vader net als van jullie allen!' Als hij zichzelf zo beoordeelt, wat voor andere beoordeling kunnen wij hem dan waarachtig en waarheidsgetrouw uit ons zelf geven? Hij doet werkelijk dingen, die sinds Mozes en de andere profeten nog nooit een mens gedaan heeft. Maar als wij alles op de keper beschouwen dan zullen wij ontdekken dat het evenwel de geest van God is, die door een uitgekozen reine mens dat allemaal doet! Maar voor de geest van God zal het niets uitmaken of hij door een gekozen mens bergen verzet of vernietigd, of dat hij het een of andere kleinere wonder door het woord van de profeet laat gebeuren!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Omdat zij mij al geruime tijd kennen als een ontzettend domme sukkel en van mening zijn dat ik nauwelijks verschil zou zien tussen achter of voor, verklappen zij vaak uit eigen beweging hun kwalijkste geheimen! En zo kwamen mij al zaken ter ore, waarvan ik eerlijk toe moet geven dat ik daarbij al een paar maal begon te twijfelen aan het bestaan van God! Want dan dacht ik bij mijzelf: ' Als er een almachtige, alwijze, rechtvaardige en goede God is en Hij zich, zoals de schrift leert, iets aan de mensen gelegen laat liggen, dan moet het Hem toch onmogelijk zijn om bij zulke wreedheden toe te kijken! Er is geen God! Volgens Plato is de mens lichamelijk een afstammeling van de apen en geestelijk een afstammeling van de verscheurende beesten. Daarom moet er aan het hoofd van een grote gemeente een sterke en wijze Simson staan, die het samengestelde dier, dat zich mens noemt, met de zwaarste tuchtroede het tweevoudig dierlijke uitdrijft en hem in de loop der jaren in zoverre temt dat hij tenminste voor de helft mens wordt!'
Hoofdstuk 177: Marcus, de eigenaar van de hut. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] In het achterland van het zogenoemde Klein-Azië ligt een door mensen bewoonde streek, waar de vrouwen merendeels onvruchtbaar zijn. Wat de oorzaak daarvan is kan ik U niet vertellen. Wel is het een voldongen feit dat, zodra die vrouwen gemeenschap hebben met Joden of Samaritanen, zij even goed vruchtbaar worden als die van ons. Nu, sinds lang kennen de Farizeeën, die hun slechte volgelingen over de hele wereld uitzenden, die onvruchtbare vrouwen en zij zijn vaak met karavanen daarheen getrokken om de onvruchtbare vrouwen vruchtbaar te maken! Dat was, zeg maar, een vriendendienst die steeds goed werd betaald. Maar bij deze dienst bleef het niet, omdat langzamerhand de Klein-Aziatische mannen leerden inzien dat zij bedrogen werden. Hun vrouwen bleken namelijk in het vruchtbaarheidsinstituut dat de zendelingen uit Jeruzalem aan de grens van die gemeenten al jaren geleden opgericht hebben, niet echt zwanger geworden te zijn. De zendelingen kochten namelijk hier in dit land, en ook in Judéa, pas geboren kinderen op en lieten deze in het genoemde instituut brengen, waar de overigens zeer mooie en weelderige, maar onvruchtbare, vrouwen tien maanden moesten blijven. Na afloop van de tien maanden, waarin de geile apostelen van de tempel zo vaak gemeenschap met zo'n vrouw hadden, dat zij er haast dood aan ging, werd haar zo'n gekocht kind aangeboden. Dat gebeurde dan op zo'n sluwe manier, dat de vrouw zelfs dacht dat het haar kind was! Maar zoals gezegd in de loop der tijd kwamen de mannen toch achter het bedrog, omdat een eerlijke Samaritaan de Klein-Aziaten vertelde wat de zogenaamde vrome apostelen van Jeruzalem, de stad van God, uitspookten.
Hoofdstuk 178: Marcus vertelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Dan gaat MARCUS verder met zijn verhaal en zegt: "Waaruit bestaat nu dat door de apostelen van Jeruzalem voor veel geld aangeprezen middel voor het vruchtbaar maken van de vrouwen der Achterkleinaziaten? Volgens de wijze raad van de 'apostelen' bestaat het uit niets minder, dan dat de Achterkleinaziaten zich het bloed van de kinderen van de Samaritanen moeten verschaffen en dat, vers of tot poeder gedroogd, moeten drinken als zij geslachtsrijp zijn geworden, en de vrouwen moeten dat doen voor zij gemeenschap hebben. Dat zou de toverkracht van de Samaritanen vernietigen en de vrouwen weer helemaal vruchtbaar maken! -Maar hoe moesten ze aan het bloed van Samaritaanse kinderen komen? -Daarvoor zullen voor goed geld en goede woorden de apostelen van de tempel wel zorgen!
Hoofdstuk 178: Marcus vertelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, het maakt ons nu niets uit of wij zonder te kunnen slapen op bed liggen of hier prettig buiten wakker blijven, want het verhaal van vriend Marcus heeft ons zo totaal van onze slaap beroofd, dat we nu voor alles ter wereld niet meer zouden kunnen inslapen! Werkelijk, iedere druppel bloed in onze aderen kookt nu van toorn en woede tegen die genoemde, uit de tempel afkomstige, verscheurende beestmensen! Onder zulke omstandigheden zou je toch veel beter nooit geboren kunnen zijn! Heer, Iaat nu toch meteen vuur van de hemel op deze beesten regenen! Want dat wat wij nu gehoord hebben, overtreft verreweg alles wat wij aan slechtheid ooit over deze beestachtige mensheid hebben vernomen!"
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] MARCUS zegt: "Daarvoor hoef je heus geen profeet te zijn, daar heb je alleen maar vijf goede zintuigen voor nodig en een beetje verstand, dan kun je gemakkelijk beredeneren waarom jullie uit de stad zijn gekomen! Hier, neem de vis en ga in vrede weer verder! Ik heb vandaag nog veel te doen en het is al bijna middag. Wij hebben vandaag veel werk verricht en moeten ons middagmaal gaan klaarmaken!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Als het werk klaar is zegt MARCUS: "Nu is alles gedaan wat jullie gevraagd hebben. Zijn jullie tevreden?"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] MARCUS antwoordt: "Dat was een heel sluw Romeins masker om vermomd als oerdomme kerel zonder moeite achter al jullie kwade listen, streken en schanddaden te komen! Maar ik sta er toch voor in dat ik Mozes en alle profeten beter begrijp dan jullie, -hoewel ik daadwerkelijk een Romein, maar in mijn hart reeds lang een echte Jood ben!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...