5587 resultaten - Pagina 123 van 373
... 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 ...
[4] Ik zei: 'Wie heeft dan deze metgezel van jullie tot geloof gedwongen, en hoe heeft hij tussen de vele valse verschijnselen de waarheid ontdekt? Kijk dat zit hem niet in het verstand van de mens, maar in zijn betere en meer oprechte hart!Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] jullie hadden in je hart geen geloof en daarom ook geen levenswaarheid meer, en daar komt het door dat jullie Mij niet konden herkennen en niet in Mij konden gaan geloven; want waar geen waarheid en geen leven is, kan zelfs de helderste waarheid en het leven daarvan niet opgenomen worden en een blijvende woning krijgen.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] In het bijzonder werd door Mijn leerlingen onze reis van Jericho tot in deze plaats duidelijk en in het kort verteld, waarbij de Farizeeër, de waard, zijn knecht en zijn vrouwen enkele van zijn volwassen kinderen zich buitengewoon verbaasden en de Farizeeër herhaaldelijk luid uitriep: 'Nee, dat is eindeloos veel meer dan nodig is om zelfs stenen ziende te maken! En mijn metgezellen blijven nog blind en proberen hun armzalige wereldse schatten veilig te stellen, terwijl de hoogste en eeuwig onvergankelijke schatten van het leven hier in de grootste overvloed op tafel komen. Maar wat kan iemand van ons doen, als de Heer des levens zo dikwijls tevergeefs de grootste tekenen doet en de mensen lessen geeft die alleen maar uit het hart en de mond van God kunnen komen? Helaas leef ik temidden van wolven en moet ik met hen meehuilen, om niet door hen verscheurd te worden. Maar van nu af aan zullen ze mij niet meer aan het huilen krijgen; want nu weet ik wel wat ik zal doen!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Vraag jezelf eens af! Wie kan Degene wel zijn, aan wie winden, stormen, bliksems, vuur en alle andere elementen en krachten van de natuur gehoorzamen? Ik heb Hem herkend en ben daardoor nu meer dan gelukkig; waarom herken jij Hem nog niet, die jou met de lichtste ademtocht van Zijn almachtige wil kan vernietigen of naar de hel kan verstoten? Omdat jij met lichaam en ziel aan het slechte vuil van de wereld hangt en dood en blind bent in je hart!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarop zei de bekeerde Farizeeër: 'Hoe groot moet iemands blindheid van zijn hart en verstand wel niet zijn, als hij bij zulke verschijnselen en met name bij zulke lessen nog wil nadenken en nauwkeurig wil overwegen of en hoe God ertoe gebracht kon worden om de mensen van deze aarde in deze tijd weer een keer een teken te geven van Zijn almachtige bestaan, en of dat teken wel ten volle waarachtig is. O Heer en Meester vol zuiver goddelijke kracht, wees ook de blinden en verstokten genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Vanwege louter goud en zilver herkende hij het licht uit de hemelen niet, hoewel het voor duizenden rechtstreeks voor het grijpen lag. Hij dacht wel heel veel na met zijn hersenen -maar wat heeft een ziel, waarvan het hart door louter mammon verhard en verduisterd is, voor nut van zulk denken, dat lijkt op een vluchtig dwaallicht, dat weliswaar als een bliksemflits de nacht voor een ogenblik verlicht, maar direct daarna een veel diepere duisternis tot gevolg heeft dan de aardbodem voordien bedekte?
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Waarlijk Ik zeg jullie: als een dergelijk verstandelijk licht in de mens al de zuiverste duisternis is, hoe diep duister moet dan de eigenlijke nacht van het hart en van de ziel zelf dan wel niet zijn! Laat jij deze schriftgeleerde het rijk Gods maar met zijn dwaallicht zoeken; hoe langer hij het op die manier zal zoeken, des te minder zal hij het vinden! Zolang hij zijn hart en daardoor ook zijn ziel niet volkomen vrij maakt van de mammon, zal hij ook Gods rijk niet binnengaan.
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Nu vertoont zich aan jou, nog van grote afstand, een aangenaam plaatsje, waardoor je je helemaal op je gemak begint te voelen. Je haast je naar dat dorp en naar de zeer mooie tuinen daar in de buurt, die rijk zijn aan bultengewone vruchtbomen en vruchten. Die gerieflijke plaats is de in je hart teruggekeerde rust, en de tuinen stellen de nieuwe waarheden uit God voor, waar jij veel genoegen aan beleeft. Maar omdat ze niet jouw eigendom zijn omdat je er nog niet naar handelt, zie je ze als het ware nog buiten jezelf, en de vruchten durf je niet te pakken.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de schriftgeleerde dat van de bekeerde Farizeeër had gehoord, werd hij uiterlijk gezien weliswaar wrevelig, maar innerlijk begon hij toch na te denken en zei na een poosje: 'Gelukkig degene aan wie een open hart is gegeven; aan mij is dat tot nu toe nog niet gegeven! Ik heb de Schrift wel bestudeerd en de waarheid gezocht -wat kan ik er dan aan doen dat ik haar niet heb kunnen vinden? Wat had het voor zin als ik las: 'God heeft met Abraham, Isaak en Jacob en met nog vele anderen zo en zo gesproken en heeft Zich door Mozes en de andere profeten aan de mensen geopenbaard?' Waarom heeft Hij dan niet met mij en vele andere mensen als ik gesproken? Ben ik soms minder mens dan degenen met wie God heeft gesproken en aan wie Hij Zich heeft geopenbaard?
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Kijk, zo heb ik de betekenis van je droom gezien en die ook zonder enige terughoudendheid aan je meegedeeld! Maar als ik het goed gevoeld heb is die uitleg niet helemaal uit mijzelf voortgekomen; want ik had duidelijk het idee dat een hogere geest mij die woorden in mijn hart en mond gelegd heeft. En ik geloof ook dat de geest van Degene aan wie de krachten van de hemelen en alle elementen van deze aarde gehoorzamen -zoals we hebben gezien - jou in die droomtoestand heeft doen komen.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, er zijn nog heel veel blinden en doven van hart en van ziel; Ik moet ook bij hen komen en hen helpen. Zoals het jullie goed heeft gedaan dat Ik bij jullie kwam, zo zal het nog velen goed doen als Ik bij hen zal komen. Maar Ik zal toch nog enkele uren in jouw huis blijven; en in die tijd zullen we nog over het een en ander kunnen spreken. Maar laat nu nog een frisse, zuivere wijn op onze tafel zetten!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als louter leraren en niet als mensen die zelf Mijn leer toepassen zullen ze niet in staat zijn tekenen te doen; want de kracht om tekenen te doen gaat niet uit van het verstand, maar van het levende geloof en de vaste wil tot handelen. Want het verstand van de hersenen is een dood werelds licht van de mens, dat nooit in de meest innerlijke regionen van de geest en zijn kracht kan doordringen; maar het levende geloof in het hart is het ware levenslicht van de ziel, dat in haar de geest wekt en ervoor zorgt dat die de hele mens doordringt. En als de mens van de geest doordrongen is, dan is hij ook doordrongen van de alvermogende kracht daarvan; en wat de levende geest wil, die dan met de ziel één wezen vormt, dat gebeurt, en de wil is dan al een volbracht werk.
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar de mens liet zich, aangezien hij een geheel vrije wil had, door de slang van zijn begeerte verleiden en at van de boom der kennis, nog voordat hij door de rijpheid van het geloof in het hart van de mens gezegend was, dat wil zeggen: hij begon met zijn natuurlijke verstand de geest Gods en zo de geest des levens met zijn natuurlijke verstand te zoeken en te doorgronden. Het gevolg daarvan was, dat hij zich daardoor alleen maar steeds meer van God verwijderde in plaats van Hem steeds meer te naderen. En dat was reeds de dood, dat wil zeggen de geestelijke dood van de mens, en de hele mens werd krachteloos en verloor de heerschappij over alle dingen in de natuurlijke wereld, en werd gedwongen om met behulp van het zwakke schijnsel van zijn hersenverstand door eigen arbeid in het zweet van zijn aangezicht in fysiek en nog meer in geestelijk opzicht zijn voedende brood te verwerven
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als het tussen Mij en jullie mensen nu zo gesteld is en dus heel anders dan ten tijde van Mozes, kan niemand zeggen dat hij door Mijn goddelijke verhevenheid en majesteit, die weliswaar in al haar volheid in Mij woont, vernietigd wordt, omdat Ik immers Zelf met heel Mijn hart zachtmoedig en deemoedig en vol van het hoogste geduld en lankmoedigheid, liefde en erbarmen ben. Wees dus vol goede moed en heb geen onnodige vrees voor Mij , die jou al heel lang voordat je bestond, heeft liefgehad!'
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)