Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 123 van 278

...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...
[10] Dit vuur vervult echter Gods hele eindeloze scheppingsruimte en maakt in zijn volkomen rust de ether uit, waarin al die talloze grote hemellichamen rondzweven, ongeveer zoals vissen in het water. Als de hemellichamen in de eindeloos grote scheppings en tevens etherruimte ergens op één punt zonder enige beweging voor of achterwaarts stil zouden blijven staan, dus volkomen in rust, dan zouden ze spoedig als een dood lijk bederven, vergaan, helemaal oplossen en overgaan in de rustige ether. Maar daarom heeft de Schepper er met Zijn wijsheid en macht wel voor gezorgd, dat al die talloos vele hemellichamen in de grote etherruimte voortdurend en op allerlei manieren bewegen, en deze aldoor in hoge mate in een onrustige beweging brengen en bijgevolg tot een actief ontwaken dwingen.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Een dergelijke passiviteit heeft dan ook tot gevolg dat de luchtgeesten zelf minder actief worden en tenslotte ook helemaal zonder enige beweging als het ware verstard op elkaar zouden drukken, als in dergelijke delen van de aarde de inwendige aardegeesten niet in grote hoeveelheden zouden opstijgen en hen in hun rust zouden storen. Deze in zekere zin ongenode gasten bespeuren de in de lucht aanwezige ethergeesten en beginnen meestal daarheen te vluchten waar minder aardegeesten zijn, en dat gebeurt in de richting van de evenaar van de aarde. Bij zulke gelegenheden dwingen de vluchtige ethergeesten dan tevens de aan hen verwante luchtgeesten om mee te vluchten, en voor het gevoel van de mensen, dieren en planten beginnen er dan ijskoude winden te waaien, die koud zijn vanwege hun veel mindere activiteit; want alleen een verhoogde en vergrote activiteit brengt warmte voort.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Zeer zeker! Door te geringe activiteit en door hun drang naar rust worden ze nog nauwer tegen elkaar gedrukt, geperst in zekere zin, zonder daarbij tot enige actieve beweging te komen; zodoende worden ze zwaar in vereniging met de luchtgeesten, drukken op de geesten van het water , die daardoor eveneens volledig passief worden, en die volledige passiviteit is nu datgene wat zich aan jou als ijs op het water vertoont. Hoe minder activiteit de jullie nu voldoende getoonde geesten dus in zichzelf ontwikkelen, des te kouder wordt het dan' ook in de streken, waar aan de geesten te weinig gelegenheid tot verhoogde activiteit geboden wordt. Daarom bevriezen in de winter snel voort stromende rivieren en beken dan ook veel moeilijker dan rustig stilstaande wateren, omdat die bepaalde geesten daarin noodgedwongen veel actiever zijn dan in de stilstaand water.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En kijk, wat Ik jullie daarop zeg, is: Ik wil niet dat het zo gebeurt en Ik zou de middelen en mogelijkheden hebben om Mijn kinderen ook zonder dat, wat er nu gebeuren zal, te verlossen en zalig te maken; maar de slechte mensen willen het zo en daarom laat Ik dan ook toe dat het zo gebeuren kan, opdat juist daardoor ook vele godslasteraars zich tot berouw, boetedoening en echt geloof in Mij mogen bekeren! Want het gebroed in de tempel zegt en schreeuwt voortdurend: 'Laten we hem toch grijpen en doden! Wanneer hij weer zal opstaan uit het graf, dan zullen ook wij in hem geloven!' Zij willen Mij dus aan deze laatste proefonderwerpen, en zo zij het dan tenslotte ook toegelaten. Daardoor zullen er ook velen die nu nog volkomen blind zijn ziende worden en in Mij gaan geloven; maar degenen die tot op de bodem slecht zijn zullen daardoor de maat van hun zonden vol maken en in hun gericht en eeuwige dood vallen.
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Tracht vóór alles jullie levensgevoel volgens Mijn leer te ontwikkelen en te versterken, voel samen met de arme zijn nood en lenig die naar jullie kracht en vermogen, troost de verdrietigen, kleed degenen die naakt zijn, geef hun die honger hebben te eten en hun die dorst hebben te drinken, help de zieken waar jullie kunnen, verlos de gevangenen en verkondig de armen van geest Mijn evangelie -dat zal jullie gevoel, jullie gemoed tot in de hemelen verheffen, en jullie ziel zal op deze enig ware levensweg weldra zonder moeite één worden met haar geest uit God en daardoor ook Zijn wijsheid en macht deelachtig worden! En dat zal toch zeker meer waard zijn dan veel te weten in de wereld terwijl je daarbij een gevoelloos mens bent tegenover je medemensen en door je te weinig tot leven gewekte gevoel aan jezelf het getuigenis moet geven dat je nog heel ver af staat van het ware leven in de geest!
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Wat jij wenst, is al sinds eeuwigheid de zaak van Degene die in Mij woont, want zonder Mij kunnen jullie nooit iets werkelijk verdienstelijks voor het eeuwige leven van jullie ziel doen! Maar toch moet iedereen eerst vanuit zijn vrije wil zoveel doen als hij kan; en dan zal Ik heel zeker en betrouwbaar al het andere doen.
Hoofdstuk 151: Hulp van de Heer op de weg naar de voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar om jullie, Romeinen, niet in Rome terug te laten keren zonder de door jullie verlangde wondermest voor het zaaien van Mijn leer, wil Ik jullie nu als gevolg van jullie sterke geloof in Mij de macht geven om door het opleggen van jullie handen alle zieken en gebrekkigen te kunnen genezen, wat aan jullie woorden een grote kracht en uitwerking zal geven.
Hoofdstuk 153: De Heer onderwijst de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Welnu, wanneer dan alweer het woord en niet het teken verlichting kan brengen, dan kan het zuivere en waarheid bevattende woord als zodanig dat toch ook alleen, zonder een voorafgaand teken! Daarom is de hoofdzaak en de belangrijkste voorwaarde voor het leven alleen in het woord gelegen, en niet in het teken!
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen nu de voorhoede het dorp bereikte en ook zonder stil te staan verder trok, dook ook de zon al boven de verre horizon op en verlichtte de hele omgeving met haar stralen; ook het stof van de weg, waar het licht van de zonnestralen nu op viel, was heel mooi om te zien.
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Hierop zei Magdalena: 'Heer! Ik zal van nu af aan steeds alleen maar doen wat U het liefst en het meest aangenaam is en daarom zal ik tot Uw spoedige wederkomst bij Lazarus blijven en U in mijn hart volgen! Maar wij vragen U allemaal, o Heer en Meester, of U toch gauw weer hier naar ons toe, wilt komen! Want zonder U zal ons bestaan en leven er treurig uitzien.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar natuurlijk kan geen mens de Vader als zodanig zien; want zonder Mij zou Hij er niet zijn en Ik zonder Hem niet, omdat Ik en Hij volkomen één wezen zijn! Maar wie nu Mij ziet en hoort, die ziet en hoort ook de Vader; want Ik heb Mij als Vader door Mijn wil Zelf in deze wereld gezonden. Heil dus aan jullie, die in Mij geloven; want wie in Mij gelooft, die gelooft ook in de Vader , die Mij gezonden heeft, en Hij zal hem daarom het eeuwige leven geven!
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De hoofdman zei: 'Wat mij betreft is het nu helemaal duidelijk en ik geloof dat dat ook bij de anderen het geval is. Het is natuurlijk wel een heel nieuwe levensleer, die nog nooit door de mond van een mens zo duidelijk uitgesproken is, hoewel enkele mij bekende oude wijzen er ook al toespelingen op gemaakt hebben, die echter helaas niet bij de wijsgeren zelf en nog minder bij hun leerlingen tot een levende oefening zijn geworden en daarom ook zonder resultaat moesten blijven. Maar hier ligt de zaak weloneindig veel anders! Want U treedt op als een onloochenbare Meester van al het materiële en geestelijke bestaan en leven en U onderricht ons helder over dingen die vele wijsgeren overigens slechts zijdelings, niet duidelijk en erg verhaspeld aangeroerd hebben; en daarom moet dan ook alles wat U ons hier geleerd en getoond hebt, waar zijn, en wie zich naar deze leer van U zal richten, zal ook altijd feilloos moeten bereiken wat U ons als een levend waar gevolg daarvan toegezegd, duidelijk uitgelegd en beloofd hebt, en daarom zullen wij dan ook geen van allen verzuimen om Uw leer in daden om te zetten.
Hoofdstuk 151: Hulp van de Heer op de weg naar de voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Met verbaasde, blijde gezichten zeiden de voorname Romeinen: 'Ja, Heer en Meester, en wij danken U ook van ganser harte voor zo'n grote aan ons verleende genade die U nu, zonder dat wij U daarom durfden te vragen, uit de eindeloze volheid van Uw liefde zomaar aan ons geschonken hebt! En dat wij die kracht nu ook werkelijk van U ontvangen hebben, dat hebben wij ook diep van binnen gevoeld, toen U ons die met de almacht van Uw wil geschonken hebt; want er ging als het ware een stroom van vuur door ons heen, en wij voelden onmiddellijk een machtige geloofs en wilskracht in ons, zodat wij er nu werkelijk van overtuigd zijn dat wij in Uw naam met onze wil nu ook al direct hele bergen met de dalen gelijk zouden kunnen maken. En hoezeer Uw kracht in ons, die U ons verleend hebt, ook moge toenemen, wij zullen daar steeds alleen in geval van echte nood in zoverre een wijs gebruik van maken, als U ons aangeraden hebt en waarvoor U ons die kracht ook alleen door Uw genade geschonken hebt!. O Heer en Meester Jezus Jehova Zebaoth! Is het zo goed?'
Hoofdstuk 153: De Heer onderwijst de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar hij moet zich daarmee niet aan de mensen vertonen opdat die zich over hem zullen verbazen en vervolgens ook alles vast geloven wat hij hun verkondigt; maar de bezitter van zo'n hogere geestkracht uit Mij moet zich ook steeds tot Mij wenden met de vraag: 'Heer, als het ook Uw wil is dat ik nu gebruik maak van de door U aan mij verleende kracht, laat mij dat dan weten in mijn hart en verenig Uw almachtige wil met Uw genadig aan mij verleende kracht! Maar als het niet tevens Uw wil is, maak mij dat dan ook kenbaar volgens Uw liefde, wijsheid en genade!' Dan zal Ik zo'n deemoedige vraag in het hart van de vraagsteller altijd ogenblikkelijk met ja of nee beantwoorden en Ik zal hem ook helder de reden tonen waarom er een teken gedaan of achterwege gelaten moet worden. De bezitter van zo'n door Mij aan hem verleende kracht zal echter ook zonder Mijn volledige instemming het wonder wel kunnen verrichten, maar het zal voor hem en nog minder voor degenen voor wie hij het gedaan heeft, van geen enkel nut zijn, -en dat kunnen jullie ook goed onthouden! Want wie in alle opzichten volkomen met Mij zal wandelen en handelen, diens werken zullen ook altijd van de ware zegen vergezeld gaan.
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als jullie een zieke voor de ogen van de mensen openlijk de handen opleggen, opdat het beter met hem zal gaan, dan hebben jullie ten behoeve van het getuigenis voor de waarheid van Mijn woord meer dan genoeg gedaan; maar in het geheim, zonder openlijke getuigen, kun je het vele malen per dag doen en arme lijdende mensen van hun ellende bevrijden zonder dat ook maar één van hen te weten komst wie hem van zijn kwelling verlost heeft. Ik zeg jullie: een dergelijke genezing geldt bij Mij meer dan honderd zichtbare genezingen voor de ogen van de wereld! Gebruik daarom de door Mij nu aan jullie gegeven kracht altijd volgens de bedoeling die Ik jullie bekendgemaakt heb, dan zal Ik jullie daarvoor weten te zegenen.. -Hebben jullie ook dit nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...