Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 123 van 1112

...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...
[7] MARCUS zegt: "Ja, ja, zoals ik gisteren al zei: "Dit gebroed is tot iedere denkbare misdaad in staat! U moet zich daarom zo lang als maar mogelijk is in acht nemen voor de zogenaamde stad van God, want die zal U doden, tenzij U daartegen al Uw voorzichtigheid en goddelijke almacht in 't geweer brengt; want de dienaren van de tempel ken ik uit en inwendig! Wie het waagt hun leer, die al lang een leer van de boze geest is, aan te pakken, moet tegen de totale hel vechten. Hun vriendschap is onheil en hun vloek is de dood. Het leven van een mens staat voor hen gelijk met het leven van een mug, waar geen mens op let omdat dat te onbeduidend is."
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: " Ja, Hij zal in eeuwigheid niet te doden zijn. Maar toch zal Hij gedood worden als een getuigenis tegen hen, opdat de hen gegeven maat vol zal worden! Als zij zich aan Gods heiligen vergrepen hebben, dan zullen zij zich ook aan Mij vergrijpen en daardoor scheppers van hun eigen oordeel worden! Maar wie zelf zoiets wil, die ondergaat geen onrecht als hij verworpen wordt! Als zij echter onuitsprekelijke gruwelen aan de boden begaan hebben, dan zullen zij ook Hem niet ontzien, die de boden voor Zich uit liet gaan.
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Hun noodlot zal echter daaruit bestaan, dat de gedode, na nauwelijks drie dagen, als een machtige overwinnaar van de dood en al zijn vijanden, tot eeuwige troost van Zijn vrienden en broeders, ongedeerd, in Zijn volle kracht, en geheel en al bruisend van leven, uit het graf zal opstaan! Dan zullen zij in grote vrees en vertwijfeling zich beraden hoe zij de uit de dood opgestane weer zouden kunnen doden, maar zij zullen niet in staat zijn om een besluit te nemen, en hun val zal spoedig daarop volgen.
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] MARCUS zegt: " Als het zo zal gaan, dan is het echt niet zo moeilijk om zich in zekere zin slechts voor de schijn te laten doden! Onder die omstandigheden kunt U dan wel naar Jeruzalem gaan, als U dat wilt; want U kan niets gebeuren! Als U Heer over leven en dood bent, wie kan U dan doden? En als men U doodt, of denkt U gedood te hebben, en U komt na de dood nog levender te voorschijn voor het gevecht met de vijand, dan vóór het gedood worden, zou ik niet graag in de huid van Uw vijanden steken. Die zullen dan door een vuur van angst en vrees verteerd worden. En van al hun beraden, peinzen en streven zal voor nu en altijd niets terecht komen! Want juist daardoor zullen al hun schandelijke gruweldaden in het volle daglicht voor alle mensen zichtbaar worden, en hun werkelijke bestaan heeft dan het door het betere deel van de mensheid lang gewenste einde voor eeuwig bereikt. O Heer en Meester! Doe dat maar zo vlug en zo zeker mogelijk! Ik ben al weloud geworden en zal de aarde niet zo lang meer met mijn voetstappen lastig vallen als ik reeds heb gedaan, maar dat zou ik dan toch nog graag meemaken, en mijn dood zal me dan niet zwaar vallen!"
Hoofdstuk 182: De Heer voorspelt Zijn dood en opstanding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De BODE zegt: "Uitstekend, ik zal de hoge gebieder woordelijk alles zo overbrengen als u het mij heeft gezegd!" - Daarop groet de bode, klimt op zijn muildier en verwijdert zich zo snel mogelijk.
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen wij na een paar tellen beneden kwamen, stond het middagmaal al klaar en wij gingen buiten aan de grote tafel zitten, die gereed stond in de dichte schaduw van een kastanje. Goed klaargemaakte vissen, brood en wijn en lekkere verse vijgen werden in ruime mate geserveerd, zodat wij, bij elkaar zo'n dertig man, meer dan genoeg te eten hadden. De maaltijd ging heel gezellig voorbij en Marcus, de spraakzame oude rechtschapen krijgsman vertelde ons, op een hem aangeboren smeuïge manier van vertellen, veel van zijn belevenissen. Mijn leerlingen waren daardoor in de gelegenheid om de wereld ontdaan van alle franje voor zich te zien, en daar voor zichzelf veel uit te halen ten voordele van de mensheid die later aan hun leiding toevertrouwd zou worden.
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Voor je driemaal naar het bekende plaatsje omhoog en weer terug bent gegaan, zal hij er zijn. Nauwelijks zal de bode hem het bericht overbrengen, of Cyrenius, die zijn maaltijd nog niet gebruikt heeft, zal zonder enig talmen alles laten liggen en staan, en zich met zijn gehele gevolg hierheen haasten om Mij te zien en te spreken.
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] IK zeg: "O nee! Wie terwille van zijn heil zich gedrongen voelt naar Mij toe te gaan, die komt toch wel, ook al gaan we hem niet tegemoet! Maar Cyrenius is groot van geest en heeft het niet nodig dat men hem tegemoet gaat. Alleen als iemand, die zwak van ziel en lichaam is de weg naar ons heeft ingeslagen, moeten wij hem wel tegemoet gaan, opdat hij met halverwege moe wordt, liggen blijft en omkomt!"
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Ah, beste Josoë, verdraag hem toch maar! Hij leidt je tot de ware wijsheid van de hemelen, want de geestelijke berekeningen zien er heel anders uit dan die van deze wereld! Als Ik op hemelse manier met je zou praten, dan zou je echt niets begrijpen. Ik spreek echter, omdat Ik nu Zelf een mens van vlees en bloed ben, alleen maar menselijk, op aardse wijze met de mensen over de zaken van de geest. En zie, de mensen ergeren zich omdat ze Mij niet begrijpen -en velen ook omdat ze Mij niet willen begrijpen! Jouw geestelijke, bij tussenpozen optredende, leraar geeft je wel goed les, maar jij zult zijn lessen op deze aarde pas beginnen te begrijpen als je oud bent. Maar helemaal begrijpen zul je dat pas eenmaal aan de andere kant, waar geen troebeling van het vlees en bloed zich in je zuivere ziel voor zullen doen: - Begrijp je Mij?"
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Daarom is aan ieder mens voor alle zaken een bepaalde maat gegeven, afhankelijk van zijn kracht, natuur en geaardheid. Als hij zich aan die maat houdt, bevindt hij zich in de juiste orde waarin God hem heeft gesteld, en alles wat hem omgeeft is voor hem 'hemel'. Maar wanneer hij, in wat dan ook, deze orde overschrijdt en een wereld op zijn zwakke schouders legt, dan zal deze hem vermorzelen en tot 'hel' worden!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Cyrenius en Josoë hebben beiden een flinke honger en dorst en tasten daarom goed toe. Ook de mensen uit het gevolg laten zich niet smeken, maar volgen geducht het voorbeeld van Cyrenius.
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Zolang wij geen goden zijn, moeten wij in het zweet des aanschijns ons brood verdienen, - de een op deze en de andere op die wijze, een ieder heeft genoeg te doen en mag de handen niet in de schoot leggen. Maar wie zoals jij al voldoende gewerkt heeft, die kan op zijn oude dag het zich wel wat gemakkelijker maken. Ga dus en neem de kleine gave in ontvangst, en de Heer zegene je daarmee!"
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De ZONEN zeggen: "Vader dat hebben we vier dagen geleden al gedaan en daarom zal alles nog wel helemaal in orde zijn, want na die tijd is er geen storm meer geweest; maar om op dit moment helemaal zeker te kunnen zijn zullen we het toch nazien." -Toen gingen de zonen op pad, bekeken alles en kwamen al gauw terug met de mededeling, dat alles zich nog in prima conditie bevond.
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen wij aan de oever kwamen, trokken de zonen meteen het grootste en beste schip naar ons toe en wij gingen in het schip op de klaargezette banken zitten. De beide zonen namen de roeispanen en roeiden daarmee ons vaartuig tamelijk vlug van de oever weg. In Mijn schip bevonden zich behalve Mij, Cyrenius, Josoë, de oude Marcus en Petrus, Johannes en Jacobus. Alle andere leerlingen voeren op de andere schepen ons na, en ook de hofhouding van Cyrenius. Maar in ons schip lag ook het grote visnet op goede vissersmanier opgevouwen.
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Dat zal Ik wel op het juiste moment doen, maar nu en hier nog niet! We zijn nog geen half uur op het water en willen daarom niet meteen de rust daarvan verstoren en haar geesten wekken, die ons vervolgens erg zouden kunnen plagen. Maar meer naar het westen en dichter bij de veilige oever zullen we het net wel uitwerpen. Nu zullen we niets anders doen dan rusten met de rust van de zee. Als iemand van jullie echter iets wil weten, dan staat het hem vrij dat aan Mij te vragen."
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136  ...